Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , gevestigd in [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
[belanghebbende] is een stichting zonder winstoogmerk. De retraites, studiedagen en lezingen worden op basis van kostprijs uitgevoerd. Eventuele positieve exploitatieoverschotten worden toegevoegd aan het stichtingsvermogen."
Als bijdrage voor de retraite wordt in de controleperiode € 53 per overnachting gevraagd. Dit bedrag staat al enkele jaren op hetzelfde niveau. Er worden kortingen gegeven aan mensen die minimale inkomsten hebben of monniken uit het buitenland die niet betalen. Dit wordt gecompenseerd door de Dana (giften) die de deelnemers op vrijwillige basis contant aan het eind van een retraite geven.”
is de onderneming geheel vrijgesteld van de omzetbelasting?’ bevestigend beantwoord en is als reden aangegeven ‘
Art.24, lid 4, Successiewet 1965’. Belanghebbende heeft in het formulier geen beschrijving van haar feitelijke werkzaamheden opgenomen. Wel heeft zij als bijlagen bij het formulier een uittreksel uit de Kamer van Koophandel en een afschrift van haar statuten bijgevoegd. Het formulier is namens belanghebbende ondertekend op 9 oktober 2004 en vervolgens inclusief bijlagen naar de inspecteur verstuurd.
Dit is een voorlopig oordeel. Bij later onderzoek kan blijken dat er geen of juist wel sprake is van ondernemerschap/inhoudingsplicht. Als in de toekomst de door de stichting/vereniging ontplooide activiteiten/werkzaamheden naar aard of omvang mochten wijzigen, dan dient dit aan mij te worden doorgegeven. Het kan immers zo zijn dat de stichting/vereniging door een dergelijke wijziging alsnog belastingplichtig wordt.”
Motivering
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag 2015 met een bedrag van € 4.180 tot € 17.905;
- vermindert de naheffingsaanslag 2016 met een bedrag van € 2.536 tot € 15.317;
- vermindert de naheffingsaanslag 2017 met een bedrag van € 3.442 tot € 23.545;
- vermindert de naheffingsaanslag 2018 met een bedrag van € 3.036 tot € 19.554;
- vernietigt de verzuimboeten die zijn vastgesteld bij de naheffingsaanslagen 2016, 2017 en 2018;
- wijzigt de belastingrentebeschikkingen in overeenstemming met de vermindering van de naheffingsaanslagen;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 365 aan belanghebbende moet vergoeden; en
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 3.090 aan proceskosten aan belanghebbende.