Uitspraak
1.De procedure
- de aanvullende producties van [eiser]
- de conclusie van antwoord met producties
- de mondelinge behandeling van 3 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
als uitgangspunt (geldt) dat een goed werkgever een werknemer slechts de mogelijkheid mag onthouden om de overeengekomen arbeid te verrichten wanneer de werkgever daarvoor een redelijke grond heeft. Die grond dient voldoende zwaar te wegen, gelet op het in beginsel zwaarwegende belang van de werknemer om de bedongen arbeid te kunnen blijven verrichten.”
Gisteren had ik de derde sessie met [leidinggevende] en [eiser] . De drie sessies waren intensief en hebben geleid tot een aantal conclusies(…)
Tijdens de gesprekken bleek dat de communicatie tussen beide personen blijvend niet goed werkt.(…)
Gezamenlijk zijn we tot de conclusie gekomen dat [eiser] toekomst niet ligt bij de [afdeling 1] .(…)”