ECLI:NL:RBZWB:2024:3003

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
02-202888-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor sextortion en kinderporno met tbs en gevangenisstraf

Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan sextortion en het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno. De verdachte, geboren in 1998, heeft via sociale media contact gezocht met jonge meisjes en hen gedwongen om seksueel getinte foto's en video's van zichzelf te maken en naar hem te sturen. In totaal zijn er 172 meisjes geïdentificeerd waarvan beeldmateriaal op de computer van de verdachte is aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de loop van het onderzoek de meeste feiten heeft bekend. De zaak is inhoudelijk behandeld op meerdere zittingen in maart 2024, waarbij de officieren van justitie hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden opgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, het aantal slachtoffers en de impact op de slachtoffers meegewogen. De verdachte heeft een autismespectrumstoornis en andere psychische problemen, wat heeft geleid tot een verminderde toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank heeft de vordering van de officieren van justitie om tbs met dwangverpleging op te leggen afgewezen, maar wel tbs met voorwaarden opgelegd, waarbij de verdachte zich moet houden aan strikte voorwaarden, waaronder het vermijden van contact met minderjarigen en het gebruik van digitale apparatuur. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die zijn slachtoffers van de seksuele misdragingen van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-202888-22
vonnis van de meervoudige kamer van 8 mei 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1998 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in het PPC van de penitentiaire inrichting [plaats 1] ,
[adres]
raadslieden mr. R.E. Drenth en mr. L.V. Romme, advocaten te Breda

1.Inleiding

Onderzoek Zuidpool is een grootschalig onderzoek naar verdachte wegens de verdenking van seksuele afpersing, ook wel sextortion genoemd, en het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno. Daarbij zocht verdachte via social media contact met jonge meisjes (in de leeftijd van 11 tot en met 20 jaar) en liet hij hen seksueel getinte foto’s en filmpjes van zichzelf maken en die aan hem opsturen. In dit onderzoek heeft de politie van de in totaal 172 meisjes waarvan beeldmateriaal op zijn computer is aangetroffen uiteindelijk 132 meisjes kunnen identificeren. Van die meisjes zijn genummerde zaaksdossiers opgemaakt. In deze strafzaak zijn 30 van die zaaksdossiers aan de rechtbank voorgelegd. Verdachte heeft in de loop van het onderzoek de ten laste gelegde feiten grotendeels bekend.
Een deel van de feiten dateert uit de tijd dat verdachte nog minderjarig was. Voor die feiten is er een aparte strafzaak, waarin tegelijk uitspraak wordt gedaan.
In de tenlastelegging en in dit vonnis worden de meisjes, in verband met het waarborgen van hun anonimiteit, aangeduid met het nummer dat aan het aan hen gekoppelde zaaksdossier is gegeven.

2.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12, 13, 14, 19 en 20 maart 2024, waarbij de officieren van justitie, mr. M.C. Fimerius en mr. I.M.H. Masselink, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Het onderzoek ter zitting is gesloten op 8 mei 2024.

3.De tenlastelegging

De tenlastelegging is tweemaal gewijzigd, namelijk op 14 en op 20 maart 2024, overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele afpersing van 17 minderjarige en 2 meerderjarige meisjes. Dit is in 25 feiten tenlastegelegd met gebruikmaking van verschillende juridische kwalificaties.
Daarnaast is onder feit 26 ten laste gelegd dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezitten, verwerven en vervaardigen van kinderporno van de genoemde 17 minderjarige meisjes en 11 andere minderjarige meisjes.

