Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser,
De Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Rotterdam (Svb),
Inleiding
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Voor 1 januari 2015 (wat betreft de periode hier in geding):
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de verzekerde dan wel dat kind op de eerste dag van een kalenderkwartaal woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.
a. de verzekerde die werkzaamheden verricht in het algemeen belang en niet in Nederland woont;
b. de verzekerde, die in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont; of
c. de gezinsleden van de in de onderdelen a en b bedoelde verzekerde.
a. de vindplaats van het desbetreffende verdrag of besluit, en
b. de eventueel in dat verdrag of besluit aanwezige beperkingen.
Na 1 januari 2015:
a. de verzekerde die werkzaamheden verricht in het algemeen belang en niet in Nederland woont;
b. de verzekerde, die in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont; of
c. de gezinsleden van de in de onderdelen a en b bedoelde verzekerde.