ECLI:NL:RBZWB:2024:290
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aftrek van zorgkosten en hypotheekrente wegens restschuld van een vervreemde eigen woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2024, wordt het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan de belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, waarbij de belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.710 had. Tevens was er belastingrente in rekening gebracht. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit werd ongegrond verklaard door de inspecteur. De rechtbank behandelt het beroep en de vraag of de belanghebbende recht heeft op aftrek van zorgkosten en hypotheekrente wegens een restschuld van een vervreemde eigen woning. De rechtbank concludeert dat de aanslag niet te hoog is en dat de inspecteur de aftrekposten terecht heeft gecorrigeerd. De belanghebbende heeft niet voldoende bewijs geleverd voor de door hem opgevoerde zorgkosten en de hypotheekrenteaftrek. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar bepaalt dat de inspecteur het door de belanghebbende betaalde griffierecht moet vergoeden.