4.De voorvragen

4.1
De geldigheid van de dagvaarding
Tenlastelegging artikel 246
De raadsman heeft in eerste instantie aangevoerd dat de dagvaarding gedeeltelijk nietig dient te worden verklaard ten aanzien van de feiten die zijn tenlastegelegd als overtreding van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) nu daarbij sprake is van innerlijke tegenstrijdigheid.
De officieren van justitie hebben vervolgens tijdens de zitting van 20 maart 2024 een wijziging van de tenlastelegging gevorderd, om deze innerlijke tegenstrijdigheid op te heffen. De raadsman had geen bezwaar tegen deze wijziging en de rechtbank heeft de vordering vervolgens toegewezen.
De rechtbank overweegt dat er, door de wijziging van de tenlastelegging op 20 maart 2024, geen sprake meer is van een innerlijke tegenstrijdigheid bij genoemde feiten. Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer.
De dagvaarding ten aanzien van deze feiten is dus geldig.
Feit 25 primair
Onder feit 25 primair is overtreding van artikel 284 Sr ten laste is gelegd, te weten dat verdachte meisje 26 “
wederrechtelijk heeft gedwongen om iets te dulden, door het account "[voor- en achternaam van meisje 26]" aan te maken en daarbij het adres en foto van meisje 26, gekleed in lingerie, te plaatsen en/of meisje 26 via voornoemd account een of meer berichten te sturen met onder meer de tekst “Laatste kans, anders komen we langs (…)! Chat met me. Gebeurd niets”.
In deze tenlastelegging zijn een aantal ‘dwanghandelingen’ vermeld, maar is niet nader omschreven wat zij moest dulden, anders dan “iets”. Naar het oordeel van de rechtbank is deze tenlastelegging daarmee onvoldoende feitelijk, zodat de dagvaarding ten aanzien van feit 25 primair nietig moet worden verklaard.
De dagvaarding is voor het overige geldig.
4.2
De bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank is bevoegd.
4.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging heeft verzocht om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van feit 25 nu sprake is van bedreiging met smaad of smaadschrift en niet kan worden vastgesteld dat meisje 26 binnen de wettelijke termijn van drie maanden een klacht heeft ingediend. Er is geen sprake van een uitzonderlijke omstandigheid die vervolging, ondanks het ontbreken van een klacht, alsnog mogelijk maakt.
De officieren van justitie hebben aangevoerd dat weliswaar een formele klacht ontbreekt, maar dat dit in dit geval niet tot niet-ontvankelijkheid hoeft te leiden, nu heel duidelijk is dat meisje 26 de strafvervolging van verdachte wenst. Zij heeft tijdig (binnen de termijn van drie maanden) aangifte gedaan, zij heeft zich gevoegd als benadeelde partij, heeft een schriftelijke slachtofferverklaring ingediend en had zeer graag gebruik willen maken van spreekrecht. Bovendien volgt de wens van meisje 26 dat tot strafvervolging zou worden overgegaan ook nog uit het feit dat zij driemaal uit zichzelf contact heeft gezocht met de politie over dit feit. Volgens de officieren van justitie zijn dat, in lijn met het arrest van de Hoge Raad van 10 januari 2023 [1] , omstandigheden op grond waarvan het bestaan van een klacht kan worden aangenomen.
De rechtbank overweegt dat aan verdachte onder feit 25 subsidiair een poging tot overtreding van artikel 284 Sr ten laste is gelegd. Op grond van het tweede lid van artikel 284 Sr is dit een klachtdelict indien sprake is van dwang door bedreiging met smaad of smaadschrift. De rechtbank stelt echter vast dat in de tenlastelegging van feit 25 subsidiair een aantal handelingen zijn vermeld die niet als (bedreiging met) smaad(schrift) kunnen worden aangeduid, maar als een feitelijkheid of bedreiging daarmee, zoals het haar benaderen met een account en het zenden van berichten met de tekst “Laatste kans, anders komen we langs (…)!. Nu dus geen sprake is van alleen ‘bedreiging met smaad of smaadschrift’ is voor vervolging van dit feit geen klacht vereist. Dit betekent dat het verweer wordt verworpen.
Nu ook verder niet is gebleken van belemmeringen is de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging.
4.4
De schorsing van de vervolging
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben verzocht verdachte vrij te spreken van feit 7 primair, feit 11 en feit 22 primair.
De overige feiten kunnen naar de mening van de officieren van justitie wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Wel hebben zij verzocht om ten aanzien van de feiten 1, 8, 12, 13 en 20 een kortere periode bewezen te achten.
Bij feit 26 hebben de officieren van justitie zich op het standpunt gesteld dat voor meisje 14, 27, 28 en 30 enkel het bezit van kinderpornografische afbeeldingen bewezen kan worden verklaard. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het vervaardigen en verwerven van die afbeeldingen nu dat plaatsvond toen hij minderjarig was en dit dus buiten de pleegperiode van deze tenlastelegging valt.
Het vervaardigen van kinderporno kan volgens de officieren van justitie ten aanzien van de meeste andere meisjes wel wettig en overtuigend bewezen worden nu verdachte in het merendeel van de zaken de seksueel getinte opnames die hem via social media toegezonden werden met een telefoon of een screenshot heeft vastgelegd en opgeslagen. Gelet op de jurisprudentie betreft dit eveneens het vervaardigen van kinderporno. Naar de mening van de officieren van justitie heeft verdachte kinderporno vervaardigd ook als hij zonder toestemming materiaal van de meisjes maakte, hun kinderporno opsloeg of meisjes aanzette tot het sturen van kinderporno en dit opsloeg. Verdachte maakte op dat moment namelijk van een foto/filmpje (dat normaliter na korte tijd zou verdwijnen) een nieuwe (blijvende) afbeelding.
De officieren van justitie hebben verzocht verdachte vrij te spreken van het vervaardigen van kinderporno van meisje 5 en 19 tot en met 22.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich (al dan niet na een toegewezen vordering tot wijziging van de tenlastelegging) aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6, 8 tot en met 10, 12 tot en met 15, 17, 19, 23 en 24. Ten aanzien van de feiten 8, 12 en 13 is de verdediging wel van mening dat enkel tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van een kortere periode, zoals ook door de officieren van justitie is gevorderd.
Met betrekking tot de feiten 14 en 15, 16 en 17 en 19 en 20 heeft de verdediging zich - evenals het Openbaar Ministerie - op het standpunt gesteld dat er sprake is van eendaadse samenloop.
Daarnaast heeft de verdediging het volgende aangevoerd.
Verweer artikel 246 Sr
Naar de mening van de verdediging kwalificeert het gedachtestreepje ‘via social media contact maken en/of onderhouden’ niet als een dwingende feitelijkheid.
feit 1
Verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit. De verdediging heeft daarbij gewezen op het algemene verweer met betrekking tot artikel 246 Sr. Daarnaast heeft de verdediging aangevoerd dat het derde gedachtestreepje, dat het verwijt omvat dat er een persoonlijke foto van seksuele aard van meisje 1 door verdachte op Telegram zou zijn geplaatst, evenmin kan leiden tot de vaststelling van een dwanghandeling nu het causaal verband tussen het plaatsen van de foto op Telegram en het toesturen van foto’s door meisje 1 ontbreekt. Uit de verklaring van meisje 1 blijkt dat dit ‘exposen’ zou hebben plaatsgevonden na haar informatief gesprek met de politie en dat zij nadien geen foto’s of filmpjes meer heeft gestuurd.
Als de rechtbank wel tot een bewezenverklaring van feit 1 komt, dient de periode te worden beperkt tot de periode van 30 januari 2020 tot en met 1 augustus 2022.
feit 7
Het onder 7 primair ten laste gelegde feit (dwang) kan niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte het persoonlijke filmpje van meisje 5 dat in de tenlastelegging is vermeld, openbaar heeft gemaakt. Daarnaast valt de dwanghandeling in de tenlastelegging (het plaatsen van het smaadschrift) samen met het dwanggevolg.
Ten aanzien van het onder 7 subsidiair tenlastegelegde (poging tot dwang) heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
feit 11
Verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 11 nu het bewijs in het dossier ontbreekt dat dit feit zou hebben plaatsgevonden in de periode die ten laste is gelegd. Daarnaast heeft de verdediging gewezen op het algemene verweer ten aanzien van artikel 246 Sr.
feit 16
De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken van dit feit nu het bewijs dat verdachte aan meisje 13 een aanbod heeft gedaan, in de vorm van de belofte van een geldbedrag voor het sturen van seksueel beeldmateriaal, ontbreekt.
feit 18
Ook voor dit feit dient vrijspraak te volgen nu de wijze van verkrijging van het materiaal niet kan worden vastgesteld, geen bewijs voorhanden is dat verdachte geld heeft aangeboden aan meisje 15 en er geen sprake is van een ontuchtige handeling nu het gaat om één lingeriefoto waarvan niet kan worden vastgesteld dat deze door meisje 15 tegen haar wil is gestuurd.
feit 20
Gelet op het feit dat meisje 16 op [geboortedag 2] 2020 16 jaar is geworden, heeft de verdediging verzocht de periode te beperken tot [datum 1] 2020. Ook heeft zij ter sprake gebracht dat het om een groot aantal afbeeldingen lijkt te gaan bij dit meisje, doch dat het losse frames van video’s betreft die telkens afzonderlijk als foto zijn opgeslagen. Er is dus sprake van dubbeltelling.
feit 21
Ten aanzien van feit 21 primair heeft de verdediging verwezen naar het algemene verweer ten aanzien van artikel 246 Sr. Indien de rechtbank dit verweer niet volgt, heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat niet is vast te stellen dat na de dreiging door verdachte om de foto’s openbaar te maken nog foto’s zijn gestuurd door meisje 17.
Ten aanzien van feit 21 subsidiair heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
feit 22
Ook ten aanzien van feit 22 primair heeft de verdediging verwezen naar het algemene verweer ten aanzien van artikel 246 Sr. Nu niet kan worden vastgesteld dat meisje 18 na de dreigementen nog seksueel beeldmateriaal naar verdachte heeft gestuurd, moet verdachte worden vrijgesproken van feit 22 primair.
Ten aanzien van het onder 22 subsidiair ten laste gelegde feit heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
feit 26
Ten aanzien van het bezit van kinderporno heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het verwerven van kinderpornografische afbeeldingen van meisje 14, 27, 28 en 30, nu dit verwerven plaatsvond toen verdachte minderjarig was.
Verdachte dient, met uitzondering van meisje 6, te worden vrijgesproken van het vervaardigen van kinderporno. De verdediging heeft daartoe gewezen op een uitspraak van de Hoge Raad [2] waarin is bepaald dat het maken van opnames van een computerscherm waarop reeds bestaande kinderporno wordt getoond geen vervaardigen van kinderporno oplevert.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
5.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
5.3.2
Algemene bewijsoverwegingen
Feiten en omstandigheden
Op 4 april 2022 heeft meisje 1 aangifte gedaan van sextortion. In haar aangifte verklaarde zij dat ze op social media door de gebruiker van de accounts ' [gebruikersnaam 1] ' en ' [gebruikersnaam 2] ' werd gedwongen om naaktfoto’s en -video’s van zichzelf te sturen. Na onderzoek naar de door aangeefster genoemde gebruikersnamen op social media werd uitgekomen bij verdachte. De gebruikersnamen bleken ook voor te komen in eerdere aangiftes van sextortion en onderzoeken daarnaar.
Op 9 augustus 2022 is de woning van verdachte doorzocht. Daarbij zijn verschillende gegevensdragers, waaronder meerdere telefoons en een computer, in beslag genomen. Deze gegevensdragers zijn onderzocht. Op de grootste harde schijf van de computer werd een uitgebreide mappenstructuur aangetroffen. In een map genaamd 4K Stogram stonden 1560 mappen met Instagramprofielen met hoofdzakelijk meisjesnamen. In 151 van deze mappen stond een submap genaamd "Snap". In die submappen werden foto's en/of video’s aangetroffen van schaars geklede en/of naakte meisjes met daarbij delen van chatgesprekken in Snapchat met meisjes.
In de map Instagram werden 90 mappen met Instagramaccounts aangetroffen met daarin naaktfoto’s en/of -video's van meisjes.
Op de harde schijf stond ook een map genaamd Telegram Desktop met daarin 7946 bestanden en mappen. Telegram is een populair sociaal medium om seksuele afbeeldingen, meestal van meisjes en (jonge) vrouwen, voorzien van voor- en/of achternaam of hun accountnaam te verspreiden. Dit wordt ‘exposen’ genoemd. Op basis van de naamgeving van de meeste submappen in de Telegrammap op de harde schijf van verdachte, lijkt het erop dat dit gaat om seksueel beeldmateriaal van ‘exposed’ personen.
In de map Snapchat werden 205 mappen met meisjesnamen aangetroffen met ook daarin veelal seksueel getint beeldmateriaal.
Verdachte heeft bekend dat hij de persoon was die achter de gebruikersnamen ' [gebruikersnaam 1] ' en ' [gebruikersnaam 2] ' zat. Ook heeft hij bekend dat hij meerdere meisjes heeft gedwongen of onder druk heeft gezet om seksueel getinte foto’s en filmpjes naar hem te sturen en dat hij die foto’s en filmpjes vervolgens zonder medeweten van die meisjes opsloeg.
De rechtbank merkt hierbij op dat het meeste beeldmateriaal via Snapchat werd verstuurd, waar afbeeldingen die onderling naar elkaar worden verstuurd in beginsel slechts eenmaal en voor korte duur te zien zijn.
Uit de chatgesprekken met de meisjes en de verklaring van verdachte, zowel bij de politie als ter zitting, volgt dat verdachte veelal de volgende werkwijze hanteerde.
Hij benaderde een meisje via Instagram en/of Snapchat onder de naam [bijnaam] . Vaak vroeg hij daarbij naar haar leeftijd. Vervolgens deed hij het meisje een aanbod om snel geld te verdienen in ruil voor het ‘snappen’ met hem tijdens zogenaamde ‘sessies’. Als aan hem werd gevraagd waarom hij dat voorstel deed, vertelde hij dat hij een erfenis had gekregen en dat hij dat geld op deze manier graag met anderen wilde delen. Als bewijs stuurde hij soms een vervalst bankafschrift mee waarop een groot geldbedrag stond. Verdachte heeft uiteindelijk overigens nooit enig geldbedrag betaald aan een van de meisjes.
Na onderhandelingen over haar grens, stuurde het meisje vervolgens foto’s of filmpjes waarop zij schaars gekleed dan wel naakt te zien was. ‘ [bijnaam] ’ vroeg daarna steeds om meer en verdergaande foto’s en filmpjes. Zo ging het van een vraag om een foto in lingerie naar (deels) naakte foto’s tot filmpjes waarbij het meisje seksuele handelingen met zichzelf verrichtte (zoals het vingeren of zichzelf bevredigen met voorwerpen in de vagina) of soms zelfs filmpjes waarbij het meisje seks had met een derde.
Verdachte gaf daarbij, onder de naam [bijnaam] , steeds duidelijke en heel dwingende instructies over wat en hoe er gefotografeerd of gefilmd moest worden. Hij gaf instructies over de poses die moesten worden aangenomen, welke lingerie daarbij al dan niet moest worden gedragen, de seksuele handelingen die verricht moesten worden, de eventuele seksuele standjes die moesten worden uitgevoerd, of het gezicht in beeld moest zijn en hoe er dan gekeken moest worden en of er gekreund moest worden. Illustratief daarvoor is het volgende fragment: ‘
Alle filmpjes (of 1 film) zou niet minder mogen zijn dan 15 min. Langer word op prijs gesteld. Zou geen probleem moeten zijn. Op elk filmpje moet ik je gezicht heel veel en goed kunnen zien. Ik wil ook dat je gemeend kreunt en geile dingen zegt tijdens het neuken. Je moet echt keihard genomen worden in alle standjes! Maak er wat van!
Dit bericht eindigt met een succes-hartje-teken.
Als het meisje aangaf te willen stoppen, werd ‘ [bijnaam] ’ boos. Hij accepteerde geen nee, zelfs niet als het meisje aangaf depressief te worden of zelfmoordgedachtes te hebben. Als een meisje moest huilen, leek hem dat niets te doen. Ze moest zich aan haar afspraken houden en daarmee was de kous af. Een van de meisjes lag op een gegeven moment in het ziekenhuis. Verdachte lijkt zich dan niet om haar welzijn te bekommeren, maar enkel bezig te zijn met wanneer hij weer nieuw materiaal kan verwachten.
In eerste instantie gaf ‘ [bijnaam] ’ dan aan dat ze afspraken hadden gemaakt over sessies en dat die sessies moesten worden afgemaakt tot hij het goed genoeg vond, want afspraak is afspraak. Als dat niet hielp, begon hij te dreigen. Vaak zei hij dan dat hij beeldmateriaal terug kon halen en dit online zou gaan verspreiden als het meisje niet zou doorgaan met het sturen van meer en verdergaande foto’s en filmpjes. In enkele gevallen heeft verdachte ook daadwerkelijk beeldmateriaal van een meisje online gezet en heeft hij dit meisje dus ‘geëxposed’.
Verweer artikel 246 Sr
De rechtbank overweegt dat het gedachtestreepje ‘via social media contact maken en/of onderhouden’ op zichzelf staand niet als bedreigend kan worden aangemerkt, maar dat die handeling moet worden gezien als een feitelijkheid die onderdeel is van de werkwijze van verdachte. De handeling van het via social media contact maken betreft het begin van alle feitelijkheden die in onderlinge samenhang bezien de meisjes ertoe hebben gedwongen om beeldmateriaal van zichzelf naar verdachte te sturen en kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook worden meegenomen bij de beoordeling van de vraag of er sprake was van dwang.
5.3.3
Feiten 1 tot en met 25
Vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 7 primair, feit 11 en feit 22 primair omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring van die feiten te komen.
Feiten met volledig bekennende verklaring
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier kunnen de feiten 2 tot en met 6, 7 subsidiair, 8 tot en met 10, 12 tot en met 15, 17, 19, 20, 22 subsidiair, 23, 24 en 25 subsidiair wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Zoals de officieren van justitie en de verdediging hebben bepleit zal de rechtbank daarbij ten aanzien van de feiten 8, 12, 13 en 20 een kortere periode bewezen achten dan ten laste is gelegd.
Feit 1 (meisje 1)
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte ter zitting en de aangifte acht de rechtbank feit 1 wettig en overtuigend bewezen. Wel zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het derde gedachtestreepje nu, zoals door de verdediging is aangevoerd, het causaal verband tussen het plaatsen van de foto op Telegram en het toesturen van foto’s door meisje 1 ontbreekt. Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2022 en de verklaring van verdachte ter zitting heeft verdachte wel foto’s van meisje 1 op Telegram geplaatst, maar kan niet worden vastgesteld dat meisje 1 na het ‘exposen’ van haar foto’s nog seksueel getinte foto’s naar verdachte heeft gestuurd.
Daarnaast is de rechtbank, evenals de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat de pleegperiode dient te worden beperkt tot 30 januari 2020 tot en met 1 augustus 2022.
Feit 16 (meisje 13)
Zoals de rechtbank heeft overwogen onder ‘
Feiten en omstandigheden’, hanteerde verdachte veelal dezelfde werkwijze. Hij legde contact met een meisje en deed haar vervolgens een aanbod om voor geld seksueel getinte foto’s naar hem te sturen.
In een chatgesprek met meisje 13 heeft verdachte naar haar gestuurd “nou sws per sessie 90”. Volgens de verdediging zou ‘90’ ook kunnen slaan op de duur van de sessie en is in ieder geval niet duidelijk dat dit om een geldbedrag gaat dat het meisje zou krijgen in ruil voor een sessie.
De rechtbank overweegt daarover het volgende. In het nagekomen proces-verbaal van bevindingen ‘digitaal onderzoek interactie chat’ met betrekking tot meisje 13 is in de schermopname van dat gesprek te zien dat na dat bericht van verdachte door meisje 13 twee bestanden zijn verstuurd. Een van deze bestanden is door verdachte geopend. In het proces-verbaal wordt beschreven dat daarop een vagina is te zien waarin een witte fles met een blauwe dop zit die heen en weer wordt bewogen.
De rechtbank stelt vast dat daarnaast in het proces-verbaal van bevindingen ‘digitaal onderzoek en beschrijving kinderporno’ over meisje 13 is aangekruist dat in de screenshots van de chatgesprekken onder andere werd gezien dat ontvanger een aanbod doet voor sessies, wat inhoudt het sturen van foto's in ruil voor geld. In zijn verhoor bij de politie heeft verdachte bevestigd dat meisje 13 na een aanbod van hem seksueel getint beeldmateriaal naar hem heeft gestuurd.
Gelet op het bovenstaande, in onderlinge samenhang bezien, staat voor de rechtbank vast dat in genoemd chatbericht van verdachte met 90 een geldbedrag wordt bedoeld in plaats van een tijdsduur, zoals door de verdediging is betoogd.
De rechtbank acht feit 16 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 18 (meisje 15)
Op grond van het dossier kan de rechtbank vaststellen dat verdachte op Snapchat als ‘ [gebruikersnaam 2] ’ contact heeft gehad met meisje 15 en dat daarbij ook een geldaanbod is gedaan door verdachte. De rechtbank beschikt echter over te weinig informatie over het verloop van het Snapcontact tussen verdachte en meisje 15 om te kunnen vaststellen dat meisje 15 door dat aanbod van verdachte daadwerkelijk is bewogen tot het sturen van een foto in lingerie.
Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De rechtbank spreekt verdachte vrij van dit feit.
Feit 21 (meisje 17)
In tegenstelling tot wat de verdediging heeft aangevoerd, kan naar het oordeel van de rechtbank wel worden vastgesteld dat meisje 17 na de bedreigende berichten van verdachte nog seksueel getinte foto’s naar hem heeft gestuurd. De rechtbank wijst hierbij op het aanvullend proces-verbaal ‘digitaal onderzoek interactie chat’ van 20 december 2023 waarin op een screenshot (afbeelding 5) bedreigende teksten zijn te zien zoals ‘anders komen deze erbij …. Die je naar mij gestuurd hebt net … en ook naar je vriendinnen … ik ga nu niet meer wachten’. Waarop meisje 17 reageert met ‘Ik doe t nu’. Te lezen is dat verdachte heeft gestuurd dat meisje 17 een foto in de spiegel moet sturen in ondergoed. Te zien is dat verdachte hierop heeft gereageerd met “oke en achterkant? Ff paar pics”.
Verbalisant heeft vervolgens gezocht naar bestanden rond hetzelfde tijdstip als de chat en trof een bestand waarin te zien is dat het Snapchatprofiel van meisje 17 wordt geopend en dat er vervolgens een foto wordt geopend, zijnde een foto van de voorzijde van het bovenlichaam van een vrouw gekleed in een zwarte BH en hoog opgetrokken wit kanten ondergoed. Te zien is dat de vrouw met haar linkerhand haar kanten ondergoed omhoog trekt.
In de chat is onderaan nog deels te lezen dat verdachte heeft gestuurd “ja maar dan helemaal erop en recht van achter zoals ik”. In de schermopname die volgt op de vorige is te zien dat het Snapchatprofiel van meisje 17 wordt geopend en dat er vervolgens een foto wordt geopend, zijnde een foto van de achterzijde van het lichaam van een vrouw met blond haar gekleed in een zwarte BH en hoog opgetrokken wit kanten ondergoed. Te zien is dat de vrouw rechtop staat en de rechterzijde van haar lichaam wat naar achter heeft gedraaid.
Gelet op de aangifte, deze chatgesprekken en de verklaring van verdachte, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank feit 21 primair wettig en overtuigend bewezen.
5.3.4
Feit 26 (kinderporno)
Bezit
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier kan het bezit van de ten laste gelegde kinderpornografische foto’s en filmpjes wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Verwerven
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het verwerven van kinderpornografisch beeldmateriaal van de meisjes 14, 27, 28 en 30 nu dit plaatsvond toen verdachte minderjarig was. Verdachte is daar apart voor gedagvaard.
Het verwerven van de overige ten laste gelegde kinderpornografische foto’s en filmpjes kan, gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier, wel wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Vervaardigen
Voor een bewezenverklaring van het vervaardigen van kinderporno is het niet noodzakelijk dat verdachte zelf feitelijk de opnames heeft gemaakt. Voor de beantwoording van de vraag of verdachte de kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd, neemt de rechtbank de volgende omstandigheden in aanmerking.
Verdachte en de meisjes stonden ten tijde van het vervaardigen van het beeldmateriaal in direct contact met elkaar via een chatprogramma. Door verdachte werden daarbij instructies gegeven over de poses waarin zij moesten staan/zitten/liggen, wat zij aan of uit moesten trekken, dan wel de handelingen die de meisjes moesten verrichten bij zichzelf of met een derde. Deze instructies werden door de meisjes opgevolgd. Het bleef daarbij niet bij een enkele instructie. Gedurende de sessies bleef verdachte de meisjes verdere instructies geven, net zolang totdat het voor hem goed was. Verdachte had aldus de volledige regie over het vervaardigen van het beeldmateriaal en was als het ware de regisseur. Onder deze omstandigheden kan verdachte naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als degene die het beeldmateriaal heeft vervaardigd. De rechtbank merkt daarbij op dat de interactie hier verder gaat dan het enkel ontvangen van een foto of filmpje, zoals door de verdediging is betoogd. Gelet op de sturende, zelfs regisserende rol van verdachte bij het vervaardigen van het beeldmateriaal, kan ook bij het ontbreken van dwang sprake zijn van het vervaardigen van kinderporno.
Gezien het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het vervaardigen van kinderporno door verdachte kan worden vastgesteld ten aanzien van de meisjes 1 tot en met 4, 6 tot en met 13, 16 tot en met 18 en 23.
Ten aanzien van meisje 13 overweegt de rechtbank daarbij als volgt.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat meisje 13 uit zichzelf, dus zonder instructies van hem, het beeldmateriaal naar hem stuurde. Ter zitting verklaarde verdachte dat hij wel instructies had gegeven, maar dat niet alles wat hij van meisje 13 ontving naar aanleiding van die instructies is geweest. Hij hoefde niet veel te doen om toch beeldmateriaal van haar te krijgen.
De rechtbank stelt vast dat in het nagekomen proces-verbaal van bevindingen ‘digitaal onderzoek interactie chat’ van 19 december 2023 een schermopname van een gesprek tussen verdachte en meisje 13 is opgenomen en omschreven. Deze schermopname was opgeslagen op de computer van verdachte en heeft als laatst gewijzigde datum 22 juni 2020, overeenkomstig de datum in de bestandsnaam. In het proces-verbaal wordt omschreven dat op de schermopname is te zien dat door meisje 13 twee foto's zijn verstuurd. De eerste daarvan betreft een foto van de achterzijde van een vrouwenlichaam in lingerie. Vervolgens is te zien dat verdachte stuurt 'damn en gebukt?’, waarop door meisje 13 een foto wordt gestuurd van de achterzijde van een vrouw die voorover staat gebukt in een string en haar billen toont. In de schermopname is te zien dat deze foto wordt geopend.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat in het proces-verbaal van bevindingen ‘digitaal onderzoek en beschrijving kinderporno’ met betrekking tot meisje 13 op pagina 1437 van het dossier is aangekruist dat door verbalisant op de computer van verdachte in de schermafbeeldingen van meisje 13 onder meer het volgende is waargenomen: ‘Ontvanger instrueert slachtoffer herhaaldelijk hoe ze moet poseren in de video's en wat ze aan moet hebben qua kleding of lingerie.’
Gelet op het bovenstaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte ook aan meisje 13 zodanige instructies heeft gegeven, welke door haar zijn opgevolgd, dat het vervaardigen van kinderporno van meisje 13 door verdachte wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Ten aanzien van meisje 17 verwijst de rechtbank naar wat zij onder ‘
feit 21’ heeft overwogen. Gelet daarop staat voor de rechtbank ook vast dat verdachte aan meisje 17 zodanige instructies heeft gegeven, die door haar zijn opgevolgd, dat het vervaardigen van kinderporno van meisje 17 door verdachte wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte in deze strafzaak moet worden vrijgesproken van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen van de meisjes 14, 27, 28 en 30, nu dit plaatsvond toen verdachte minderjarig was. Hij is daarvoor apart gedagvaard.
De rechtbank zal verdachte daarnaast vrijspreken van het vervaardigen van kinderporno van de meisjes 5, 15, 19 tot en met 22, 24 en 29 nu er onvoldoende bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij het vervaardigen van de foto’s en/of filmpjes.
Ten aanzien van meisje 15 verwijst de rechtbank daarbij nog naar wat zij heeft overwogen onder ‘
feit 18’. De rechtbank kan op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting daarnaast niet vaststellen dat verdachte bij meisje 24 achter het account zat van degene die zich voordeed als een meisje met een eetstoornis. Ook bij meisje 29 is er onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig dat verdachte achter het account ‘ [gebruikersnaam 3] ’ zat.
Gewoonte
Dat verdachte van het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt, leidt de rechtbank af uit het grote aantal foto’s en filmpjes en de lange periode waarin de strafbare gedragingen hebben plaatsgevonden. Verdachte heeft het beeldmateriaal ook geordend door het op te slaan in mappen met de naam van het meisje. Verder had verdachte vaak dagelijks en intensief contact met de meisjes. Bovendien waren er ook periodes waarin hij met meer dan één meisje tegelijk contact had en dus op één dag van meer dan één meisje kinderporno verwierf en/of vervaardigde.
5.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1
op tijdstippen in de periode van 30 januari 2020 tot en met 1 augustus 2022 te [plaats 2] , (telkens) door feitelijkheden en door bedreiging met feitelijkheden een persoon, te weten [meisje 1] ., geboren op [geboortedag 3] 2004, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/dildo/deobus van meisje 1 te zien is/zijn en
  • het maken van filmpjes waarop meisje 1 seksuele handelingen met een derde verricht en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen
waarbij de feitelijkheden en de bedreiging met feitelijkheden hebben bestaan uit het (telkens)
- via social media contact maken en onderhouden met meisje 1 en
- dreigen seksueel getinte foto('s) en/of filmpje(s) van meisje 1 te verspreiden en online te plaatsen en/of naar familie en/of vrienden van meisje 1 te sturen en aldus openbaar te maken, wanneer zij hem geen foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard zou toesturen;
feit 2
op tijdstippen in de periode van 7 oktober 2020 tot en met 23 juni 2021 te [plaats 2] , door een feitelijkheid en/of bedreiging met een feitelijkheid, het plegen van ontucht door een minderjarige, namelijk [meisje 1] ., geboren op [geboortedag 3] 2004, van wie hij wist dat zij de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, met een derde opzettelijk heeft teweeggebracht en/of bevorderd,
immers heeft hij, verdachte, meisje 1 via social media geboden dat zij seks moest hebben met een derde en dit moest filmen, omdat hij, verdachte, anders persoonlijke foto's en/of filmpjes van seksuele aard van meisje 1 zou verspreiden en/of online zou plaatsen en aldus openbaar zou maken, mede waardoor meisje 1 seksueel contact heeft gehad met die derde en daar films van heeft gemaakt, welke zij vervolgens aan verdachte heeft gezonden;
feit 3
op tijdstippen in de periode van 17 juni 2019 tot en met 10 juli 2019 te [plaats 2] , [meisje 2] ., geboren op [geboortedag 4] 2004, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 2, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) van meisje 2 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 4
op tijdstippen in de periode van 17 juni 2019 tot en met 10 juli 2019 te [plaats 2] , [meisje 2] ., geboren op [geboortedag 4] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, tot het plegen van ontuchtige handelingen buiten echt met een derde heeft verleid,
(telkens) bestaande hierin dat hij via social media contact heeft gezocht en onderhouden met meisje 2 en meisje 2 heeft aangespoord en opdrachten en instructies heeft gegeven om ontuchtige handelingen te verrichten, bestaande uit
  • het maken van filmpjes waarop meisje 2 seksuele handelingen met een derde verricht en
  • het toesturen van deze filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 5
op tijdstippen in de periode van 7 augustus 2020 tot en met 11 augustus 2020 te [plaats 2] , [meisje 3] , geboren op [geboortedag 5] 2005, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 3, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het deels ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina van meisje 3 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 6
op tijdstippen in de periode van 1 mei 2019 tot en met 30 juni 2019 te [plaats 2] , (telkens) door feitelijkheden en door bedreiging met feitelijkheden een persoon, te weten [meisje 4] , geboren op [geboortedag 6] 2004, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/handvat van een spiegel van meisje 4 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en/ filmpje(s) via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen
waarbij de feitelijkheden en bedreiging met feitelijkheden hebben bestaan uit het (telkens)
  • via social media contact maken en onderhouden met meisje 4 en
  • dreigen dat hij de (persoonlijke) gegevens van meisje 4 zou kunnen achterhalen en
  • dreigen seksueel getinte foto('s) en/of filmpje(s) van meisje 4 te verspreiden en online te plaatsen en aldus openbaar te maken, wanneer zij hem geen foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard zou toesturen;
feit 7 subsidiair
op tijdstippen in de periode van 18 november 2019 tot en met 27 november 2019 te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [meisje 5] , geboren op [geboortedag 7] 2000, door bedreiging met smaadschrift wederrechtelijk te dwingen iets te doen, meisje 5 via social media heeft gedreigd dat hij persoonlijke foto's en filmpjes van seksuele aard van meisje 5 zou verspreiden en online zou plaatsen en aan haar vrienden zou sturen en aldus openbaar zou maken, als zij niet méér foto's en/of filmpjes van seksuele aard van zichzelf zou sturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 8
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 te [plaats 2] , (telkens) door feitelijkheden en door bedreiging met feitelijkheden een persoon, te weten [meisje 7] , geboren op [geboortedag 8] 2005, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) van meisje 7 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen
waarbij de feitelijkheden en de bedreiging met feitelijkheden hebben bestaan uit het (telkens)
  • via social media contact maken en onderhouden met meisje 7 en
  • dreigen seksueel getinte foto's en filmpjes van meisje 7 te verspreiden en online te plaatsen en aldus openbaar te maken, wanneer zij hem geen foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard van zichzelf zou toesturen en
  • plaatsen van een foto van seksuele aard van meisje 7 op het door verdachte aangemaakte Instagram-account "Nudesvan[voornaam meisje 7]" en vervolgens online volgen van familie en vrienden van meisje 7 met voornoemd Instagram-account;
feit 9
op tijdstippen in de periode van 24 september 2020 tot en met 7 december 2020 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 8] ., geboren op [geboortedag 9] 2003, van wie verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 8, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) van meisje 8 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 10
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 3 juli 2021 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 9] , geboren op [geboortedag 10] 2003, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 9, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) van meisje 9 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 12
op tijdstippen in november 2020 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 10] , geboren op [geboortedag 11] 2003, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 10, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) en/of deobus/haarborstel van meisje 10 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 13
op tijdstippen op 25 mei 2021 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 11] , geboren op [geboortedag 12] 2005, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 11, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpje) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) van meisje 11 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 14
op tijdstippen in de periode van 1 maart 2021 tot en met 31 juli 2022 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 12] , geboren op [geboortedag 13] 2007, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 12, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/haarborstel/dildo/ komkommer/lipgloss van meisje 12 te zien is en
  • het maken van filmpjes waarop meisje 12 seksuele handelingen met een derde verricht en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 15
op tijdstippen in de periode van 1 maart 2021 tot en met 31 juli 2022 te [plaats 2] , met [meisje 12] , geboren op [geboortedag 13] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd en haar tot het plegen van ontuchtige handelingen buiten echt met een derde heeft verleid,
(telkens) bestaande hierin dat hij, verdachte, via social media contact heeft gezocht en onderhouden met meisje 12 en meisje 12 heeft aangespoord en/of opdrachten en/of instructies heeft gegeven om ontuchtige handelingen te verrichten, bestaande uit
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/haarborstel/dildo/ komkommer/lipgloss van meisje 12 te zien is en
  • het maken van filmpjes waarop meisje 12 seksuele handelingen met een derde verricht en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 16
op tijdstippen in de periode van 18 juni 2020 tot en met 12 juli 2020 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 13] , geboren op [geboortedag 14] 2005, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 13, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpje(s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/deobus van meisje 13 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpje(s) via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 17
op tijdstippen in de periode van 18 juni 2020 tot en met 12 juli 2020 te [plaats 2] , met [meisje 13] , geboren op [geboortedag 14] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, (telkens) bestaande hierin dat hij via social media contact heeft gezocht en onderhouden met meisje 13 en meisje 13 heeft aangespoord en/of opdrachten en/of instructies heeft gegeven om ontuchtige handelingen te verrichten, bestaande uit
  • het maken van foto's en filmpje(s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/deobus van meisje 13 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpje(s) via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 19
op tijdstippen in de periode van 19 februari 2020 tot en met 30 juni 2021 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 16] , geboren op [geboortedag 15] 2004, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 16, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/dildo/deobus/ haarborstel/tandenborstel van meisje 16 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 20
op tijdstippen in de periode van 19 februari 2020 tot en met 30 juni 2020 te [plaats 2] , met [meisje 16] , geboren op [geboortedag 15] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, (telkens) bestaande hierin dat hij via social media contact heeft gezocht en onderhouden met meisje 16 en meisje 16 heeft aangespoord en/of opdrachten en/of instructies heeft gegeven om ontuchtige handelingen te verrichten, bestaande uit
  • het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de borsten en/of billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s)/dildo/deobus/ haarborstel/tandenborstel van meisje 16 te zien is/zijn en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 21 primair
op tijdstippen in de periode van 1 september 2020 tot en met 13 september 2020 te [plaats 2] , (telkens) door feitelijkheden en door bedreiging met feitelijkheden een persoon, te weten [meisje 17] , geboren op [geboortedag 16] 2007, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk
  • het maken van foto's waarop het (deels) ontblote lichaam van meisje 17 te zien is en
  • het toesturen van deze foto's via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen
waarbij de feitelijkheden en de bedreiging met feitelijkheden hebben bestaan uit het (telkens)
  • via social media contact maken en onderhouden met meisje 17 en
  • dreigen seksueel getinte foto('s) van meisje 17 te verspreiden en online te plaatsen en naar familie en/of vrienden van meisje 17 te sturen en aldus openbaar te maken, wanneer zij hem geen foto('s) en/of filmpje(s) van seksuele aard zou toesturen;
feit 22 subsidiair
op tijdstippen in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 1 oktober 2019 te [plaats 2] , met [meisje 18] , geboren op [geboortedag 17] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, (telkens) bestaande hierin dat hij via social media contact heeft gezocht en onderhouden met meisje 18 en meisje 18 heeft aangespoord en/of opdrachten en/of instructies heeft gegeven om ontuchtige handelingen te verrichten, bestaande uit
  • het maken van foto's en/of filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam van meisje 18 te zien is en
  • het toesturen van deze foto's en filmpjes via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 23
op tijdstippen op 29 januari 2020 te [plaats 2] , een persoon, te weten [meisje 23] , geboren op [geboortedag 18] 2003, van wie verdachte wist dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door beloften van geld, te weten het beloven te betalen van enig geldbedrag aan meisje 23, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, namelijk
  • het maken van foto's waarop het (deels) ontblote lichaam van meisje 23 te zien is en
  • het toesturen van deze foto's via social media aan hem, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
feit 24
op tijdstippen in de periode van 24 mei 2022 tot en met 29 mei 2022 te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [meisje 25] , geboren op [geboortedag 19] 2001, door bedreiging met smaadschrift wederrechtelijk te dwingen iets te doen, meisje 25 via social media heeft gedreigd dat hij, persoonlijke foto's en/of filmpjes van seksuele aard van meisje 25 zou verspreiden en online zou plaatsen en aldus openbaar zou maken, als zij niet méér foto's en/of filmpjes van seksuele aard van zichzelf zou sturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 25 subsidiair
op tijdstippen in de periode van 11 december 2017 tot en met 1 januari 2022 te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [meisje 26] , geboren op [geboortedag 20] 1999, door enige feitelijkheid en door bedreiging met enige feitelijkheid en door bedreiging met smaadschrift wederrechtelijk te dwingen iets te doen,
  • meisje 26 via social media heeft gedreigd dat hij persoonlijke foto's en/of filmpjes van seksuele aard van meisje 26 zou verspreiden en op het internet zou plaatsen en aldus openbaar zou maken, als zij niet meer foto's en/of filmpjes van seksuele aard van zichzelf zou sturen en
  • meisje 26 via social media heeft benaderd met het account "[voor- en achternaam van meisje 26] [letter] " en daarbij het adres en foto van meisje 26, gekleed in lingerie, heeft geplaatst en
  • meisje 26 via voornoemd account berichten heeft gestuurd met onder meer de tekst "Laatste kans, anders komen we langs (...)! Chat met me. Gebeurd niets" en
  • vrienden van meisje 26 heeft benaderd
om meisje 26 ertoe te bewegen dat zij foto's en/of filmpjes van seksuele aard van zichzelf naar hem zou versturen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 26
op tijdstippen in de periode van [datum 2] 2016 tot en met 9 augustus 2022, te [plaats 2] , meermalen, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films, en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten
[meisje 1] , geboren op [geboortedag 3] 2004
[meisje 2] ., geboren op [geboortedag 4] 2004
[meisje 3] , geboren op [geboortedag 5] 2005
[meisje 4] , geboren op [geboortedag 6] 2004
[meisje 5] , geboren op [geboortedag 7] 2000
[meisje 6] , geboren op [geboortedag 21] 2002
[meisje 7] , geboren op [geboortedag 8] 2005
[meisje 8] ., geboren op [geboortedag 9] 2003
[meisje 9] , geboren op [geboortedag 10] 2003
[meisje 10] , geboren op [geboortedag 11] 2003
[meisje 11] , geboren op [geboortedag 12] 2005
[meisje 12] , geboren op [geboortedag 13] 2007
[meisje 13] , geboren op [geboortedag 14] 2005
[meisje 14] , geboren op [geboortedag 22] 1997
[meisje 15] , geboren op [geboortedag 23] 2001
[meisje 16] , geboren op [geboortedag 2] 2004
[meisje 17] , geboren op [geboortedag 16] 2007
[meisje 18] , geboren op [geboortedag 17] 2004
[meisje 19] , geboren op [geboortedag 24] 2005
[meisje 20] , geboren op [geboortedag 25] 2004
[meisje 21] , geboren op [geboortedag 26] 2001
[meisje 22] , geboren op [geboortedag 27] 2004
[meisje 23] , geboren op [geboortedag 18] 2003
[meisje 24] , geboren op [geboortedag 28] 2002
[meisje 27] , geboren op [geboortedag 29] 2003
[meisje 28] , geboren op [geboortedag 30] 1998
[meisje 29] , geboren op [geboortedag 31] 1999
[meisje 30] , geboren op [geboortedag 32] 2000
was betrokken,
heeft vervaardigd en/of verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis/vinger/hand/voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met een vinger/hand/ voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam
[meisje 1 - zaaksdossier 1 / afbeelding 02, 05, 07, 08, 09 ]
[meisje 2 - zaaksdossier 2 / afbeelding 05, 09, 10]
[meisje 4 - zaaksdossier 4 / afbeelding 03, 04, 07]
[meisje 6 - zaaksdossier 6 / afbeelding 07]
[meisje 7 - zaaksdossier 7 / afbeelding 03, 08]
[meisje 8 - zaaksdossier 8 / afbeelding 01]
[meisje 10 - zaaksdossier 10 / afbeelding 01 t/m 03]
[meisje 11 - zaaksdossier 11 / afbeelding 01]
[meisje 12 - zaaksdossier 12 / afbeelding 01 t/m 04]
[meisje 13 - zaaksdossier 13 / [bestandsnaam 1] .mp4]
[meisje 16 - zaaksdossier 16 / afbeelding 01 t/m 04]
[meisje 22 - zaaksdossier 22 / afbeelding 01, 02]
[meisje 30 - zaaksdossier 30 / afbeelding 01, 02]
en/of
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met een vinger/hand/voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
[meisje 1 - zaaksdossier 1 / afbeelding 01, 02, 03, 06, 10]
[meisje 2 - zaaksdossier 2 / afbeelding 03, 07]
[meisje 4 - zaaksdossier 4 / afbeelding 09]
[meisje 5 - zaaksdossier 5 / afbeelding 01 t/m 04]
[meisje 6 - zaaksdossier 6 / afbeelding 01, 02, 06]
[meisje 7 - zaaksdossier 7 / afbeelding 02, 04, 10]
[meisje 8 - zaaksdossier 8 / afbeelding 02, 03]
[meisje 9 - zaaksdossier 9 / afbeelding 01, 02]
[meisje 10 - zaaksdossier 10 / afbeelding 04, 05]
[meisje 12 - zaaksdossier 12 / afbeelding 05, 07]
[meisje 13- zaaksdossier 13 / [bestandsnaam 2] .jpg, [bestandsnaam 3] .mp4]
[meisje 14- zaaksdossier 14 / [bestandsnaam 4] .jpg]
[meisje 16 - zaaksdossier 16 / afbeelding 05 t/m 06]
[meisje 18- zaaksdossier 18 / [bestandsnaam 5] .jpg]
[meisje 20 - zaaksdossier 20 / [bestandsnaam 6] .mp4]
[meisje 21 - zaaksdossier 21 / [bestandsnaam 7] .jpg]
[meisje 22 - zaaksdossier 22 / afbeelding 03, 04 ]
[meisje 27 - zaaksdossier 27 / afbeelding 01, 02 ]
[meisje 28 - zaaksdossier 28 / [bestandsnaam 8] .jpg, [bestandsnaam 9] .mp4]
[meisje 29 - zaaksdossier 29 / [bestandsnaam 10] .mp4]
[meisje 30 - zaaksdossier 30 / afbeelding 03, 05, 06]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert met (een) voorwerp(en) en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/ filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeeldingen een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en/of strekten tot seksuele prikkeling
[meisje 1 - zaaksdossier 1 / afbeelding 03, 04, 06, 10]
[meisje 2 - zaaksdossier 2 / afbeelding 01 t/m 04, 06, 08]
[meisje 3 - zaaksdossier 3 / afbeelding 01 t/m 05 ]
[meisje 4 - zaaksdossier 4 / afbeelding 01, 02, 05, 06, 08]
[meisje 5 - zaaksdossier 5 / afbeelding 01 t/m 04]
[meisje 6 - zaaksdossier 6 / afbeelding 03, 04, 05, 08, 09, 10, 11, 12]
[meisje 7 - zaaksdossier 7 / afbeelding 01, 05, 06, 07, 09 ]
[meisje 8 - zaaksdossier 8 / afbeelding 04 t/m 08]
[meisje 9 - zaaksdossier 9 / afbeelding 03 t/m 06]
[meisje 10 - zaaksdossier 10 / afbeelding 06 t/m 08]
[meisje 11 - zaaksdossier 11 / afbeelding 02 t/m 04]
[meisje 12 - zaaksdossier 12 / afbeelding 06, 07]
[meisje 13- zaaksdossier 13 / [bestandsnaam 11] .mp4, [bestandsnaam 12] .mp4]
[meisje 14 - zaaksdossier 14 / [bestandsnaam 13] .jpg, [bestandsnaam 14] .jpg]
[meisje 15 - zaaksdossier 15 / [bestandsnaam 15] .mp4]
[meisje 16 - zaaksdossier 16 / afbeelding 07 t/m 10]
[meisje 17 - zaaksdossier 17 / [bestandsnaam 16] .jpg, [bestandsnaam 17] .jpg]
[meisje 18- zaaksdossier 18 / [bestandsnaam 18] .jpg, [bestandsnaam 19] .jpg]
[meisje 19 - zaaksdossier 19 / afbeelding 01 t/m 03 ]
[meisje 20 - zaaksdossier 20 / [bestandsnaam 20] .jpg, [bestandsnaam 21] .jpg]
[meisje 21 - zaaksdossier 21 / [bestandsnaam 22] .jpg, [bestandsnaam 23] .jpg]
[meisje 22 - zaaksdossier 22 / afbeelding 05, 06 ]
[meisje 23 - zaaksdossier 23 / [bestandsnaam 24] .jpg, [bestandsnaam 25] .jpg]
[meisje 24 - zaaksdossier 24 / [bestandsnaam 26] .jpg, [bestandsnaam 27] .jpg, [bestandsnaam 28] .jpg]
[meisje 27 - zaaksdossier 27 / afbeelding 03 t/m 06]
[meisje 28 - zaaksdossier 28 / [bestandsnaam 29] .jpg, [bestandsnaam 30] .jpg, [bestandsnaam 31] ]
[meisje 29- zaaksdossier 29 / [bestandsnaam 32] .jpg, [bestandsnaam 33] .jpg]
[meisje 30 - zaaksdossier 30 / afbeelding 04, 07]
terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

