ECLI:NL:RBZWB:2023:8866
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen proceskostenvergoeding in belastingzaak ongegrond verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft de aanmaningskosten op de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende in de bezwaarfase niet om een proceskostenvergoeding heeft verzocht, wat noodzakelijk is voor toekenning van dergelijke kosten. De rechtbank baseert haar beslissing op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat het mogelijk maakt om zonder zitting uitspraak te doen als het beroep kennelijk ongegrond is. De rechtbank concludeert dat er geen recht op kostenvergoeding bestaat, omdat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat er in de bezwaarfase om een vergoeding is verzocht. De beslissing van de rechtbank houdt in dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep ongegrond wordt verklaard.