In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres inzake de toewijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een elektrische kookplaat, die aanvankelijk was afgewezen door Werkplein Hart van West-Brabant. Na bezwaar werd de aanvraag herzien en werd bijzondere bijstand toegekend in de vorm van een geldlening van € 475,-. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op bijzondere bijstand voor de kosten van de kookplaat, maar dat er onenigheid bestaat over de vorm waarin deze bijstand is verleend. Eiseres stelde dat zij recht had op bijstand om niet, terwijl Werkplein de bijstand in de vorm van een lening heeft verstrekt. De rechtbank overweegt dat de Participatiewet de mogelijkheid biedt om bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een lening of borgtocht, maar dat dit geen verplichting is. De rechtbank concludeert dat Werkplein de beleidsregels correct heeft toegepast en dat er geen sprake is van een toezegging die het vertrouwen van eiseres heeft gewekt dat zij bijstand om niet zou ontvangen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beslissing van Werkplein om de bijstand in de vorm van een lening te verstrekken, wordt gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat er geen reden is voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak wordt openbaar gemaakt.