ECLI:NL:RBZWB:2024:2845
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar in het kader van de Wet WIA
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres, B.V., in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam], tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar dat zij had ingediend tegen de afwijzing van een WIA-uitkering door het UWV. Het UWV had de aanvraag van [naam] op 30 juni 2023 afgewezen en het bezwaar van eiseres op 21 september 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen (medische) gronden waren ingediend. Eiseres stelde dat zij de ontbrekende stukken op 8 september 2023 had verzonden, maar het UWV ontving deze niet. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft geconcludeerd dat het bezwaar niet-ontvankelijk was, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de stukken tijdig ter post zijn aangeboden. De rechtbank verwijst naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de voorwaarden voor een bezwaarschrift beschrijven. Eiseres had de gelegenheid om het verzuim te herstellen, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.