6.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er bij de feiten 14 en 15, 16 en 17 en 19 en 20 telkens sprake is van eendaadse samenloop.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie vorderen aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 7 jaar met aftrek van voorarrest en de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwangverpleging). Deze tbs is niet gemaximeerd. Bij hun eis hebben de officieren van justitie rekening gehouden met de ernst van de feiten, het advies van de deskundigen en de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Gelet op de ernst van de feiten en het hoge recidiverisico ziet het Openbaar Ministerie geen mogelijkheid voor een behandeling van verdachte in een voorwaardelijk kader. Daarvoor zijn de ten laste gelegde feiten te ernstig, het aantal slachtoffers te hoog en het tijdsbestek waarbinnen verdachte deze strafbare feiten heeft begaan, te lang. Dat verdachte serieus lijkt te zijn in zijn poging om met behandeling zijn gedrag te veranderen, kan er niet toe leiden dat een tbs met voorwaarden moet worden opgelegd, nu de behandeling van verdachte zich nog in een pril stadium bevindt. De officieren van justitie achten een behandeling in een tbs-kliniek met dwangverpleging dan ook aangewezen. Van belang is voorts dat de wet geen mogelijkheid biedt om naast een tbs met voorwaarden een hogere gevangenisstraf dan 5 jaar op te leggen. Naar de mening van de officieren van justitie is dit gelet op de ernst van de feiten onvoldoende. Zij hebben rekening gehouden met het feit dat de deskundigen hebben geconcludeerd dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Normaal gesproken zouden de richtlijnen van het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van 10 jaar voorschrijven voor dit soort feiten, maar gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, komen de officieren van justitie uit op een gevangenisstraf van 7 jaar met aftrek van voorarrest.
De officieren van justitie hebben gevorderd om daarnaast aan verdachte, conform het advies van de reclassering, een gedragsbeïnvloedende maatregel op te leggen op grond van artikel 38z Sr.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om geen tbs met dwangverpleging maar tbs met voorwaarden aan verdachte op te leggen, met de voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd en daarnaast een gevangenisstraf van 5 jaar. De verdediging heeft zich daarbij gebaseerd op het advies van de deskundigen, het bestaan van (het begin van) ziekte-inzicht bij verdachte en de bereidheid van verdachte zich te houden aan de door de reclassering in haar rapport genoemde voorwaarden.
Naar de mening van de verdediging is er voldoende ruimte om te kunnen volstaan met een gevangenisstraf van 5 jaar gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, zijn meewerkende houding, zijn blanco strafblad, zijn jonge leeftijd en het feit dat hij ter zitting oprechte spijt heeft betuigd aan de slachtoffers. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat door de media-aandacht in deze zaak het leven van verdachte op straat is komen te liggen en dat hij in de media is neergezet als een gewetenloos monster.
Indien de rechtbank van oordeel is dat een gevangenisstraf van 5 jaar onvoldoende straf is voor deze feiten, heeft de raadsman gewezen op de mogelijkheid om naast die 5 jaar gevangenisstraf in de strafzaak over de periode dat hij minderjarig was nog 1 of 2 jaar jeugddetentie op te leggen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
7.3.1
Inleiding
Onderzoek Zuidpool is een strafzaak die enorme media-aandacht heeft gekregen.
Zoals de rechtbank al eerder heeft opgemerkt, is het goed dat die media-aandacht er is, want het gaat in deze zaak om een groot maatschappelijk probleem: sextortion, het onder dwang delen via internet en social media van seksuele foto’s en video’s, met name door jongeren. Dit is zeker niet de eerste strafzaak over dit fenomeen en ongetwijfeld ook niet de laatste. Het is ook goed dat er aandacht is voor de gevaren van internet en social media. Internet en social media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Met één muisklik of een tik op een smartphone is de buitenwereld ineens heel dichtbij. Dat deze ontwikkeling in de digitale wereld ook tot grote gevolgen in de tastbare, echte wereld kan leiden is wellicht lange tijd onderschat. Vandaag de dag kan iemand die kwade bedoelingen heeft geruisloos ineens in de digitale wereld van kinderen en jongeren tevoorschijn komen. Deze strafzaak is een schrijnend voorbeeld van welke desastreuze gevolgen dat kan hebben.
De rechtbank spreekt dan ook de hoop uit dat de media-aandacht niet alleen gericht is op de meer sensationele kant van deze zaak, zoals het hoge aantal slachtoffers, maar vooral ook op het maatschappelijke probleem erachter en dat die aandacht blijft bestaan.
Mede met het oog op die media-aandacht is er in deze zaak ook veel aandacht geweest voor de bescherming van de privacy van de jonge, kwetsbare slachtoffers.
Want anders dan bij veel andere strafzaken draait het in deze zaak niet alleen om de verdachte, maar vooral ook om de slachtoffers. 30 dappere jonge vrouwen, die de moed hebben gehad om iets te doen tegen de jongeman die hun leven overhoop haalde en soms tot een hel maakte. Of eigenlijk 172 meisjes en jonge vrouwen, want dat is het aantal meisjes waarvan seksueel getint beeldmateriaal is aangetroffen in de computer van verdachte. 172 meisjes of jonge vrouwen waarvan het grootste gedeelte niet kon worden geïdentificeerd of die geen aangifte durfden te doen. Daarom: 30 dappere jonge vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van één jongeman: [verdachte]
Maar in deze strafzaak draait het natuurlijk óók om de verdachte. Een bijzondere verdachte die in de media soms is afgeschilderd als een monster, maar die ook een gewone jongeman is met een gewoon leven en die op zijn manier ook met problemen te kampen heeft.
De rechtbank heeft op de zitting uitgebreid stilgestaan bij de grote vraag: hoe is deze jongeman tot zijn daden gekomen? Hoe kan het dat hij in staat was het leven van zoveel meisjes overhoop te halen? En hoe is het mogelijk dat hij daarbij zelfs meisjes uit zijn eigen vriendengroep tot slachtoffer maakte? Zoals het meisje dat hij als zijn beste vriendin of zelfs als zijn zus beschouwde. Maar ook het meisje met wie hij enkele jaren een relatie heeft gehad. Hoe kan het dat hij in het echte leven een aardige jongen was, maar tegelijkertijd achter zijn computer zich ontpopte tot een nietsontziende dwingeland? Of zoals verdachte het zelf uitdrukte in zijn laatste woord: “Ik begrijp niet hoe ik zo lang over die meisjes heen heb kunnen walsen”. De rechtbank heeft niet op alle vragen een bevredigend antwoord gekregen en misschien komen die antwoorden nooit of zijn die er niet.
7.3.2
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich meer dan acht jaar lang schuldig gemaakt aan ‘sextortion’ van jonge, veelal minderjarige, meisjes. Een deel van deze periode was hij zelf nog minderjarig. Voor dat deel van de feiten is hij apart gedagvaard.
Uit de hiervoor beschreven werkwijze van verdachte blijkt dat hij zeer berekenend te werk is gegaan. Hij is binnen verschillende social media op zoek gegaan naar jonge meisjes en heeft contact met hen gelegd. Uit het dossier komt een beeld naar voren van een verdachte die hele dagen achter zijn computer zat en vaak met meerdere meisjes tegelijk contact had. Nadat hij contact had gemaakt, probeerde hij op geraffineerde wijze hun vertrouwen te winnen. Hij gaf ze complimenten en ging met ze in ‘gesprek’ als een vriend. Vervolgens heeft hij die meisjes, veelal door het aanbod van een geldbedrag, overgehaald tot het maken en sturen (meestal via Snapchat) van seksueel getinte foto’s en filmpjes van zichzelf, die hij vervolgens zonder hun medeweten opsloeg. Vaak heeft verdachte daarbij ook dwang op hen uitgeoefend om met hem in contact te blijven en foto’s en filmpjes van zichzelf naar hem te blijven sturen, ook als zij dat echt niet meer wilden. Als een meisje eenmaal in de greep van verdachte was, dwong hij haar om ver over haar grenzen te gaan en liet hij haar niet meer los. Daarbij dreigde hij met het onder vrienden en familie verspreiden en het online plaatsen van de eerder gestuurde foto’s en filmpjes. Uiteindelijk waren de meisjes zo bang dat ze geëxposed zouden worden dat ze dan toch maar deden wat hij van ze vroeg. De eisen die verdachte stelde aan het materiaal dat ze voor hem moesten maken waren gedetailleerd en gingen steeds verder. Bij enkele meisjes gaf hij zelfs opdracht voor het maken van filmpjes van seks met een ander, waarbij hij heel gedetailleerd vertelde wat ze moest doen.
Verdachte was erg dwingend in zijn contact en bleef vaak lange tijd doorgaan met het vragen om meer en verdergaand beeldmateriaal, ook als de meisjes zeiden dat het daardoor niet goed met ze ging. Hij stopte zelfs niet als zij zeiden zo niet verder te kunnen leven en suïcidale gedachtes te hebben. Ook gebeurde het dat verdachte een meisje een tijdje met rust liet om vervolgens na maanden of zelfs jaren opnieuw contact te zoeken en haar opnieuw te dwingen om seksueel getinte foto’s en filmpjes te sturen.
Uit de aangiftes en de indrukwekkende slachtofferverklaringen is de rechtbank meer dan duidelijk geworden dat meisjes zich in zijn greep machteloos voelden en dat zij zich schaamden dat ze ‘zo dom’ waren geweest om in zijn manipulatieve val te trappen en heel bang waren. Ze waren niet alleen bang dat verdachte daadwerkelijk de foto’s en filmpjes die hij van ze had zou verspreiden, maar ze waren ook bang voor mensen om hen heen, omdat ze niet wisten wie er schuilging achter het account dat hen afperste. Daardoor vertrouwden veel meisjes bijna niemand meer en trokken zij zich veelal terug uit het sociale leven, waardoor het gevoel van isolement dat zij vanwege de schaamte over dit alles toch al hadden, nog groter werd. Illustratief voor het enorme schaamtegevoel is dat op de zitting bleek dat een van de meisjes niet naar de rechtbank durfde te komen, omdat ze het nog steeds niet aan haar ouders had verteld. Uiteindelijk is een aantal meisjes zo moedig geweest om toch naar hun ouders of de politie te stappen, waardoor verdachte een halt is toegeroepen. Toen had hij echter al heel veel meisjes enorm beschadigd.
Bij verdachte is ook een groot aantal kinderpornografische foto’s en video’s aangetroffen die hij van de slachtoffers heeft verkregen en die zij onder zijn regie hebben gemaakt. Ook is beeldmateriaal van andere meisjes aangetroffen die niet konden worden geïdentificeerd of die geen aangifte wilden of durfden te doen. Hij had daarnaast ook kinderporno in bezit die hij op andere wijze heeft verkregen, bijvoorbeeld via zogeheten expose-groepen op Telegram. In totaal gaat het om een enorme hoeveelheid kinderporno. Het lijkt erop dat verdachte het vrijwel allemaal voor zichzelf heeft gehouden, maar in enkele gevallen heeft hij beeldmateriaal van een meisje ook aan andere personen verstuurd of online geplaatst, als dwangmiddel.
Het spreekt voor zich dat dit ernstige feiten zijn. Verdachte heeft meer dan 8 jaar lang jonge meisjes verleid én gedwongen tot het maken van kinderporno; dat is een vorm van seksueel misbruik. Algemeen bekend is dat slachtoffers van kinderporno daar jaren later nog last van hebben. Verdachte heeft van tientallen meisjes seksueel getinte foto’s en filmpjes opgenomen en opgeslagen voor zijn eigen gerief. Verdachte gaf aan dit deels te hebben gedaan uit controledrang en deels omdat hij er opgewonden van raakte. Hij heeft zich daarbij niet bekommerd om het leed dat hij deze meisjes ondertussen aandeed, maar was enkel bezig met zijn eigen (seksuele) genot. De rechtbank rekent dat verdachte in ernstige mate aan.
De impact en de gevolgen voor de slachtoffers zijn groot. Veel van de meisjes zijn geschokt door hun ervaringen, schamen zich enorm en voelen zich (ten onrechte) zelf schuldig. Verdachte heeft, ook zonder dat sprake is geweest van fysiek handelen, zowel de geestelijke als de lichamelijk integriteit van de slachtoffers geschonden. Hij heeft de jonge slachtoffers geconfronteerd met zijn eigen seksuele voorkeuren en hen op slinkse wijze aangezet tot het maken van foto’s in seksueel getinte poses of filmpjes van seksuele handelingen. Hierdoor heeft verdachte hen de mogelijkheid ontnomen om hun ontluikende seksualiteit op hun eigen tempo en passend bij hun leeftijd in een veilige omgeving te ontwikkelen. Daarnaast heeft hij het vertrouwen dat deze meisjes hebben in de medemens enorm aangetast. Verdachte heeft misbruik gemaakt van hun jeugdige onbevangenheid. Zij waren niet bedacht op de sluwe wijze waarop hij trachtte hen in zijn val te lokken en de meesten waren evenmin bij machte om hem het hoofd te bieden. Uit de slachtofferverklaringen blijkt dat veel meisjes nog altijd kampen met gevoelens van schaamte, minderwaardigheid, verdriet en boosheid om wat hij hen heeft aangedaan. Veel van hen hebben professionele hulp moeten inschakelen om deze nare ervaringen te verwerken.
Bovendien veroorzaken dit soort feiten gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. De ouders van enkele meisjes hebben beschreven dat het handelen van verdachte ook hun leven en dat van het hele gezin op z’n kop heeft gezet. Verdachte heeft door zijn handelen meerdere slachtoffers een onbezorgde jeugd ontnomen.
