Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder had dus uiterlijk op 30 september 2021 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 9 juni 2023 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 418,50 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden.