Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 april 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,
Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat eiseres het bezwaarschrift na de bezwaartermijn heeft ingediend, wordt er gerekend vanaf het moment van de ontvangst van het bezwaarschrift. In dit geval dus 8 november 2022. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 13 maart 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 1 december 2023 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling ontvangen op 4 december 2023. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen negen weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiseres;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden.