ECLI:NL:RBZWB:2024:3005

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
02-310741-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor sextortion en kinderporno met meerdere slachtoffers en uitgebreide strafoverweging

Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan sextortion en het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno. Het onderzoek, genaamd 'Zuidpool', onthulde dat de verdachte via sociale media contact zocht met jonge meisjes, hen onder druk zette om seksueel getinte foto's en video's van zichzelf te maken en deze naar hem op te sturen. In totaal zijn er 172 meisjes geïdentificeerd waarvan beeldmateriaal op de computer van de verdachte is aangetroffen, met 30 zaaksdossiers die aan de rechtbank zijn voorgelegd. De verdachte heeft de feiten grotendeels bekend, maar de rechtbank heeft de ernst van de zaak benadrukt, gezien de impact op de slachtoffers en de lange periode waarin de misdrijven hebben plaatsgevonden.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 18 maanden jeugddetentie, omgezet in gevangenisstraf, en heeft daarnaast schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook de noodzaak van behandeling voor de verdachte onderstreept, gezien zijn psychische problemen en het hoge recidiverisico. De zaak heeft veel media-aandacht gekregen, wat de rechtbank als belangrijk beschouwt voor het bewustzijn van de gevaren van sextortion en de bescherming van kwetsbare jongeren.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-310741-23
vonnis van de meervoudige kamer van 8 mei 2024
in de strafzaak tegen de minderjarige
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1998 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in het PPC van de penitentiaire inrichting [plaats 1] ,
[adres]
raadslieden mr. R.E. Drenth en mr. L.V. Romme, advocaten te Breda

1.Inleiding

Onderzoek Zuidpool is een grootschalig onderzoek naar verdachte wegens de verdenking van seksuele afpersing, ook wel sextortion genoemd, en het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno. Daarbij zocht verdachte via social media contact met jonge meisjes (in de leeftijd van 11 tot en met 20 jaar) en liet hij hen seksueel getinte foto’s en filmpjes van zichzelf maken en die aan hem opsturen. In dit onderzoek heeft de politie van de in totaal 172 meisjes waarvan beeldmateriaal op zijn computer is aangetroffen uiteindelijk 132 meisjes kunnen identificeren. Van die meisjes zijn genummerde zaaksdossiers opgemaakt. In deze strafzaak zijn 30 van die zaaksdossiers aan de rechtbank voorgelegd. Verdachte heeft in de loop van het onderzoek de ten laste gelegde feiten grotendeels bekend.
In deze strafzaak gaat het om de feiten die dateren uit de tijd dat verdachte nog minderjarig was. Voor de feiten uit de periode dat hij meerderjarig was, is er een aparte strafzaak, waarin tegelijk uitspraak wordt gedaan.
In de tenlastelegging en in dit vonnis worden de meisjes, in verband met het waarborgen van hun anonimiteit, aangeduid met het nummer dat aan het aan hen gekoppelde zaaksdossier is gegeven.

2.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14, 19 en 20 maart 2024, waarbij de zitting van 14 maart 2024 een behandeling met gesloten deuren betrof.
De officieren van justitie, mr. M.C. Fimerius en mr. I.M.H. Masselink, en de verdediging hebben tijdens de zitting hun standpunten kenbaar gemaakt.
Het onderzoek ter zitting is gesloten op 8 mei 2024.

3.De tenlastelegging

De tenlastelegging is op 20 maart 2024 gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan aanranding van 2 minderjarige meisjes en een gewoonte heeft gemaakt van het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno van deze 2 meisjes en 2 andere minderjarige meisjes.

4.De voorvragen

De geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft in eerste instantie aangevoerd dat de dagvaarding ten aanzien van feit 1 en 2 gedeeltelijk nietig dient te worden verklaard ten aanzien van de feiten die zijn tenlastegelegd als overtreding van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) nu daarbij sprake is van innerlijke tegenstrijdigheid.
De officieren van justitie hebben vervolgens tijdens de zitting van 20 maart 2024 een wijziging van de tenlastelegging gevorderd, om deze innerlijke tegenstrijdigheid op te heffen. De raadsman had geen bezwaar tegen deze wijziging en de rechtbank heeft de vordering vervolgens toegewezen.
De rechtbank overweegt dat er, door de wijziging van de tenlastelegging op 20 maart 2024, geen sprake meer is van een innerlijke tegenstrijdigheid bij genoemde feiten. Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer. De dagvaarding ten aanzien van deze feiten is dus geldig.
De dagvaarding is ook voor het overige geldig.
De overige voorvragen
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie achten wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseren zich daarbij op de aangiftes, het onderzoek aan het aangetroffen beeldmateriaal op de computer van verdachte en de verklaring van verdachte.
Naar de mening van de officieren van justitie kan het dreigen met ‘exposen’ van het beeldmateriaal van meisje 27 en 28, zoals ten laste is gelegd onder respectievelijk feit 1 en 2, ook bewezen worden verklaard. Zij hebben daarbij gewezen op de aangiftes en de werkwijze van verdachte zoals die blijkt uit de zaken van andere meisjes. Dat verdachte op social media materiaal van meisje 28 ook daadwerkelijk heeft verspreid, kan volgens de officieren van justitie niet worden bewezen.
Bij feit 3 hebben de officieren van justitie zich op het standpunt gesteld dat het bezit en het verwerven van kinderpornografische afbeeldingen ten aanzien van alle vier de meisjes bewezen kan worden verklaard.
Het vervaardigen van kinderporno van meisjes 27, 28 en 30 kan volgens de officieren van justitie ook wettig en overtuigend bewezen worden nu verdachte in die zaken de seksueel getinte opnames die hem door de meisjes via social media werden toegezonden met een telefoon of een screenshot heeft vastgelegd en zonder hun toestemming opgeslagen. Gelet op de jurisprudentie betreft dit het vervaardigen van kinderporno. Naar de mening van de officieren van justitie heeft verdachte kinderporno vervaardigd ook als hij zonder toestemming materiaal van de meisjes maakte, hun kinderporno opsloeg of meisjes aanzette tot het sturen van kinderporno en dit opsloeg. Verdachte maakte op dat moment namelijk van een foto/filmpje (dat normaliter na korte tijd zou verdwijnen) een nieuwe (blijvende) afbeelding.