Verdachte heeft hierbij echter volstrekt niet stilgestaan en heeft steeds weer zijn eigen behoefte vooropgesteld. Zelfs een stopgesprek met de politie of gesprekken met enkele slachtoffers die hij persoonlijk kende, waarin zij hem vertelden wat hen was overkomen en wat het met hen had gedaan, hebben hem niet kunnen doen stoppen. Hij is pas gestopt na aanhouding door de politie. Ook dit weegt de rechtbank in het nadeel van verdachte mee.
7.3.3
Persoonlijke omstandigheden
Verdachte heeft een blanco strafblad.
Verdachte is onderzocht door psychiater drs. [naam 1] en GZ-psycholoog drs. [naam 2] . Ook heeft hij gesprekken gehad met de reclasseringswerker mevrouw [naam 3] . Deze deskundigen hebben rapporten over verdachte uitgebracht en hebben die ter zitting toegelicht.
De psychiater en de psycholoog hebben vastgesteld dat er bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis, van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsproblematiek met borderline en antisociale trekken en van een andere gespecificeerde parafiele stoornis.
Hiervan was (deels, dan wel in aanleg) ook sprake ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten. Vanuit de spanningen en frustraties in de gezinssituatie, van waaruit verdachte veel onmacht ervoer, vluchtte hij in een internetwereld. Hij leefde die frustraties en onmacht op een seksuele manier uit, wat hem een gevoel van macht en ontlading gaf. Vanuit zijn autisme en persoonlijkheidsproblematiek gebeurde dat op een dwangmatige en egocentrische manier, zonder zich in te leven in de slachtoffers. Door de anonimiteit van het internet gedroeg hij zich anders dan in het gewone leven. Hij ontwikkelde een seksuele drang, waar hij steeds minder controle over had.
De deskundigen adviseren om het tenlastegelegde in een verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Hij is gaandeweg steeds verder vastgedraaid in zijn seksuele gedragingen en ervoer in toenemende mate controleverlies over zijn gedrag, waardoor de spanningen en de agressie naar anderen toenam, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in vele slachtoffers.
Volgens de deskundigen is er sprake van een hoog recidiverisico en is gelet daarop een behandeling met een klinische start noodzakelijk. Zij adviseren om de behandeling te realiseren bij de [kliniek] op de [afdeling] in [plaats 3] . Ingeschat wordt dat een behandeling van 18 tot 24 maanden nodig zal zijn, waarna gewerkt kan worden aan een resocialisatietraject en verdachte begeleid kan worden bij het vinden van passende huisvesting.
Vanwege het hoge recidiverisico, de ernst van de ten laste gelegde feiten, maar ook de ingeschatte noodzaak van striktere kaders rondom behandeling, wordt geadviseerd om deze behandeling aan verdachte op te leggen in het kader van tbs met voorwaarden. Binnen dat kader kan langdurig en intensief toezicht worden geboden om risicofactoren in te perken.
Ter zitting hebben de deskundigen daar nog aan toegevoegd dat verdachte in de penitentiaire inrichting (hierna: PI) reeds is begonnen aan een behandeling en dat heeft hem al veel inzichten gegeven. De deskundigen hebben in hun lange carrière zelden iemand gezien die zo snel en zo hard met zichzelf aan de slag is gegaan als verdachte. Hij heeft in de afgelopen periode een enorme ontwikkeling doorgemaakt en al veel vooruitgang geboekt. De reden voor die enorme vooruitgang is volgens hen met name gelegen in het feit dat verdachte niet meer bij zijn ouders woont en zodoende uit de feitelijke (spanningsvolle) situatie is gehaald waarin hij eerst zat en waarin voor hem de voedingsbodem was gelegen voor het plegen van de feiten. Hij wil graag behandeld worden en is erg gemotiveerd om ook echt te veranderen.
De reclassering heeft positief geadviseerd over tbs met voorwaarden en in haar advies de voorwaarden benoemd. Kort samengevat houden deze voorwaarden in:
  • geen strafbare feiten plegen,
  • meewerken aan reclasseringstoezicht,
  • meewerken aan een time-out,
  • niet naar het buitenland gaan,
  • opname in een zorginstelling,
  • ambulante behandeling aansluitend op de klinische behandeling,
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang aansluitend op de klinische behandeling,
  • contactverbod met de slachtoffers,
  • vermijden van contact met minderjarigen,
  • vermijden van kinderporno,
  • inzicht geven over het ontstaan en verloop van (nieuwe) relaties.
7.3.4
Strafdoelen
Een van de doelen van strafoplegging is vergelding. Bij een strafzaak met dusdanig veel en jonge slachtoffers over een zo lange periode weegt het strafdoel van vergelding zwaar. Het is zeer de vraag of verdachte gestopt was als niet een van de meisjes aangifte had gedaan bij de politie. Hij had totaal geen oog voor het leed dat hij al deze meisjes aandeed en bleef maar doorgaan. Bij de politie, maar ook ter zitting heeft verdachte meermaals aangegeven dat hij vond dat de meisjes zich aan hun afspraak moesten houden, hun sessies helemaal moesten afronden en dat hij daarom zo volhardend was. Het leek verdachte niet te deren dat hij zich zelf niet aan de afspraak hield door het beeldmateriaal op te slaan, dat vervolgens als dreigmiddel in te zetten om nog meer materiaal te verkrijgen en door hen ook niet te betalen zoals was beloofd. Pas in de loop van het strafproces is verdachte in gaan zien wat hij de meisjes heeft aangedaan en wat zijn rol is geweest. Gelet op het enorme leed dat hij zoveel meisjes heeft aangedaan, is naar het oordeel van de rechtbank in beginsel alleen een langdurige gevangenisstraf passend.
Een ander strafdoel is de generale preventie oftewel de afschrikkende werking naar de maatschappij. Internet en social media zijn niet meer weg te denken uit de huidige samenleving. Daarmee wordt de buitenwereld makkelijk en snel in huis gehaald. Op zich is daar niets mis mee, maar op het internet zijn ook minder goedbedoelende personen aanwezig en niet iedereen is daartegen bestand. Vooral de meer kwetsbare mensen, zoals minderjarigen en ouderen, worden hiervan vaak het slachtoffer. De rechtbank is van oordeel dat, naast het informeren van jongeren over het veilig gebruik van social media, ook krachtig optreden door politie en justitie nodig is om deze vorm van criminaliteit in te dammen. Dat maakt dan ook dat voor de door verdachte gepleegde feiten een langdurige gevangenisstraf niet alleen passend maar ook noodzakelijk is.
Een derde strafdoel is speciale preventie, oftewel het voorkomen van herhaling van het plegen van soortgelijke strafbare feiten door verdachte. Hierbij kijkt de rechtbank naar de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit de adviezen van de deskundigen komt naar voren dat een behandeling voor verdachte cruciaal is. Hij heeft de meeste feiten bekend, heeft inmiddels een begin van ziekte-inzicht en wil graag behandeld worden. Hij is erg gemotiveerd om aan de door de reclassering genoemde voorwaarden mee te werken.
Gelet op dit alles is een combinatie van hard afstraffen in de vorm van een langdurige gevangenisstraf met daarnaast een intensieve vorm van behandeling passend en geboden.
7.3.5
Tbs-maatregel
Gelet op de inhoud van de rapporten en de ernst en de duur van de feiten, is de rechtbank van oordeel dat een tbs-maatregel noodzakelijk is. Er wordt ook voldaan aan de eisen die de wet daaraan stelt, te weten:
- bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van het feit een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens;
- op het gepleegde misdrijf is een gevangenisstraf van vier jaar of meer gesteld;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist die maatregel.
De officieren van justitie zijn van mening dat tbs met dwangverpleging noodzakelijk is. Zij hebben daarbij gewezen op het feit dat de behandeling van verdachte zich nog in een pril stadium bevindt en het manipulatieve gedrag van verdachte, zodat tbs met voorwaarden niet aan de orde kan zijn. Ook hebben zij gewezen op de onmogelijkheid om volgens de wet een hogere gevangenisstraf dan 5 jaar op te leggen naast tbs met voorwaarden. Zij hebben aangevoerd dat tbs met voorwaarden alleen is aangewezen bij personen die niet al te gevaarlijk zijn en geen te ernstige misdrijven hebben gepleegd. Gelet op de ernst van de feiten en het hoge recidiverisico achten de officieren van justitie het noodzakelijk dat de eindverantwoordelijkheid voor de behandeling van verdachte bij een tbs-kliniek ligt.
De deskundigen hebben echter aangegeven dat kan worden volstaan met een tbs met voorwaarden. Ter zitting hebben zij verklaard dat verdachte ziekte-inzicht heeft, dat hij bereid is om aan zichzelf te werken en dat hij die bereidheid ook al ongeveer negen maanden daadwerkelijk heeft laten zien. De deskundigen zijn overtuigd van de intrinsieke motivatie van verdachte, mede ingegeven door informatie uit de PI. Zo werkt verdachte daar als reiniger. Hij wordt daarbij geconfronteerd met het feit dat dingen niet gaan zoals hij wil en leert daarmee om te gaan. Kortom: verdachte geeft niet alleen aan wat hij aan inzichten heeft verworven, maar hij probeert deze inzichten ook in de praktijk toe te passen. Naar de mening van de deskundigen is tbs met dwangverpleging daarom niet noodzakelijk, want verdachte ziet zelf ook in dat hij behandeld moet worden, is daarvoor gemotiveerd en is er ook al mee begonnen.
Voor de bepaling of kan worden volstaan met tbs met voorwaarden is onder meer van belang hoe gevaarlijk verdachte is als hij ziekte-inzicht heeft en de juiste behandeling krijgt. De rechtbank merkt daarbij op dat ook bij tbs met voorwaarden de kliniek verantwoordelijk blijft zo lang dat noodzakelijk is. Immers, een van de voorwaarden is een klinische behandeling bij aanvang van de tbs. De deskundigen hebben daarbij met klem geadviseerd dat de [kliniek] (een tbs-kliniek) voor verdachte het meest passend is.
De rechtbank ziet in wat de officieren van justitie hebben aangevoerd onvoldoende reden om af te wijken van het advies van de deskundigen. De ernst van de feiten rechtvaardigt op zichzelf genomen namelijk nog niet de oplegging van tbs met dwangverpleging. Daarvoor is ook van belang of verdachte ziekte-inzicht heeft en zich wil laten behandelen; en dat wil hij. De ernst van de feiten is niet alleen bepalend voor de wijze van behandeling maar klinkt eerder door in de hoogte van de straf.
Dat brengt de rechtbank bij het tweede argument van de officieren van justitie tegen tbs met voorwaarden, namelijk dat de daarbij maximaal op te leggen gevangenisstraf van 5 jaar te laag is gelet op de ernst van de feiten. Daarin ziet de rechtbank echter geen belemmering, omdat de geëiste straf van 7 jaar ook kan worden bereikt door een combinatie van gevangenisstraf en jeugddetentie in de minderjarigen-zaak.
Gelet op al het voorgaande zal de rechtbank aan verdachte tbs met voorwaarden opleggen. Zij zal daarbij de voorwaarden overnemen zoals die door de reclassering zijn geadviseerd. Het contactverbod met minderjarigen zal de rechtbank aanpassen naar een contactverbod met minderjarige meisjes. Daarnaast zal de rechtbank de door de reclassering gestelde voorwaarden aanvullen met enkele specifieke voorwaarden met betrekking tot het gebruik van digitale apparatuur en internet, namelijk dat verdachte zich onthoudt van:
  • het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma's op zijn digitale apparatuur,
  • het aanwezig hebben of gebruiken op zijn digitale apparatuur van een tor(rent) browser en het gebruiken van het Darkweb,
  • het verbergen van zijn internetgedrag middels een VPN of iets dergelijks of het anderszins gebruiken van hardware of software om dat te bereiken,
  • het gebruik maken van software als 4KStogram of anderszins, die beelden automatisch kunnen opslaan op een digitaal apparaat,
  • het gebruiken van een andere (gebruikers)naam op social media om zijn identiteit te verhullen.
Voor het geval er later alsnog verpleging van overheidswege wordt bevolen, overweegt de rechtbank nog dat de tbs-maatregel wordt opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de tbs met dwangverpleging kan daarom langer duren dan vier jaar.
7.3.6
Gevangenisstraf
Naast de oplegging van tbs met voorwaarden, acht de rechtbank de oplegging van een lange gevangenisstraf noodzakelijk. In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, zijn meewerkende proceshouding en het feit dat verdachte ter zitting steeds heeft getracht om op passende wijze aan ieder slachtoffer zijn spijt te betuigen.
Kijkend naar de hierboven aangehaalde strafdoelen van vergelding en generale preventie zal de rechtbank de maximale gevangenisstraf opleggen die naast tbs met voorwaarden mogelijk is, te weten een gevangenisstraf van 5 jaar. Naar het oordeel van de rechtbank wordt daarmee nog onvoldoende recht gedaan aan de ernst van de feiten en het door verdachte veroorzaakte leed bij de slachtoffers. Daarom zal de rechtbank in de minderjarigen-strafzaak nog 18 maanden opleggen. Een totale gevangenisstraf van 6,5 jaar acht de rechtbank passend.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
7.3.7
Maatregel 38z Sr
Naast de maatregel van tbs met voorwaarden zal de rechtbank ook een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om verdachte ook na afloop van de tbs-maatregel onder toezicht te stellen, indien dat in verband met dan nog bestaande risico's noodzakelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen. Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van deze maatregel is voldaan, aangezien de rechtbank een tbs-maatregel oplegt.

