ECLI:NL:RBZWB:2024:2343
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.E. Vriends
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet met betrekking tot verblijf in het buitenland en kostendelersnorm
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2024, wordt de herziening en terugvordering van de bijstandsuitkering van eiseres beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, die haar bijstandsuitkering had herzien en teruggevorderd op basis van de Participatiewet. Het college stelde dat eiseres in 2016, 2017 en 2019 langer dan 28 dagen in het buitenland had verbleven en dat zij in de periode van 1 juni 2021 tot 1 november 2021 bij haar zus had gewoond, waardoor de kostendelersnorm van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had vastgesteld dat eiseres haar inlichtingenplicht had geschonden door niet te melden dat zij bij haar zus verbleef. De rechtbank verklaarde de beroepen van eiseres ongegrond, wat betekent dat de herziening en terugvordering van de bijstandsuitkering rechtmatig waren. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de verplichting om alle relevante feiten te melden op eiseres rustte, en dat het college op basis van de beschikbare informatie en verklaringen van eiseres tot de conclusie kon komen dat de bijstandsuitkering herzien moest worden.