De officieren van justitie hebben verzocht verdachte vrij te spreken van het vervaardigen van kinderporno van meisje 14.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1 en 2.
Bij feit 3 heeft de verdediging zich ten aanzien van het bezit en het verwerven van kinderporno ook gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Naar de mening van de verdediging dient verdachte te worden vrijgesproken van het vervaardigen van kinderporno. De verdediging heeft daartoe gewezen op een uitspraak van de Hoge Raad [1] waarin is bepaald dat het maken van opnames van een computerscherm waarop reeds bestaande kinderporno wordt getoond geen vervaardigen van kinderporno oplevert.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
5.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
5.3.2
Algemene bewijsoverwegingen
Feiten en omstandigheden
Op 4 april 2022 heeft meisje 1 aangifte gedaan van sextortion. In haar aangifte verklaarde zij dat ze op social media door de gebruiker van de accounts ' [gebruikersnaam 1] ' en ' [gebruikersnaam 2] ' werd gedwongen om naaktfoto’s en -video’s van zichzelf te sturen. Na onderzoek naar de door aangeefster genoemde gebruikersnamen op social media werd uitgekomen bij verdachte. De gebruikersnamen bleken ook voor te komen in eerdere aangiftes van sextortion en onderzoeken daarnaar.
Op 9 augustus 2022 is de woning van verdachte doorzocht. Daarbij zijn verschillende gegevensdragers, waaronder meerdere telefoons en een computer, in beslag genomen. Deze gegevensdragers zijn onderzocht. Op de grootste harde schijf van de computer werd een uitgebreide mappenstructuur aangetroffen. In een map genaamd 4K Stogram stonden 1560 mappen met Instagramprofielen met hoofdzakelijk meisjesnamen. In 151 van deze mappen stond een submap genaamd "Snap". In die submappen werden foto's en/of video’s aangetroffen van schaars geklede en/of naakte meisjes met daarbij delen van chatgesprekken in Snapchat met meisjes.
In de map Instagram werden 90 mappen met Instagramaccounts aangetroffen met daarin naaktfoto’s en/of -video's van meisjes.
Op de harde schijf stond ook een map genaamd Telegram Desktop met daarin 7946 bestanden en mappen. Telegram is een populair sociaal medium om seksuele afbeeldingen, meestal van meisjes en (jonge) vrouwen, voorzien van voor- en/of achternaam of hun accountnaam te verspreiden. Dit wordt ‘exposen’ genoemd. Op basis van de naamgeving van de meeste submappen in de Telegrammap op de harde schijf van verdachte, lijkt het erop dat dit gaat om seksueel beeldmateriaal van ‘exposed’ personen.
In de map Snapchat werden 205 mappen met meisjesnamen aangetroffen met ook daarin veelal seksueel getint beeldmateriaal.
Verdachte heeft bekend dat hij de persoon was die achter de gebruikersnamen ' [gebruikersnaam 1] ' en ' [gebruikersnaam 2] ' zat. Ook heeft hij bekend dat hij meerdere meisjes heeft gedwongen of onder druk heeft gezet om seksueel getinte foto’s en filmpjes naar hem te sturen en dat hij die foto’s en filmpjes vervolgens zonder medeweten van die meisjes opsloeg.
De rechtbank merkt hierbij op dat het meeste beeldmateriaal via Snapchat werd verstuurd, waar afbeeldingen die onderling naar elkaar worden verstuurd in beginsel slechts eenmaal en voor korte duur te zien zijn.
Uit de chatgesprekken met de meisjes en de verklaring van verdachte, zowel bij de politie als ter zitting, volgt dat verdachte veelal de volgende werkwijze hanteerde.
Hij benaderde een meisje via Instagram en/of Snapchat onder de naam [bijnaam] . Vaak vroeg hij daarbij naar haar leeftijd. Vervolgens deed hij het meisje een aanbod om snel geld te verdienen in ruil voor het ‘snappen’ met hem tijdens zogenaamde ‘sessies’. Als aan hem werd gevraagd waarom hij dat voorstel deed, vertelde hij dat hij een erfenis had gekregen en dat hij dat geld op deze manier graag met anderen wilde delen. Als bewijs stuurde hij soms een vervalst bankafschrift mee waarop een groot geldbedrag stond. Verdachte heeft uiteindelijk overigens nooit enig geldbedrag betaald aan een van de meisjes.
Na onderhandelingen over haar grens, stuurde het meisje vervolgens foto’s of filmpjes waarop zij schaars gekleed dan wel naakt te zien was. ‘ [bijnaam] ’ vroeg daarna steeds om meer en verdergaande foto’s en filmpjes. Zo ging het van een vraag om een foto in lingerie naar (deels) naakte foto’s tot filmpjes waarbij het meisje seksuele handelingen met zichzelf verrichtte (zoals het vingeren of zichzelf bevredigen met voorwerpen in de vagina) of soms zelfs filmpjes waarbij het meisje seks had met een derde.
Verdachte gaf daarbij, onder de naam [bijnaam] , steeds duidelijke en heel dwingende instructies over wat en hoe er gefotografeerd of gefilmd moest worden. Hij gaf instructies over de poses die moesten worden aangenomen, welke lingerie daarbij al dan niet moest worden gedragen, de seksuele handelingen die verricht moesten worden, de eventuele seksuele standjes die moesten worden uitgevoerd, of het gezicht in beeld moest zijn en hoe er dan gekeken moest worden en of er gekreund moest worden. Illustratief daarvoor is het volgende fragment: ‘
Alle filmpjes (of 1 film) zou niet minder mogen zijn dan 15 min. Langer word op prijs gesteld. Zou geen probleem moeten zijn. Op elk filmpje moet ik je gezicht heel veel en goed kunnen zien. Ik wil ook dat je gemeend kreunt en geile dingen zegt tijdens het neuken. Je moet echt keihard genomen worden in alle standjes! Maak er wat van!
