In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een traplift beoordeeld. Eiseres, een 74-jarige vrouw met gezondheidsproblemen zoals artritis en reuma, had op 15 juli 2022 een aanvraag ingediend bij het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden (de Bevelanden). Deze aanvraag werd op 12 september 2022 afgewezen, met als argument dat verhuizen naar een gelijkvloerse woning de goedkoopste en meest adequate oplossing zou zijn. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar de Bevelanden handhaafde de afwijzing in hun bestreden besluit van 31 januari 2023.
De rechtbank oordeelt dat de Bevelanden onvoldoende heeft onderbouwd dat de aanpassingen aan de badkamer noodzakelijk zijn en dat de afwijzing van de traplift aanvraag niet op goede gronden is gebaseerd. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet langer veilig gebruik kan maken van de trap, maar dat de Bevelanden niet voldoende rekening heeft gehouden met de specifieke omstandigheden van eiseres, zoals haar huidige woonlasten en de beschikbaarheid van geschikte woningen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de Bevelanden op om opnieuw te beslissen op de bezwaren van eiseres, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de Bevelanden veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.