ECLI:NL:RBZWB:2024:1567
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken erfgenaam of gemachtigde
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 15 maart 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. Het beroep is ingediend tegen een beslissing van de inspecteur van 16 april 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er geen erfgenaam of gemachtigde is die de procedure kan voortzetten. Dit is vastgesteld na meerdere postzendingen die retour zijn gekomen, en na het constateren dat de gemachtigde is overleden. De rechtbank heeft brieven verzonden naar het laatst bekende adres van de gemachtigde en belanghebbende, maar heeft geen reactie ontvangen.
De rechtbank legt uit dat het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde betekent dat het processuele belang aan de beoordeling van het beroep is komen te ontvallen. Hierdoor kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en blijft de uitspraak op bezwaar in stand. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van de rechtbank is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.