Dit bericht eindigt met een succes-hartje-teken.
Als het meisje aangaf te willen stoppen, werd ‘ [bijnaam] ’ boos. Hij accepteerde geen nee, zelfs niet als het meisje aangaf depressief te worden of zelfmoordgedachtes te hebben. Als een meisje moest huilen, leek hem dat niets te doen. Ze moest zich aan haar afspraken houden en daarmee was de kous af. Een van de meisjes lag op een gegeven moment in het ziekenhuis. Verdachte lijkt zich dan niet om haar welzijn te bekommeren, maar enkel bezig te zijn met wanneer hij weer nieuw materiaal kan verwachten.
In eerste instantie gaf ‘ [bijnaam] ’ dan aan dat ze afspraken hadden gemaakt over sessies en dat die sessies moesten worden afgemaakt tot hij het goed genoeg vond, want afspraak is afspraak. Als dat niet hielp, begon hij te dreigen. Vaak zei hij dan dat hij beeldmateriaal terug kon halen en dit online zou gaan verspreiden als het meisje niet zou doorgaan met het sturen van meer en verdergaande foto’s en filmpjes. In enkele gevallen heeft verdachte ook daadwerkelijk beeldmateriaal van een meisje online gezet en heeft hij dit meisje dus ‘geëxposed’.
Verweer artikel 246 Sr
De rechtbank overweegt dat het gedachtestreepje ‘via social media contact maken en/of onderhouden’ op zichzelf staand niet als bedreigend kan worden aangemerkt, maar dat die handeling moet worden gezien als een feitelijkheid die onderdeel is van de werkwijze van verdachte. De handeling van het via social media contact maken betreft het begin van alle feitelijkheden die in onderlinge samenhang bezien de meisjes ertoe hebben gedwongen om beeldmateriaal van zichzelf naar verdachte te sturen en kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook worden meegenomen bij de beoordeling van de vraag of er sprake was van dwang.
5.3.3
Feit 1 (meisje 27) en feit 2 (meisje 28)
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier kunnen feit 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
De rechtbank merkt daarbij op dat verdachte heeft ontkend dat hij beeldmateriaal van meisje 28 (feit 2) op social media heeft geplaatst. Ook weet hij niet zeker meer of hij beide meisjes heeft bedreigd met het ‘exposen’ van hun beeldmateriaal. De rechtbank heeft echter, ondanks de ontkenning van verdachte op dit punt, geen enkele reden om te twijfelen aan de verklaring van beide slachtoffers, nu zij consistent en gedetailleerd verklaren en de modus operandi in beide zaken overeenkomt met de modus operandi bij vele andere meisjes.
5.3.4
Feit 3 (kinderporno)
Bezit en verwerven
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier kan het bezit en het verwerven van de ten laste gelegde kinderpornografische foto’s en filmpjes wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Vervaardigen
Voor een bewezenverklaring van het vervaardigen van kinderporno is het niet noodzakelijk dat verdachte zelf feitelijk de opnames heeft gemaakt. Voor de beantwoording van de vraag of verdachte de kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd, neemt de rechtbank de volgende omstandigheden in aanmerking.
Verdachte en de meisjes stonden ten tijde van het vervaardigen van het beeldmateriaal in direct contact met elkaar via een chatprogramma. Door verdachte werden daarbij instructies gegeven over de poses waarin zij moesten staan/zitten/liggen, wat zij aan of uit moesten trekken, dan wel de handelingen die de meisjes moesten verrichten bij zichzelf of met een derde. Deze instructies werden door de meisjes opgevolgd. Het bleef daarbij niet bij een enkele instructie. Gedurende de sessies bleef verdachte de meisjes verdere instructies geven, net zolang totdat het voor hem goed was. Verdachte had aldus de volledige regie over het vervaardigen van het beeldmateriaal en was als het ware de regisseur. Onder deze omstandigheden kan verdachte naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als degene die het beeldmateriaal heeft vervaardigd. De rechtbank merkt daarbij op dat de interactie hier verder gaat dan het enkel ontvangen van een foto of filmpje, zoals door de verdediging is betoogd. Gelet op de sturende, zelfs regisserende rol van verdachte bij het vervaardigen van het beeldmateriaal, kan ook bij het ontbreken van dwang sprake zijn van het vervaardigen van kinderporno.
Gezien het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het vervaardigen van kinderporno door verdachte kan worden vastgesteld ten aanzien van de meisjes 27, 28 en 30.
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het vervaardigen van kinderpornografisch beeldmateriaal van meisje 14.
Gewoonte
Dat verdachte van het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt, leidt de rechtbank af uit het grote aantal foto’s en filmpjes en de lange periode waarin de strafbare gedragingen hebben plaatsgevonden. Verdachte heeft het beeldmateriaal ook geordend door het op te slaan in mappen met de naam van het meisje. Verder had verdachte vaak dagelijks en intensief contact met de meisjes.
