ECLI:NL:RBZWB:2023:8405

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
23-010909
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake beslag op telefoon en televisie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager, die zich richtte tegen het beslag dat was gelegd op zijn telefoon en televisie. Het klaagschrift werd behandeld in raadkamer op 29 september 2023, waarbij de klager niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. T. Roggenkamp, en de officier van justitie, mr. K. Pieters, ook aanwezig was. De klager verzocht om opheffing van het beslag, stellende dat er geen relatie bestond tussen de in beslag genomen goederen en de strafbare feiten waarvan hij verdacht werd. De rechtbank overwoog dat het beslag op de Sony telefoon gerechtvaardigd was vanwege het belang van waarheidsvinding, vooral omdat de klager weigerde de toegangscode te verstrekken, wat het onderzoek vertraagde. De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond voor de Sony telefoon, maar oordeelde dat het beslag op de televisie niet langer proportioneel was, gezien het gebrek aan een formele vervolgingsbeslissing na zes maanden. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond voor de televisie en gelastte de teruggave aan de klager. De beslissing werd genomen door rechter mr. E.G.F. Vliegenberg, in aanwezigheid van griffier J.H. Cornelissen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
rk.nummer: 23-010909
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]
geboren op [geboortedag] 1981
wonende op [woonadres]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. T. Roggenkamp, Molenstraat 10 te 4701 JS Roosendaal.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 20 maart 2023 onder klager in beslag is genomen: een telefoon van het merk Sony, type Xperia, kleur zwart (hierna te noemen: de Sony telefoon);
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, waaruit blijkt dat op 21 maart 2023 onder klager in beslag is genomen: een telefoon van een onbekend merk, type Addo, kleur blauw (hierna te noemen: de Addo telefoon);
  • een proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2023, waaruit blijkt dat op op 20 maart 2023 onder klager in beslag is genomen: een televisie en de bekabeling naar een geluidsbox (hierna te noemen: de televisie en de bekabeling);
  • het klaagschrift, ingediend op 28 april 2023 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 29 september 2023. Gehoord zijn de officier van justitie, mr. K. Pieters, en mr. T. Roggenkamp als gemachtigd raadsman van klager.
Klager is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het gelegde beslag op een telefoon en een televisie met last tot teruggave aan klager. Daartoe is aangevoerd dat er geen relatie bestaat tussen de goederen en de vermeende strafbare gedragingen, waardoor niet te verwachten valt dat de goederen verbeurd verklaard zullen worden. Voor de televisie valt niet in te zien waarom deze in het kader van de strafzaak langer in beslag moet worden gehouden. Daarnaast heeft klager een zwaarwegend belang bij spoedige teruggave van zijn telefoon, nu hij deze nodig heeft om privézaken te regelen. In raadkamer heeft de raadsman hieraan toegevoegd dat er kennelijk sinds kort een nieuwe methode bestaat om mobiele telefoons binnen 6 maanden te kraken, zodat klager subsidiar verzoekt om teruggave van de telefoon ná afronding van het onderzoek. Klager is daarbij niet bereid om de toegangscodes van zijn telefoon te verstrekken. Ten aanzien van de televisie voert de raadsman aan dat het strafvorderlijk belang van de inbeslagname ontbreekt en dat het in het kader van de proportionaliteit en subsidiariteit voor de hand had gelegen om enkel de stereoinstallatie of de bekabeling in beslag te nemen. De raadsman verzoekt derhalve om het klaagschrift gegrond te verklaren en klager te compenseren nu in raadkamer is gebleken dat de televisie is vervreemd. Geconfronteerd met het gegeven dat er onder klager 2 telefoons in beslag zijn genomen, heeft de raadsman te kennen gegeven dat klager alleen zijn telefoon terug wil. De rechter heeft hem voorgehouden dat uit het dossier lijkt te volgen dat klager over de Addo telefoon heeft gezegd dat deze van een ander zou zijn en dat zij vermoedt dat klager dan de Sony terug wil. De raadsman heeft hierop te kennen gegeven dat hiervan uit kan worden gegaan.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de Sony telefoon door het aantreffen van verdovende middelen en een mogelijke verdenking van het treffen van voorbereidingshandelingen voor waarheidsvinding in beslag is genomen. Ten aanzien van de proportionaliteit stelt de officier van justitie dat het onderzoek aan de Sony telefoon lang duurt, omdat klager de toegangscode niet wil verstrekken en deze hierdoor middels een nieuwe methode moet worden gekraakt. Als klager de toegangscode van zijn Sony telefoon verstrekt kan dit onderzoek al binnen enkele weken zijn afgerond. Naast dit onderzoeksbelang acht de officier van justitie het niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter later het beslag verbeurd zal verklaren. Ten aanzien van de televisie heeft de officier van justitie aangegeven dat er nog een vervolgingsbeslissing over de geluidsoverlast dient te worden genomen, maar dat klager wel vervolgd zal worden voor het veroorzaken van geluidsoverlast. Het is echter nog niet bekend wanneer deze beslissing zal worden genomen. Aangezien de televisie de bron was van herhaaldelijke geluidsoverlast, was de inbeslagneming hiervan proportioneel. Kennelijk is hierbij door de verbalisant ook al een keuze in het kader van de proportionaliteit gemaakt door niet de hele stereoinstallatie in beslag te nemen.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijk beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad sinds HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, r.o. 2.8 en 2.9, dient de rechter, in geval van een klaagschrift tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard en kan, mits de hiervoor bedoelde ander zelf een klaagschrift heeft ingediend, de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4o, Sr in verbinding met artikel 552f Sv.
De toe te passen maatstaf sluit niet uit dat de rechtbank, indien de omstandigheden van het geval dat meebrengen, bij de beoordeling van het klaagschrift tevens onderzoekt of voortzetting van het beslag in overeenstemming is met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit (vgl. HR 18 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:379).
De rechtbank is van oordeel dat er voor het beslag op de Sony telefoon nog een belang van waarheidsvinding bestaat en de proportionaliteitstoets niet maakt dat handhaving van het beslag onevenredig is. Zeker gelet op het feit dat het onderzoek langer duurt omdat klager de toegangcodes niet wil verstrekken. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag op de Sony telefoon dan ook ongegrond verklaren.
Ten aanzien van de televisie is de rechtbank van oordeel dat het gelet op de verdenking en de kennelijke antecedenten van klager niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later het beslag verbeurd zal verklaren. Echter is de rechtbank bij het toepassen van de proportionaliteitstoets van oordeel dat handhaving van het beslag niet langer proportioneel is. Klager wordt kennelijk een overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna te noemen: APV) verweten, maar er is na 6 maanden nog geen formele vervolgingsbeslissing genomen. Gelet op de aard van de verdenking en het gegeven dat de officier van justitie in raadkamer onvoldoende duidelijkheid over een vervolgingsbeslissing heeft kunnen verschaffen is de rechtbank van oordeel dat handhaving van het beslag disproportioneel is. Nu het beslag op de televisie niet kan voortduren én de rechtbank niet is gebleken dat een ander dan klager redelijkerwijs als rechthebbende is aan te merken, zal de rechtbank het klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag gegrond verklaren en de teruggave van de televisie aan klager gelasten.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart:
- gegrond voor zover het is gericht tegen het op grond van artikel 94a Sv gelegde beslag op de televisie en gelast de teruggave daarvan aan klager. Voor het overige verklaart de rechtbank het klaagschrift ongegrond.
Deze beslissing is op 13 oktober 2023 gegeven door mr. E.G.F. Vliegenberg, rechter, in tegenwoordigheid van J.H. Cornelissen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 oktober 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).