8.De benadeelde partijen

8.1
Vorderingen
Als benadeelde partij hebben zich de volgende personen in het geding gevoegd:
Benadeelde partij
Ter zake van feit
Materiële schade
Immateriële schade
Totale vordering
Meisje 1
1, 2, 26
€ 60,66
€ 7.560,66
€ 7.560,66
Meisje 2
3, 4, 26
€ 5.000,00
€ 5.000,00
Meisje 3
5, 26
€ 2.500,00
€ 2.500,00
Meisje 4
6, 26
€ 2.500,00
€ 2.500,00
Meisje 5
7, 26
€ 1.500,00
€ 1.500,00
Meisje 6
26
€ 38,99
€ 5.000,00
€ 5.038,99
Meisje 8
9, 26
€ 3.500,00
€ 3.500,00
Meisje 9
10, 11, 26
€ 7.500,00
€ 7.500,00
Meisje 10
12, 26
€ 2.500,00
€ 2.500,00
Meisje 11
13, 26
€ 2.000,00
€ 2.000,00
Meisje 12
14, 15, 26
€ 7.500,00
€ 7.500,00
Meisje 13
16, 17, 26
€ 5.000,00
€ 5.000,00
Meisje 14
26
€ 1.500,00
€ 1.500,00
Meisje 15
18, 26
€ 2.500,00
€ 2.500,00
Meisje 16
19, 20, 26
€ 5.000,00
€ 5.000,00
Meisje 17
21, 26
€ 3.500,00
€ 3.500,00
Meisje 19
26
€ 3.500,00
€ 3.500,00
Meisje 24
26
€ 3.500,00
€ 3.500,00
Meisje 25
24
€ 3.000,00
€ 3.000,00
Meisje 26
25
€ 310,40
€ 3.500,00
€ 3.810,40
Meisje 27
26
€ 15.000,00
€ 15.000,00
Meisje 28
26
€ 10.203,90
€ 7.500,00
€ 17.703,90
Meisje 29
26
€ 3.500,00
€ 3.500,00
Meisje 30
26
€ 3.500,00
€ 3.500,00
8.2
Verweer tot niet-ontvankelijkheid van meisje 3, 10, 12, 17 en 26
De verdediging heeft aangevoerd dat de vorderingen van de meisjes 3, 10, 12, 17 en 26, in tegenstelling tot de uitdrukkelijk gemaakte afspraken, pas kort voor de zitting zijn ingediend. Gelet op de omvang van het dossier en de hoeveelheid vorderingen van de benadeelde partijen, heeft de verdediging onvoldoende tijd gehad om die laat ingediende vorderingen voor te bereiden. Naar de mening van de verdediging levert de behandeling van die vorderingen een onevenredige belasting op voor het strafproces. Gelet daarop is verzocht om de meisjes 3, 10, 12, 17 en 26 niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering.
De rechtbank overweegt dat op de laatste pro-formazitting is afgesproken dat vorderingen uiterlijk 12 februari 2024 zouden worden ingediend, in verband met de voorbereiding voor alle partijen. Vanuit het Openbaar Ministerie is dit ook meegedeeld aan de slachtoffers. Verreweg de meesten hebben hun vordering tijdig ingediend, maar een paar helaas niet; de laatste kwam twee weken voor de zitting. Daarbij hebben zij niet de wettelijke termijn overschreden, indienen kan immers ook nog op de zitting. Naar het oordeel van de rechtbank is het feit dat enkele vorderingen later zijn ingediend dan was afgesproken, onvoldoende reden om die vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren. Aangezien het slechts enkele vorderingen betreft en de meeste vorderingen overzichtelijk zijn, kan niet gezegd worden dat de verdediging onvoldoende tijd had voor de voorbereiding. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging.
8.3
Meisjes 14, 27, 28 en 30
Naar het oordeel van de rechtbank ligt het zwaartepunt van de vorderingen van meisje 14, 27, 28 en 30 bij de tenlastelegging in de strafzaak waarin verdachte minderjarig was. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding van die meisjes dan ook beoordeeld in die zaak. Gelet daarop zal zij de vorderingen van deze meisjes in deze strafzaak niet-ontvankelijk verklaren.
8.4
Recht op schadevergoeding
Ten aanzien van de overige vorderingen stelt de rechtbank vast dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte de feiten waarop die vorderingen zijn gebaseerd, heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover desbetreffende benadeelde partijen en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partijen te vergoeden.
8.5
Algemene overweging met betrekking tot de immateriële schade
In alle gevallen is sprake van een aantasting in de persoon op andere wijze in de zin van artikel 6:106 BW nu het gaat om een ernstige (zeden)zaak waar een forse normschending aan de orde is. Er is door verdachte inbreuk gemaakt op de persoonlijke en lichamelijke integriteit van de slachtoffers en op hun privacy. De ten laste gelegde feiten hebben psychische schade bij de slachtoffers veroorzaakt. Bij een aantasting in de persoon op andere wijze hoeft het geestelijk letsel bij het slachtoffer niet te zijn gediagnostiseerd.
De vorderingen komen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden, is welk bedrag passend is om toe te wijzen als vergoeding voor de geleden schade. De rechtbank wil daarbij maatwerk leveren. Op basis van de gevolgen, maar ook gebaseerd op de aard en ernst van de normschending (waaronder begrepen de duur van het contact met verdachte, het aantal afbeeldingen en de aard van de op beeld vastgelegde handelingen en omstandigheden daaromheen zoals de bedreigingen) heeft de rechtbank een viertal categorieën onderscheiden, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Bij het bepalen van de hoogte van de bedragen is gekeken naar vergoedingen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en de bedragen die het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitkeert.
Naast de gegevens in onderstaande tabel zal de rechtbank rekening houden met de leeftijd van het slachtoffer. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat, als het slachtoffer ook in het dagelijks leven (dus buiten internet om) bevriend was met verdachte, een hogere categorie aangewezen is.
cat.
handelingen
periode / aantal afbeeldingen
wijze verwerving
gevolgen
vanaf
tot
1
bezit of verwerven kinderporno
€ 500
€ 1.000
2
in lingerie of naakt poseren
beperkt aantal, korte periode
aanbod
relatief beperkte gevolgen
€ 1.500
€ 2.500
3
seksuele handelingen, penetratie
hoog aantal, lange periode
aanbod en/of dwang
grote gevolgen,
al dan niet professionele hulp
€ 3.500
€ 5.500
4
seksuele handelingen met derden
hoog aantal, lange periode
dwang
professionele hulp
€ 7.500
8.6
Meisje 1
De door meisje 1 gevorderde materiële schade van € 60,66 acht de rechtbank toewijsbaar.
Deze schade staat in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit.
De vordering tot immateriële schade van meisje 1 van € 7.500,00 is voldoende onderbouwd en komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Bovendien is de vordering niet betwist door de verdediging. De rechtbank zal de vordering daarom integraal toewijzen.
8.7
Meisje 2
In tegenstelling tot wat de verdediging heeft betoogd, acht de rechtbank de psychische gevolgen die de feiten voor meisje 2 hebben gehad (en daarmee de hoogte van de vordering), wel voldoende onderbouwd gelet op de aan de vordering gehechte toelichting, de verwijzing via ZorgDomein die als bijlage bij de vordering is gevoegd en de toelichting op de vordering door mr. Roodveldt ter zitting.
De rechtbank overweegt dat er weliswaar sprake is van een relatief korte ten laste gelegde periode, doch dat de handelingen waartoe meisje 2 gedwongen werd niet ‘enkel’ handelingen met zichzelf, maar ook met een derde betroffen. Gelet op de gevolgen voor meisje 2, is de rechtbank van oordeel dat categorie 3 het meest passend is en zal de rechtbank het gevraagde bedrag van € 5.000,00 aan immateriële schade toewijzen.
8.8
Meisje 3
Gelet op de korte periode, het relatief beperkt aantal foto’s en het feit dat meisje 3 geen naaktfoto’s heeft verstuurd, is de rechtbank van oordeel dat de vordering valt binnen de ondergrens van categorie 2. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.500,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.9
Meisje 4
De vordering tot immateriële schade van meisje 4 is voldoende onderbouwd en komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Bovendien is de vordering niet betwist door de verdediging. De rechtbank zal die vordering van € 2.500,00 daarom integraal toewijzen.
8.1
Meisje 5
Gelet op de korte periode, het relatief beperkt aantal foto’s en filmpjes, waaronder wel naaktfoto’s, en de gevolgen voor meisje 5 gelet op de poging tot dwang, is de rechtbank van oordeel dat de vordering valt binnen de ondergrens van categorie 2. De rechtbank wijst het gevorderde bedrag van € 1.500,00 aan immateriële schade toe.
8.11
Meisje 6
De door meisje 6 gevorderde materiële schade van € 38,99 acht de rechtbank toewijsbaar.
Deze schade staat in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit.
Ten aanzien van de hoogte van de immateriële schade overweegt de rechtbank dat meisje 6 alleen op de tenlastelegging voorkomt als slachtoffer van het bezit, verwerven en vervaardigen van kinderporno door verdachte. Bij enkel het bezit en verwerven van kinderporno, zou categorie 1 van toepassing zijn. De rechtbank stelt vast dat verdachte en meisje 6 een relatie hadden en dat de emotionele schade bij meisje 6 pas is ontstaan naar aanleiding van de aanhouding van verdachte, toen de feiten uit deze strafzaak aan het licht kwamen. Dat verdachte haar heeft bedrogen, valt echter niet onder enig ten laste gelegd strafbaar feit. Wel heeft verdachte foto’s van meisje 6 gemaakt (vervaardigen van kinderporno) toen zij sliep. Gelet op het feit dat hij heimelijk foto’s heeft gemaakt, wat een extra inbreuk oplevert op haar lichamelijke integriteit, en het gegeven dat het feit is gepleegd binnen de relatie die ze hadden waardoor een inbreuk is gemaakt op het vertrouwen en het gevoel van veiligheid van meisje 6, acht de rechtbank een vergoeding aan de bovengrens van categorie 2 op zijn plaats. De rechtbank wijst de vordering ten aanzien van de immateriële schade toe tot een bedrag van € 2.500,00 en zal de gevorderde immateriële schade voor het overige afwijzen.
8.12
Meisje 8
De rechtbank overweegt dat er bij het totaal aantal foto’s en filmpjes weliswaar sprake is van dubbeltellingen, zoals door de verdediging is betoogd, maar dat er alsnog een groot aantal foto’s en filmpjes overblijft als die dubbeltellingen niet worden meegenomen.
Gelet op de korte periode, het grote aantal foto’s en filmpjes, waaronder wel naaktfoto’s/-filmpjes, de op die filmpjes verrichte handelingen, waaronder penetratie, en de door meisje 8 ingeschakelde professionele hulp in de zin van een gesprek met een praktijkondersteuner bij de huisarts, is de rechtbank van oordeel dat de vordering valt onder categorie 3. De rechtbank wijst het gevraagde bedrag van € 3.500,00 aan immateriële schade toe.
8.13
Meisje 9
De vordering tot immateriële schade van meisje 9 is voldoende onderbouwd en komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Bovendien is de vordering niet betwist door de verdediging. De rechtbank zal die vordering van € 7.500,00 daarom integraal toewijzen.
8.14
Meisje 10
De rechtbank overweegt dat op het beeldmateriaal van meisje 10 sprake is van penetratie, waardoor de vordering eigenlijk in categorie 3 zou kunnen vallen. De vordering is echter beperkt tot € 2.500,-, zodat de rechtbank dat gevraagde bedrag aan immateriële schade zal toewijzen.
8.15
Meisje 11
De rechtbank overweegt dat op het beeldmateriaal van meisje 11 sprake is van naakt poseren en penetratie, waardoor de vordering eigenlijk in categorie 3 zou kunnen vallen. De vordering is echter beperkt tot € 2.000,-, zodat de rechtbank dat gevraagde bedrag aan immateriële schade zal toewijzen.
8.16
Meisje 12
Gelet op de lange periode, het grote aantal foto’s en filmpjes, waaronder beelden met penetratie en seksuele handelingen met derden, is de rechtbank van oordeel dat de vordering valt in categorie 4. De rechtbank wijst het gevraagde bedrag van € 7.500,00 aan immateriële schade toe.
8.17
Meisje 13
De rechtbank stelt vast dat het bij meisje 13 een korte periode en relatief weinig beeldmateriaal betreft. Op het beeldmateriaal van meisje 13 is echter wel sprake van penetratie, waardoor de vordering in categorie 3 valt. De rechtbank overweegt dat meisje 13 nog geen professionele hulp heeft ingeschakeld, maar dat uit de ter zitting voorgelezen verklaring van haar ouders wel duidelijk is gebleken dat de feiten grote gevolgen hebben voor meisje 13 en het inschakelen van professionele hulp slechts een kwestie van tijd lijkt. Gelet daarop wijst de rechtbank de vordering toe tot een bedrag van € 4.000,00. De rechtbank wijst de vordering voor het overige af.
8.18
Meisje 15
De rechtbank overweegt dat, nu verdachte is vrijgesproken voor feit 18, ten aanzien van meisje 15 enkel het bezit en verwerven van kinderporno bewezen is verklaard. Gelet daarop valt de vordering van meisje 15 onder categorie 1. Omdat het slechts om één foto gaat, wijst de rechtbank de vordering toe tot een bedrag van € 500,00 en zal zij de vordering voor het overige afwijzen.
8.19
Meisje 16
De vordering tot immateriële schade van meisje 16 is voldoende onderbouwd en komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Bovendien is de vordering niet betwist door de verdediging. De rechtbank zal die vordering van € 5.000,00 daarom integraal toewijzen.
8.2
Meisje 17
Gelet op de korte periode, het relatief beperkt aantal foto’s en het feit dat meisje 17 geen naaktfoto’s heeft verstuurd, is de rechtbank van oordeel dat de vordering valt binnen categorie 2. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.500,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.21
Meisje 19
Ten aanzien van meisje 19 is het bezit en verwerven van kinderporno bewezen verklaard, waardoor de vordering in categorie 1 valt. Omdat er sprake is van beeldmateriaal waarop meisje 19 naakt te zien is en zij ten tijde van het feit erg jong was, houdt de rechtbank de bovengrens van die categorie aan. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.000,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.22
Meisje 24
Ook ten aanzien van meisje 24 is het bezit en verwerven van kinderporno bewezen verklaard, waardoor de vordering in categorie 1 valt. Omdat meisje 24 ten tijde van het feit erg jong was en gelet op de ernstige gevolgen die het feit voor haar heeft gehad, houdt de rechtbank ook hier de bovengrens van die categorie aan. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.000,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.23
Meisje 25
De rechtbank overweegt dat meisje 25 (als meerderjarige) slachtoffer is geworden van een poging tot dwang, waarbij verdachte dreigde foto’s en filmpjes van haar van seksuele aard te verspreiden. Uit de ingediende vordering blijkt dat de gevolgen van het feit voor haar groot zijn. Zij heeft last gehad van paniekaanvallen en is door de huisarts doorverwezen naar de crisisdienst omdat ze niet sliep en suïcidegedachtes had. Ook heeft zij gesprekken gehad met onder meer een psychiater. Ze heeft weinig sociale contacten meer en slaat sneller dicht als mannen boos worden.
Dit feit pas niet goed in de indeling in categorieën die de rechtbank heeft gemaakt. De rechtbank schat de immateriële schade, mede gelet op vergoedingen in soortgelijke zaken, op € 1.000,00. Zij zal dat bedrag toewijzen en de vordering voor het overige afwijzen.
8.24
Meisje 26
Meisje 26 is (als meerderjarige) slachtoffer geworden van een poging tot dwang, waarbij verdachte dreigde foto’s en filmpjes van haar van seksuele aard te verspreiden. Vier jaar later heeft hij haar opnieuw benaderd. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat de gevolgen voor haar groot zijn. Ze heeft professionele hulp moeten zoeken. Wat het extra indringend maakte was dat later bleek dat het verdachte was, in het gewone leven een goede vriend van haar, die haar dit had aangedaan.
De gevorderde materiële schade van € 310,40 (reiskosten naar de psycholoog en eigen risico ziektekosten) acht de rechtbank toewijsbaar. Deze schade staat in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit.
Dit feit pas niet goed in de indeling in categorieën voor immateriële schade die de rechtbank heeft gemaakt. De rechtbank schat de immateriële schade, mede gelet op vergoedingen in soortgelijke zaken, op € 2.000,00. Zij zal dat bedrag toewijzen en de vordering voor het overige afwijzen.
8.25
Meisje 29
Ten aanzien van meisje 29 is het bezit en verwerven van kinderporno bewezen verklaard, waardoor de vordering in beginsel in categorie 1 valt. Gelet echter op het feit dat er sprake is van naakt poseren terwijl verdachte een goede vriend was van meisje 29 waardoor het feit extra impact op haar heeft gehad en het feit dat zij professionele hulp nodig heeft gehad voor de psychische gevolgen van het feit, acht de rechtbank een bedrag in een categorie hoger toewijsbaar. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.500,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen.
8.26
Wettelijke rente
De benadeelde partijen hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met
wettelijke rente. De rechtbank zal die wettelijke rente toewijzen.
Voor de ingangsdatum van de wettelijke rente gaat de rechtbank in beginsel uit van de laatste dag van de specifiek per meisje ten laste gelegde feiten. Indien een meisje geen slachtoffer is in een specifiek strafbaar feit, maar alleen in feit 26 (kinderporno) houdt de rechtbank de laatste dag van de periode aan van dat feit.
Gelet op een recente uitspraak van de Hoge Raad [3] zal de rechtbank in afwijking van het voorgaande bij feiten waarvan de periode waarin ze zijn gepleegd langer is geweest dan een half jaar de aanvangsdatum van de wettelijke rente bepalen in het midden van de bewezen verklaarde periode. De rechtbank overweegt daarbij dat de schade bij deze feiten niet op een enkel moment is ontstaan. De rechtbank gaat ervan uit dat vanaf de ingangsdatum van het feit de schade geleidelijk is opgelopen gedurende de periode waarin de bewezen verklaarde gedragingen hebben plaatsgevonden.
8.27
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel. De hoogte van deze gijzeling is opgenomen in het dictum en is berekend naar rato van de toegekende bedragen, in combinatie met de minderjarigenstrafzaak, tot in totaal niet meer dan 360 dagen.