5.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1
op tijdstippen in de periode van [datum 1] 2014 tot en met 9 juni 2015 te [plaats 2] , (telkens) door feitelijkheden en door bedreiging met feitelijkheden een persoon, te weten [meisje 27] , geboren op [geboortedag 2] 2003, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk
  • het maken van foto's en/of filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) van meisje 27 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via Whatsapp en social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen
waarbij de feitelijkheden en de bedreiging met feitelijkheden hebben bestaan uit het (telkens)
  • op dwingende/sturende/manipulerende wijze vragen om foto('s) en filmpje(s) van seksuele aard van meisje 27 en
  • dreigen seksueel getinte foto('s) en/of filmpje(s) van meisje 27 te verspreiden en online te plaatsen en aldus openbaar te maken, wanneer zij hem geen foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard zou toesturen en
  • tegen meisje 27 zeggen dat hij geen contact meer met haar zou willen, tenzij meisje 27 foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard van zichzelf zou toesturen;
feit 2
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015, te [plaats 2] , (telkens) door feitelijkheden en door bedreiging met feitelijkheden een persoon, te weten [meisje 28] , geboren op [geboortedag 3] 1998, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of vagina van meisje 28 te zien is en
  • het versturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen
waarbij de feitelijkheden en de bedreiging met feitelijkheden hebben bestaan uit het (telkens)
  • via social media contact maken en onderhouden met meisje 28 en
  • dreigen seksueel getinte foto('s) en/of filmpje(s) van meisje 28 te verspreiden en online te plaatsen en/of naar familie van meisje 28 te sturen en aldus openbaar te maken, wanneer zij hem geen foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard van zichzelf zou toesturen en
  • tegen meisje 28 zeggen dat hij wist waar haar familie woonachtig was en
  • plaatsen van (een) persoonlijke foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard van meisje 28 op social media;
feit 3
op tijdstippen in de periode van 12 juli 2014 tot 27 december 2016, te [plaats 2] , meermalen,
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video's en/of films, en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten
[meisje 14] , geboren op [geboortedag 4] 1997
[meisje 27] , geboren op [geboortedag 2] 2003
[meisje 28] , geboren op [geboortedag 3] 1998
[meisje 30] , geboren op [geboortedag 5] 2000
was betrokken,
heeft vervaardigd en/of verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met een vinger/hand en/of een voorwerp vaginaal penetreren van het eigen lichaam
[meisje 30 - zaaksdossier 30 / afbeelding 01, 02]
en/of
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
[meisje 14- zaaksdossier 14 / [bestandsnaam 1] .jpg]
[meisje 27 - zaaksdossier 27 / afbeelding 01, 02]
[meisje 28 - zaaksdossier 28 / [bestandsnaam 2] .jpg, [bestandsnaam 3] .mp4]
[meisje 30 - zaaksdossier 30 / afbeelding 03, 05, 06]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeeldingen een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en/of strekten tot seksuele prikkeling
[meisje 14 - zaaksdossier 14 / [bestandsnaam 4] .jpg, [bestandsnaam 5] .jpg]
[meisje 27 - zaaksdossier 27 / afbeelding 03 t/m 06]
[meisje 28 - zaaksdossier 28 / [bestandsnaam 6] .jpg, [bestandsnaam 7] .jpg, [bestandsnaam 8] ]
[meisje 30 - zaaksdossier 30 / afbeelding 04, 07]
terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

6.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben verzocht om verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel. Zij hebben daartoe aangevoerd dat verdachte het merendeel van de feiten als meerderjarige heeft gepleegd en inmiddels ruim 25 jaar oud is.
Naar de mening van de officieren van justitie doet het recht aan het geheel van de feiten om één eis in het volwassenenstrafrecht (onder parketnummer 02-202888-22) neer te leggen. In die zaak hebben zij 7 jaar gevangenisstraf en terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met dwangverpleging geëist. Het opleggen van een aparte jeugdstraf of -maatregel daarnaast heeft volgens de officieren van justitie geen toegevoegde waarde.
7.2
Het standpunt van de verdediging
Als de rechtbank in de meerderjarigenzaak tbs met voorwaarden aan verdachte zou opleggen en zij de daarbij maximaal toegestane gevangenisstraf van 5 jaar onvoldoende acht, heeft de verdediging gewezen op de mogelijkheid om daarnaast in deze zaak nog 1 of 2 jaar jeugddetentie op te leggen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
7.3.1
Inleiding
Onderzoek Zuidpool is een strafzaak die enorme media-aandacht heeft gekregen.
Zoals de rechtbank al eerder heeft opgemerkt, is het goed dat die media-aandacht er is, want het gaat in deze zaak om een groot maatschappelijk probleem: sextortion, het onder dwang delen via internet en social media van seksuele foto’s en video’s, met name door jongeren. Dit is zeker niet de eerste strafzaak over dit fenomeen en ongetwijfeld ook niet de laatste. Het is ook goed dat er aandacht is voor de gevaren van internet en social media. Internet en social media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Met één muisklik of een tik op een smartphone is de buitenwereld ineens heel dichtbij. Dat deze ontwikkeling in de digitale wereld ook tot grote gevolgen in de tastbare, echte wereld kan leiden is wellicht lange tijd onderschat. Vandaag de dag kan iemand die kwade bedoelingen heeft geruisloos ineens in de digitale wereld van kinderen en jongeren tevoorschijn komen. Deze strafzaak is een schrijnend voorbeeld van welke desastreuze gevolgen dat kan hebben.
De rechtbank spreekt dan ook de hoop uit dat de media-aandacht niet alleen gericht is op de meer sensationele kant van deze zaak, zoals het hoge aantal slachtoffers, maar vooral ook op het maatschappelijke probleem erachter en dat die aandacht blijft bestaan.
Mede met het oog op die media-aandacht is er in deze zaak ook veel aandacht geweest voor de bescherming van de privacy van de jonge, kwetsbare slachtoffers.
Want anders dan bij veel andere strafzaken draait het in deze zaak niet alleen om de verdachte, maar vooral ook om de slachtoffers. 30 dappere jonge vrouwen, die de moed hebben gehad om iets te doen tegen de jongeman die hun leven overhoop haalde en soms tot een hel maakte. Of eigenlijk 172 meisjes en jonge vrouwen, want dat is het aantal meisjes waarvan seksueel getint beeldmateriaal is aangetroffen in de computer van verdachte. 172 meisjes of jonge vrouwen waarvan het grootste gedeelte niet kon worden geïdentificeerd of die geen aangifte durfden te doen. Daarom: 30 dappere jonge vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van één jongeman: [verdachte] .
Maar in deze strafzaak draait het natuurlijk óók om de verdachte. Een bijzondere verdachte die in de media soms is afgeschilderd als een monster, maar die ook een gewone jongeman is met een gewoon leven en die op zijn manier ook met problemen te kampen heeft.
