Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam verzoekers] , uit [vestigingsplaats verzoekers], verzoeker
de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom, verweerder
Als derde-partijen nemen aan de zaken deel: [naam belanghebbende 1] uit [woonplaats belanghebbende 1] (gemachtigde: mr. F. Ergec) en [naam belanghebbende 2] uit [woonplaats belanghebbende 2] (hierna: de pandeigenaren).
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden
“In theehuis [naam theehuis] in [adres theehuis] in [plaats theehuis] worden dagelijks drugs verkocht. De drugs zijn opgeslagen in een verborgen ruimte in het pand.”Naar aanleiding van deze MMA-melding heeft de politie in de periode van 22 augustus 2023 tot en met 9 september 2023 onopvallende post-acties bij het theehuis uitgevoerd, waarbij meerdere kortstondige bezoeken zijn waargenomen. Enkele bezoekers zijn direct na hun vertrek door de politie gecontroleerd op het bezit van drugs. Bij alle bezoekers die zijn gecontroleerd werd ofwel een gripzakje met hennep in hun kleding aangetroffen, ofwel in de auto. Eén gecontroleerde bezoeker heeft tegen de politie verklaard dat hij hennep had gekocht bij het theehuis. Op 6 oktober 2023 heeft de politie bij het theehuis gepost en het theehuis doorzocht. In een jas in het theehuis vond een speurhond twaalf gripzakjes met daarin in totaal 29 gram hennep.
Procesverloop
Omvang van het geschil
Was de burgemeester bevoegd om te besluiten tot sluiting van het theehuis?
Heeft de burgemeester zijn bevoegdheid kunnen gebruiken?
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:
een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.
Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.
Hennepproducten: Bij een hoeveelheid van meer dan 5 planten wordt in beginsel aangenomen dat er sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Tevens wordt meer dan 5 gram als handelshoeveelheid gehanteerd;
Paddo’s: onder een handelshoeveelheid wordt verstaan een hoeveelheid van meer dan 0,5 gram gedroogde paddo’s en/of 5 gram verse dan wel niet gedroogde paddo’s.