9.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Dit betreft telefoons, computers en andere gegevensdragers waarop verdachte het (kinderpornografische) beeldmateriaal had opgeslagen.
Gebleken is dat de feiten zijn begaan met behulp van die voorwerpen.
Verder zijn die voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan
in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36b, 36c, 36f, 37a, 38, 38a, 38z, 45, 55, 57, 63, 240b, 246, 247, 248a, 248f en 284 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.De beslissing

De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de
dagvaarding nietigvoor het onder
25 primairten laste gelegde feit;
- verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk;
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder
7 primair, 11, 18 en 22 primairten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, 6, 8 en 21 primair, telkens:feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 2:door middel van een andere feitelijkheid en/of door dreiging met een andere feitelijkheid, het plegen van ontucht door een persoon, van wie hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met een derde opzettelijk teweegbrengen en/of bevorderen, meermalen gepleegd;
feit 3, 5, 10, 12, 13 en 23, telkens:door beloften van geld een persoon, waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
feit 4:iemand beneden de leeftijd van zestien jaren tot het plegen van ontuchtige handelingen buiten echt met een derde verleiden, meermalen gepleegd;
feit 7 subsidiair en 24, telkens:poging tot een ander door bedreiging met smaadschrift dwingen iets te doen, meermalen gepleegd;
feit 9:door beloften van geld een persoon, waarvan hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
de eendaadse samenloop van
feit 14:door beloften van geld een persoon een persoon, waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
en feit 15:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd
eniemand beneden de leeftijd van zestien jaren tot het plegen van ontuchtige handelingen buiten echt met een derde verleiden, meermalen gepleegd;
de eendaadse samenloop van
feit 16:door beloften van geld een persoon een persoon, waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
en feit 17:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
de eendaadse samenloop van
feit 19:door beloften van geld een persoon een persoon, waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen;
en feit 20:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 22 subsidiair:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 25 subsidiair:poging een ander door een feitelijkheid en door bedreiging met een feitelijkheid en door bedreiging met smaadschrift te dwingen iets te doen, meermalen gepleegd;
feit 26:een afbeelding van een seksuele gedraging en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en/of verwerven en in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen,
terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Maatregel
- gelast de
terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt daarbij als
voorwaarden:
 Verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

ReclasseringstoezichtVerdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
  • Verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
  • Verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen.
  • Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
  • Verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
  • Verdachte werkt mee aan huisbezoeken.
  • Verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
  • Verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
  • Verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.

Opname in een zorginstellingVerdachte laat zich, aansluitend aan detentie, opnemen en behandelen in een nog nader te bepalen zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
De opname en behandeling duurt zolang de reclassering (in samenspraak met de zorginstelling) dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt.
Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing.

Ambulante behandelingVerdachte laat zich ambulant behandelen door een nog nader te bepalen zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Deze behandeling start aansluitend op de klinische behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering (in samenspraak met de zorgverlener) dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die deze zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.

Begeleid wonen of maatschappelijke opvangVerdachte verblijft, indien dit na overleg tussen behandelteam en reclassering geïndiceerd is, in een nog nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start, indien geïndiceerd, aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat deze instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

Time-outAls de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, kan verdachte voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.

Niet naar het buitenlandVerdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.

ContactverbodVerdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de slachtoffers in deze strafzaak, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.

Contact met minderjarigenVerdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarige meisjes. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, vinden deze contacten plaats in overleg met de reclassering.

Vermijden kinderporno
  • Verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt.
  • Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
 het seksueel getint communiceren met minderjarigen,
 het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen,
 het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd, waaronder het deelnemen aan digitale groepen, bijvoorbeeld op social media, waarin seksueel getint materiaal gedeeld en/of besproken wordt,
 het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma's op zijn digitale apparatuur,
 het aanwezig hebben of gebruiken op zijn digitale apparatuur van een tor(rent) browser en het gebruiken van het Darkweb,
 het verbergen van zijn internetgedrag middels een VPN of iets dergelijks of het gebruiken van hardware of software om dat te bereiken,
 het gebruiken van software als 4KStogram of anderszins, die beelden automatisch kunnen opslaan op een digitaal apparaat,
 het gebruiken van een andere (gebruikers)naam op social media om zijn identiteit te verhullen.
  • Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
  • Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.

RelatiesVerdachte geeft inzicht aan de reclassering en behandelaars over het ontstaan van potentieel nieuwe relaties en is transparant over het verloop van relaties.
- draagt de reclassering op verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
- legt aan verdachte op
de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten: 3 gsm’s en 2 computers (inclusief harde schijf);
Benadeelde partijen
-
wijstde vorderingen van de volgende benadeelde partijen
toetot de hieronder vermelde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vermelde data tot aan de dag der voldoening;
Benadeelde partij
Materiële schade
Immateriële schade
Totaal toegekend
Wettelijke rente vanaf
Meisje 1
€ 60,66
€ 7.500,00
€ 7.560,66
1 mei 2021
Meisje 2
€ 5.000,00
€ 5.000,00
10 juli 2019
Meisje 3
€ 1.500,00
€ 1.500,00
11 augustus 2020
Meisje 4
€ 2.500,00
€ 2.500,00
30 juni 2019
Meisje 5
€ 1.500,00
€ 1.500,00
27 november 2019
Meisje 6
€ 38,99
€ 2.500,00
€ 2.538,99
11 oktober 2022
Meisje 8
€ 3.500,00
€ 3.500,00
7 december 2020
Meisje 9
€ 7.500,00
€ 7.500,00
1 oktober 2020
Meisje 10
€ 2.500,00
€ 2.500,00
30 november 2020
Meisje 11
€ 2.000,00
€ 2.000,00
25 mei 2021
Meisje 12
€ 7.500,00
€ 7.500,00
15 november 2021
Meisje 13
€ 4.000,00
€ 4.000,00
12 juli 2020
Meisje 15
€ 500,00
€ 500,00
9 augustus 2022
Meisje 16
€ 5.000,00
€ 5.000,00
1 november 2020
Meisje 17
€ 1.500,00
€ 1.500,00
13 september 2020
Meisje 19
€ 1.000,00
€ 1.000,00
9 augustus 2022
Meisje 24
€ 1.000,00
€ 1.000,00
9 augustus 2022
Meisje 25
€ 1.000,00
€ 1.000,00
29 mei 2022
Meisje 26
€ 310,40
€ 2.000,00
€ 2.310,40
1 januari 2021
Meisje 29
€ 1.500,00
€ 1.500,00
9 augustus 2022
- wijst de vorderingen van de volgende benadeelde partijen voor het overige af:
meisjes 3, 6, 13, 15, 17, 19, 24, 25, 26 en 29;
- veroordeelt verdachte in de kosten van deze benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
-
verklaart meisje 14,
meisje 27,
meisje 28en
meisje 30 niet-ontvankelijkin hun vorderingen;
- bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten dragen;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hieronder vermelde slachtoffers, ter zake van de daarbij vermelde feiten, de vermelde bedragen te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vermelde data tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast tot het hieronder vermelde aantal dagen, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
Slachtoffer
Ter zake van feit
Bedrag
Wettelijke rente vanaf
Gijzeling
Meisje 1
1, 2, 26
€ 7.560,66
1 mei 2021
25 dagen
Meisje 2
3, 4, 26
€ 5.000,00
10 juli 2019
22 dagen
Meisje 3
5, 26
€ 1.500,00
11 augustus 2020
9 dagen
Meisje 4
6, 26
€ 2.500,00
30 juni 2019
13 dagen
Meisje 5
7, 26
€ 1.500,00
27 november 2019
9 dagen
Meisje 6
26
€ 2.538,99
11 oktober 2022
13 dagen
Meisje 8
9, 26
€ 3.500,00
7 december 2020
16 dagen
Meisje 9
10, 26
€ 7.500,00
1 oktober 2020
25 dagen
Meisje 10
12, 26
€ 2.500,00
30 november 2020
9 dagen
Meisje 11
13, 26
€ 2.000,00
25 mei 2021
11 dagen
Meisje 12
14, 15, 26
€ 7.500,00
15 november 2021
25 dagen
Meisje 13
16, 17, 26
€ 4.000,00
12 juli 2020
18 dagen
Meisje 15
26
€ 500,00
9 augustus 2022
4 dagen
Meisje 16
19, 20, 26
€ 5.000,00
1 november 2020
22 dagen
Meisje 17
21, 26
€ 1.500,00
13 september 2020
9 dagen
Meisje 19
26
€ 1.000,00
9 augustus 2022
7 dagen
Meisje 24
26
€ 1.000,00
9 augustus 2022
7 dagen
Meisje 25
24
€ 1.000,00
29 mei 2022
7 dagen
Meisje 26
25
€ 2.310,40
1 januari 2021
12 dagen
Meisje 29
26
€ 1.500,00
9 augustus 2022
9 dagen
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. P.A.M. Wijffels en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 mei 2024.