De rechtbank heeft op de zitting uitgebreid stilgestaan bij de grote vraag: hoe is deze jongeman tot zijn daden gekomen? Hoe kan het dat hij in staat was het leven van zoveel meisjes overhoop te halen? En hoe is het mogelijk dat hij daarbij zelfs meisjes uit zijn eigen vriendengroep tot slachtoffer maakte? Zoals het meisje dat hij als zijn beste vriendin of zelfs als zijn zus beschouwde. Maar ook het meisje met wie hij enkele jaren een relatie heeft gehad. Hoe kan het dat hij in het echte leven een aardige jongen was, maar tegelijkertijd achter zijn computer zich ontpopte tot een nietsontziende dwingeland? Of zoals verdachte het zelf uitdrukte in zijn laatste woord: “Ik begrijp niet hoe ik zo lang over die meisjes heen heb kunnen walsen”. De rechtbank heeft niet op alle vragen een bevredigend antwoord gekregen en misschien komen die antwoorden nooit of zijn die er niet.
7.3.2
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich meer dan acht jaar lang schuldig gemaakt aan ‘sextortion’ van jonge, veelal minderjarige, meisjes. Een deel van deze periode was hij zelf nog minderjarig en daar ziet deze zaak op. Voor het deel van de feiten dat speelt vanaf zijn meerderjarigheid is hij apart gedagvaard.
Uit de hiervoor beschreven werkwijze van verdachte blijkt dat hij zeer berekenend te werk is gegaan. Hij is binnen verschillende social media op zoek gegaan naar jonge meisjes en heeft contact met hen gelegd. Uit het dossier komt een beeld naar voren van een verdachte die hele dagen achter zijn computer zat en vaak met meerdere meisjes tegelijk contact had. Nadat hij contact had gemaakt, probeerde hij op geraffineerde wijze hun vertrouwen te winnen. Hij gaf ze complimenten en ging met ze in ‘gesprek’ als een vriend. Vervolgens heeft hij die meisjes, veelal door het aanbod van een geldbedrag, overgehaald tot het maken en sturen (meestal via Snapchat) van seksueel getinte foto’s en filmpjes van zichzelf, die hij vervolgens zonder hun medeweten opsloeg. Vaak heeft verdachte daarbij ook dwang op hen uitgeoefend om met hem in contact te blijven en foto’s en filmpjes van zichzelf naar hem te blijven sturen, ook als zij dat echt niet meer wilden. Als een meisje eenmaal in de greep van verdachte was, dwong hij haar om ver over haar grenzen te gaan en liet hij haar niet meer los. Daarbij dreigde hij met het onder vrienden en familie verspreiden en het online plaatsen van de eerder gestuurde foto’s en filmpjes. Uiteindelijk waren de meisjes zo bang dat ze geëxposed zouden worden dat ze dan toch maar deden wat hij van ze vroeg. De eisen die verdachte stelde aan het materiaal dat ze voor hem moesten maken waren gedetailleerd en gingen steeds verder. Bij enkele meisjes gaf hij zelfs opdracht voor het maken van filmpjes van seks met een ander, waarbij hij heel gedetailleerd vertelde wat ze moest doen.
Verdachte was erg dwingend in zijn contact en bleef vaak lange tijd doorgaan met het vragen om meer en verdergaand beeldmateriaal, ook als de meisjes zeiden dat het daardoor niet goed met ze ging. Hij stopte zelfs niet als zij zeiden zo niet verder te kunnen leven en suïcidale gedachtes te hebben. Ook gebeurde het dat verdachte een meisje een tijdje met rust liet om vervolgens na maanden of zelfs jaren opnieuw contact te zoeken en haar opnieuw te dwingen om seksueel getinte foto’s en filmpjes te sturen.
Uit de aangiftes en de indrukwekkende slachtofferverklaringen is de rechtbank meer dan duidelijk geworden dat meisjes zich in zijn greep machteloos voelden en dat zij zich schaamden dat ze ‘zo dom’ waren geweest om in zijn manipulatieve val te trappen en heel bang waren. Ze waren niet alleen bang dat verdachte daadwerkelijk de foto’s en filmpjes die hij van ze had zou verspreiden, maar ze waren ook bang voor mensen om hen heen, omdat ze niet wisten wie er schuilging achter het account dat hen afperste. Daardoor vertrouwden veel meisjes bijna niemand meer en trokken zij zich veelal terug uit het sociale leven, waardoor het gevoel van isolement dat zij vanwege de schaamte over dit alles toch al hadden, nog groter werd. Illustratief voor het enorme schaamtegevoel is dat op de zitting bleek dat een van de meisjes niet naar de rechtbank durfde te komen, omdat ze het nog steeds niet aan haar ouders had verteld. Uiteindelijk is een aantal meisjes zo moedig geweest om toch naar hun ouders of de politie te stappen, waardoor verdachte een halt is toegeroepen. Toen had hij echter al heel veel meisjes enorm beschadigd.
Bij verdachte is ook een groot aantal kinderpornografische foto’s en video’s aangetroffen die hij van de slachtoffers heeft verkregen en die zij onder zijn regie hebben gemaakt. Ook is beeldmateriaal van andere meisjes aangetroffen die niet konden worden geïdentificeerd of die geen aangifte wilden of durfden te doen. Hij had daarnaast ook kinderporno in bezit die hij op andere wijze heeft verkregen, bijvoorbeeld via zogeheten expose-groepen op Telegram. In totaal gaat het om een enorme hoeveelheid kinderporno. Het lijkt erop dat verdachte het vrijwel allemaal voor zichzelf heeft gehouden, maar in enkele gevallen heeft hij beeldmateriaal van een meisje ook aan andere personen verstuurd of online geplaatst, als dwangmiddel.
