Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
1.Hoe is de procedure tot nu toe verlopen?
- de mondelinge behandeling van 12 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], een woning gekocht van gedaagde, [gedaagde], op 25 augustus 2020. De koopovereenkomst was opgesteld volgens het NVM-model en bevatte bepalingen over de staat van de onroerende zaak en aansprakelijkheid voor gebreken. Na de levering van de woning op 15 oktober 2020, meldden de eisers gebreken, waaronder een lekkend dak en een defecte zonneboiler, en stelden gedaagde aansprakelijk. De rechtbank heeft eerder een deskundigenonderzoek bevolen, maar een minnelijke oplossing bleef uit.
Tijdens de rechtszaak vorderden eisers schadevergoeding voor herstelkosten van het dak, vervangingskosten van de zonneboiler, hogere energiekosten en verstoring van het woongenot. Gedaagde betwistte de aansprakelijkheid en verwees naar de ouderdomsclausule in de koopovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat eisers geen schade lijden, omdat zij de woning inmiddels hadden verkocht en de herstelkosten niet meer voor hun rekening kwamen. De rechtbank wees alle vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 3.604,00.
De rechtbank concludeerde dat de bepalingen in de koopovereenkomst, met name de ouderdomsclausule en de aanvaarding van de woning in de staat waarin deze zich bevond, van groot belang waren voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. De eisers konden niet aantonen dat de gebreken zodanig waren dat deze de woning ongeschikt maakten voor normaal gebruik. De rechtbank benadrukte dat niet elke onvolkomenheid leidt tot aansprakelijkheid van de verkoper, vooral niet als de koper op de hoogte was van de staat van de woning bij de aankoop.