ECLI:NL:RBZWB:2024:1566
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken erfgenaam of gemachtigde
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 maart 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er geen erfgenaam of gemachtigde is die de procedure kan voortzetten. Dit besluit is genomen zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat tijdens de beroepsprocedure meerdere postzendingen naar de belanghebbende retour zijn gekomen. Uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens bleek dat de gemachtigde van de belanghebbende is overleden. De rechtbank heeft brieven verzonden naar het laatst bekende adres van de gemachtigde en belanghebbende, maar deze zijn ook retour gekomen zonder enige reactie.
Het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde leidt ertoe dat het processuele belang aan de beoordeling van het beroep is komen te ontvallen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de uitspraak op bezwaar in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.