Het spreekt voor zich dat dit ernstige feiten zijn. Verdachte heeft meer dan 8 jaar lang jonge meisjes verleid én gedwongen tot het maken van kinderporno; dat is een vorm van seksueel misbruik. Algemeen bekend is dat slachtoffers van kinderporno daar jaren later nog last van hebben. Verdachte heeft van tientallen meisjes seksueel getinte foto’s en filmpjes opgenomen en opgeslagen voor zijn eigen gerief. Verdachte gaf aan dit deels te hebben gedaan uit controledrang en deels omdat hij er opgewonden van raakte. Hij heeft zich daarbij niet bekommerd om het leed dat hij deze meisjes ondertussen aandeed, maar was enkel bezig met zijn eigen (seksuele) genot. De rechtbank rekent dat verdachte in ernstige mate aan.
De impact en de gevolgen voor de slachtoffers zijn groot. Veel van de meisjes zijn geschokt door hun ervaringen, schamen zich enorm en voelen zich (ten onrechte) zelf schuldig. Verdachte heeft, ook zonder dat sprake is geweest van fysiek handelen, zowel de geestelijke als de lichamelijk integriteit van de slachtoffers geschonden. Hij heeft de jonge slachtoffers geconfronteerd met zijn eigen seksuele voorkeuren en hen op slinkse wijze aangezet tot het maken van foto’s in seksueel getinte poses of filmpjes van seksuele handelingen. Hierdoor heeft verdachte hen de mogelijkheid ontnomen om hun ontluikende seksualiteit op hun eigen tempo en passend bij hun leeftijd in een veilige omgeving te ontwikkelen. Daarnaast heeft hij het vertrouwen dat deze meisjes hebben in de medemens enorm aangetast. Verdachte heeft misbruik gemaakt van hun jeugdige onbevangenheid. Zij waren niet bedacht op de sluwe wijze waarop hij trachtte hen in zijn val te lokken en de meesten waren evenmin bij machte om hem het hoofd te bieden. Uit de slachtofferverklaringen blijkt dat veel meisjes nog altijd kampen met gevoelens van schaamte, minderwaardigheid, verdriet en boosheid om wat hij hen heeft aangedaan. Veel van hen hebben professionele hulp moeten inschakelen om deze nare ervaringen te verwerken.
Bovendien veroorzaken dit soort feiten gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. De ouders van enkele meisjes hebben beschreven dat het handelen van verdachte ook hun leven en dat van het hele gezin op z’n kop heeft gezet. Verdachte heeft door zijn handelen meerdere slachtoffers een onbezorgde jeugd ontnomen.
Verdachte heeft hierbij echter volstrekt niet stilgestaan en heeft steeds weer zijn eigen behoefte vooropgesteld. Zelfs een stopgesprek met de politie of gesprekken met enkele slachtoffers die hij persoonlijk kende, waarin zij hem vertelden wat hen was overkomen en wat het met hen had gedaan, hebben hem niet kunnen doen stoppen. Hij is pas gestopt na aanhouding door de politie. Ook dit weegt de rechtbank in het nadeel van verdachte mee.
7.3.3
Persoonlijke omstandigheden
Verdachte heeft een blanco strafblad.
Verdachte is onderzocht door [psychiater] en [GZ-psycholoog] . Ook heeft hij gesprekken gehad met de [reclasseringswerker] . Deze deskundigen hebben rapporten over verdachte uitgebracht en hebben die ter zitting toegelicht.
De psychiater en de psycholoog hebben vastgesteld dat er bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis, van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsproblematiek met borderline en antisociale trekken en van een andere gespecificeerde parafiele stoornis.
Hiervan was (deels, dan wel in aanleg) ook sprake ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten. Vanuit de spanningen en frustraties in de gezinssituatie, van waaruit verdachte veel onmacht ervoer, vluchtte hij in een internetwereld. Hij leefde die frustraties en onmacht op een seksuele manier uit, wat hem een gevoel van macht en ontlading gaf. Vanuit zijn autisme en persoonlijkheidsproblematiek gebeurde dat op een dwangmatige en egocentrische manier, zonder zich in te leven in de slachtoffers. Door de anonimiteit van het internet gedroeg hij zich anders dan in het gewone leven. Hij ontwikkelde een seksuele drang, waar hij steeds minder controle over had.
De deskundigen adviseren om het tenlastegelegde in een verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Hij is gaandeweg steeds verder vastgedraaid in zijn seksuele gedragingen en ervoer in toenemende mate controleverlies over zijn gedrag, waardoor de spanningen en de agressie naar anderen toenam, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in vele slachtoffers.
Volgens de deskundigen is er sprake van een hoog recidiverisico en is gelet daarop een behandeling met een klinische start noodzakelijk. Zij adviseren om de behandeling te realiseren bij de [kliniek] op de [afdeling] in [plaats 3] . Ingeschat wordt dat een behandeling van 18 tot 24 maanden nodig zal zijn, waarna gewerkt kan worden aan een resocialisatietraject en verdachte begeleid kan worden bij het vinden van passende huisvesting.
Vanwege het hoge recidiverisico, de ernst van de ten laste gelegde feiten, maar ook de ingeschatte noodzaak van striktere kaders rondom behandeling, wordt geadviseerd om deze behandeling aan verdachte op te leggen in het kader van tbs met voorwaarden. Binnen dat kader kan langdurig en intensief toezicht worden geboden om risicofactoren in te perken.
Ter zitting hebben de deskundigen daar nog aan toegevoegd dat verdachte in de penitentiaire inrichting reeds is begonnen aan een behandeling en dat heeft hem al veel inzichten gegeven. De deskundigen hebben in hun lange carrière zelden iemand gezien die zo snel en zo hard met zichzelf aan de slag is gegaan als verdachte. Hij heeft in de afgelopen periode een enorme ontwikkeling doorgemaakt en al veel vooruitgang geboekt. De reden voor die enorme vooruitgang is volgens hen met name gelegen in het feit dat verdachte niet meer bij zijn ouders woont en zodoende uit de feitelijke (spanningsvolle) situatie is gehaald waarin hij eerst zat en waarin voor hem de voedingsbodem was gelegen voor het plegen van de feiten. Hij wil graag behandeld worden en is erg gemotiveerd om ook echt te veranderen.
