ECLI:NL:RBZWB:2023:8807
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van dividendbelasting door buitenlandse beleggingsfondsen en de rechtspositie van participanten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023, werd de zaak behandeld van een in Duitsland gevestigd beleggingsfonds dat verzocht om teruggaaf van ingehouden dividendbelasting over de boekjaren 2002 tot en met 2011. De rechtbank oordeelde dat de verzoeken van eiseres om teruggaaf van dividendbelasting terecht waren afgewezen. Eiseres, een 'Spezial-Sondervermögen' met meerdere participanten, had geen recht op teruggaaf omdat zij niet vergelijkbaar was met een fiscale beleggingsinstelling (fbi) in Nederland. De rechtbank volgde het standpunt van de inspecteur van de Belastingdienst, die betwistte dat eiseres in aanmerking kwam voor teruggaaf. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de teruggaafverzoeken in overeenstemming was met de jurisprudentie van de Hoge Raad en het Europese recht. Eiseres had niet ingestemd met een vervangende betaling, wat ook een reden was voor de afwijzing. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees erop dat er geen recht op vergoeding van rente bestond over de ingehouden dividendbelasting. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder buitenlandse beleggingsfondsen recht kunnen doen gelden op teruggaaf van dividendbelasting en de rol van de nationale en Europese jurisprudentie in deze context.