In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023 wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen beoordeeld. Eiseres, die eerder een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontving, heeft in 2021 een WIA-uitkering aangevraagd, welke door het UWV is geweigerd op basis van een arbeidsongeschiktheid van 6,3%. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en een vertegenwoordiger van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek door het UWV onvoldoende zorgvuldig is uitgevoerd. De verzekeringsartsen hebben de klachten van eiseres, waaronder rug-, heup- en schouderklachten, niet volledig in hun beoordeling meegenomen. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende onderbouwing is voor de vastgestelde belastbaarheid van eiseres en dat de functies die aan de arbeidsongeschiktheidsschatting ten grondslag liggen, mogelijk niet geschikt zijn. De rechtbank heropent het onderzoek en geeft het UWV de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Eiseres heeft geen nieuwe geschilpunten ingebracht, en de rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.