De reclassering heeft positief geadviseerd over tbs met voorwaarden en in haar advies de voorwaarden benoemd.
7.3.4
Strafdoelen
Een van de doelen van strafoplegging is vergelding. Bij een strafzaak met dusdanig veel en jonge slachtoffers over een zo lange periode weegt het strafdoel van vergelding zwaar. Het is zeer de vraag of verdachte gestopt was als niet een van de meisjes aangifte had gedaan bij de politie. Hij had totaal geen oog voor het leed dat hij al deze meisjes aandeed en bleef maar doorgaan. Bij de politie, maar ook ter zitting heeft verdachte meermaals aangegeven dat hij vond dat de meisjes zich aan hun afspraak moesten houden, hun sessies helemaal moesten afronden en dat hij daarom zo volhardend was. Het leek verdachte niet te deren dat hij zich zelf niet aan de afspraak hield door het beeldmateriaal op te slaan, dat vervolgens als dreigmiddel in te zetten om nog meer materiaal te verkrijgen en door hen ook niet te betalen zoals was beloofd. Pas in de loop van het strafproces is verdachte in gaan zien wat hij de meisjes heeft aangedaan en wat zijn rol is geweest. Gelet op het enorme leed dat hij zoveel meisjes heeft aangedaan, is naar het oordeel van de rechtbank in beginsel alleen een langdurige gevangenisstraf passend.
Een ander strafdoel is de generale preventie oftewel de afschrikkende werking naar de maatschappij. Internet en social media zijn niet meer weg te denken uit de huidige samenleving. Daarmee wordt de buitenwereld makkelijk en snel in huis gehaald. Op zich is daar niets mis mee, maar op het internet zijn ook minder goedbedoelende personen aanwezig en niet iedereen is daartegen bestand. Vooral de meer kwetsbare mensen, zoals minderjarigen en ouderen, worden hiervan vaak het slachtoffer. De rechtbank is van oordeel dat, naast het informeren van jongeren over het veilig gebruik van social media, ook krachtig optreden door politie en justitie nodig is om deze vorm van criminaliteit in te dammen. Dat maakt dan ook dat voor de door verdachte gepleegde feiten een langdurige gevangenisstraf niet alleen passend maar ook noodzakelijk is.
Een derde strafdoel is speciale preventie, oftewel het voorkomen van herhaling van het plegen van soortgelijke strafbare feiten door verdachte. Hierbij kijkt de rechtbank naar de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit de adviezen van de deskundigen komt naar voren dat een behandeling voor verdachte cruciaal is. Hij heeft de meeste feiten bekend, heeft inmiddels een begin van ziekte-inzicht en wil graag behandeld worden. Hij is erg gemotiveerd om aan de door de reclassering genoemde voorwaarden mee te werken.
Gelet op dit alles is een combinatie van hard afstraffen in de vorm van een langdurige gevangenisstraf met daarnaast een intensieve vorm van behandeling passend en geboden.
7.3.5
Straf
In de strafzaak waarin verdachte meerderjarig was ten tijde van de door hem gepleegde feiten heeft de rechtbank op grond van het voorgaande aan verdachte tbs met voorwaarden opgelegd en de maximale gevangenisstraf die daarbij mogelijk is, te weten een gevangenisstraf van 5 jaar. Naar het oordeel van de rechtbank wordt daarmee nog onvoldoende recht gedaan aan de ernst van de feiten en het door verdachte veroorzaakte leed bij de slachtoffers. De rechtbank zal daarom in deze zaak ook jeugddetentie aan verdachte opleggen. Die bedraagt voor minderjarigen die ten tijde van het begaan van het misdrijf 16 jaar of ouder zijn maximaal 24 maanden. Nu de deskundigen hebben geadviseerd de strafbare feiten aan verdachte verminderd toe te rekenen, zal de rechtbank aan verdachte een jeugddetentie opleggen van 18 maanden.
Aangezien verdachte inmiddels 25 jaar is, zal de rechtbank deze jeugddetentie, op grond van artikel 6:6:29 Sv, omzetten in 18 maanden gevangenisstraf.

8.De benadeelde partijen

8.1
De vorderingen
Als benadeelde partij hebben zich de volgende personen in het geding gevoegd:
  • meisje 14 ter zake van feit 3. Zij vordert een vergoeding van € 1.500,00 aan immateriële schade;
  • meisje 27 ter zake van feit 1 en 3. Zij vordert een vergoeding van € 15.000,00 aan immateriële schade;
  • meisje 28 ter zake van feit 2 en 3. Zij vordert een vergoeding van € 17.703,90, waarvan € 10.203,90 aan materiële schade en € 7.500,00 aan immateriële schade;
  • meisje 30 ter zake van feit 3. Zij vordert een vergoeding van € 3.500,00 aan immateriële schade.
8.2
Recht op schadevergoeding
Ten aanzien van de overige vorderingen stelt de rechtbank vast dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte de feiten waarop die vorderingen zijn gebaseerd, heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover desbetreffende benadeelde partijen en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partijen te vergoeden.
8.3
Algemene overweging met betrekking tot de immateriële schade
In alle gevallen is sprake van een aantasting in de persoon op andere wijze in de zin van artikel 6:106 BW nu het gaat om een ernstige (zeden)zaak waar een forse normschending aan de orde is. Er is door verdachte inbreuk gemaakt op de persoonlijke en lichamelijke integriteit van de slachtoffers en op hun privacy. De ten laste gelegde feiten hebben psychische schade bij de slachtoffers veroorzaakt. Bij een aantasting in de persoon op andere wijze hoeft het geestelijk letsel bij het slachtoffer niet te zijn gediagnostiseerd.
De vorderingen komen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden, is welk bedrag passend is om toe te wijzen als vergoeding voor de geleden schade. De rechtbank wil daarbij maatwerk leveren. Op basis van de gevolgen, maar ook gebaseerd op de aard en ernst van de normschending (waaronder begrepen de duur van het contact met verdachte, het aantal afbeeldingen en de aard van de op beeld vastgelegde handelingen en omstandigheden daaromheen zoals de bedreigingen) heeft de rechtbank een viertal categorieën onderscheiden zoals weergegeven in onderstaande tabel. Bij het bepalen van de hoogte van de bedragen is gekeken naar vergoedingen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en de bedragen die het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitkeert.
Naast de gegevens in onderstaande tabel zal de rechtbank rekening houden met de leeftijd van het slachtoffer. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat, als het slachtoffer ook in het dagelijks leven (dus buiten internet om) bevriend was met verdachte, een hogere categorie aangewezen is.
cat.
handelingen
periode / aantal afbeeldingen
wijze verwerving
gevolgen
vanaf
tot
1
bezit of verwerven kinderporno
€ 500
€ 1.000
2
in lingerie of naakt poseren
beperkt aantal, korte periode
aanbod
relatief beperkte gevolgen
€ 1.500
€ 2.500
3
seksuele handelingen, penetratie
hoog aantal, lange periode
aanbod en/of dwang
grote gevolgen,
al dan niet professionele hulp
€ 3.500
€ 5.500
4
seksuele handelingen met derden
hoog aantal, lange periode
dwang
professionele hulp
€ 7.500
8.4
Meisje 14
Ten aanzien van meisje 14 is het bezit en verwerven van kinderporno bewezen verklaard, waardoor de vordering in categorie 1 valt. De rechtbank overweegt dat de vordering niet verder is onderbouwd, zodat de rechtbank uitgaat van het laagste bedrag in categorie 1 en de vordering toewijst tot een bedrag van € 500,00. De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.5
Meisje 27
Gelet op de zeer jonge leeftijd van meisje 27 ten tijde van de feiten, het feit dat er sprake was van dwang en beelden met penetratie en de grote psychische gevolgen die de feiten voor meisje 27 hebben gehad, valt de vordering in beginsel in categorie 3. Gezien de relatie van meisje 27 met verdachte, waardoor de feiten extra impact op haar hebben gehad, wijst de rechtbank de vordering toe tot een bedrag van € 10.000,00. De rechtbank wijst de vordering voor het overige af.
8.6
Meisje 28
De door de meisje 28 gevorderde materiële schade van € 10.203,90 acht de rechtbank toewijsbaar. Deze schade staat in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit. Naar het oordeel van de rechtbank is de duur van de studievertraging met de brief en het e-mailbericht van Curio goed onderbouwd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat het verloop van een studie nu eenmaal ook vakanties omvat.
Ook de door de meisje 28 gevorderde immateriële schade van € 7.500,00 acht de rechtbank toewijsbaar gelet op de jonge leeftijd van meisje 28, het feit dat zij ook naaktbeelden heeft verstuurd en de grote gevolgen die de feiten voor haar hebben gehad, mede nu verdachte haar beste vriend was.
8.7
Meisje 30
Ten aanzien van meisje 30 is het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno bewezen verklaard, waardoor de vordering in beginsel in categorie 1 valt.
Omdat er sprake is van veel beeldmateriaal, meisje 30 ten tijde van het feit erg jong was, en met name omdat zij een bekende was van verdachte, waardoor het feit extra impact op haar heeft gehad, zal de rechtbank een bedrag in een hogere categorie toewijzen. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.500,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.8
Wettelijke rente
De benadeelde partijen meisje 27, 28 en 30 hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank zal die wettelijke rente toewijzen.
Gelet op een recente uitspraak van de Hoge Raad [2] zal de rechtbank de aanvangsdatum van de wettelijke rente bepalen in het midden van de bewezen verklaarde periode. De rechtbank overweegt daarbij dat de schade bij deze feiten niet op een enkel moment is ontstaan. De rechtbank gaat ervan uit dat vanaf de ingangsdatum van het feit de schade geleidelijk is opgelopen gedurende de periode waarin de bewezen verklaarde gedragingen hebben plaatsgevonden.
Indien een meisje geen slachtoffer is in een specifiek strafbaar feit, maar alleen in feit 3 (kinderporno) houdt de rechtbank voor de ingangsdatum van de wettelijke rente de laatste dag van de periode van dat feit aan.
8.9
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel. De hoogte van deze gijzeling is opgenomen in het dictum en is berekend naar rato van de toegekende bedragen, in combinatie met de meerderjarigenstrafzaak, tot in totaal niet meer dan 360 dagen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 63, 77a, 77g, 77i, 77gg, 240b en 246 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de dagvaarding geldig;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en 2, telkens:feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 3:een afbeelding van een seksuele gedraging en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en/of verwerven en in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen,
terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 18 maanden;
- zet deze jeugddetentie om in
18 maanden gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
Meisje 14
- veroordeelt verdachte tot betaling aan meisje 14 van
€ 500,00aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van meisje 14 voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van meisje 14 (feit 3), € 500,00 te betalen;
- bepaalt dat bij niet betaling
4 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Meisje 27
- veroordeelt verdachte tot betaling aan meisje 27 van
€ 10.000,00aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 15 oktober 2014 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van meisje 30 voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van meisje 27 (feit 1 en 3), € 10.000,00 te betalen;
- bepaalt dat bij niet betaling
31 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Meisje 28
- veroordeelt verdachte tot betaling aan meisje 28 van
€ 17.703,90, waarvan € 10.203,90 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2024 tot aan de dag der voldoening, en € 7.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van meisje 6 voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van meisje 28 (feit 2 en 3), € 17.703,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2024 voor een bedrag van € 10.203,90 en vanaf 1 januari 2015 voor een bedrag van € 7.500,00, tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
44 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Meisje 30
- veroordeelt verdachte tot betaling aan meisje 30 van
€ 1.500,00aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf [datum 2] 2016 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van meisje 30 voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van meisje 30 (feit 3), € 1.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf [datum 2] 2016 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
9 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. P.A.M. Wijffels en mr. J.F.C. Janssen, rechters, tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 mei 2024.