ECLI:NL:RBZWB:2023:7829
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanspraak op studiefinanciering van een Zuid-Afrikaanse eiser met een verblijfsvergunning
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van een Zuid-Afrikaanse eiser inzake zijn aanspraak op studiefinanciering. Eiser heeft op 17 december 2021 een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, maar deze is op 14 februari 2022 door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) afgewezen, omdat hij niet voldoet aan de nationaliteitseis. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar DUO heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 20 september 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl DUO vertegenwoordigd was door mr. G.J.M. Naber en mr. M.M. Remmelts.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet de Nederlandse nationaliteit bezit en ook geen burger is van een EU-lidstaat. De relevante wetgeving, zoals de Wet studiefinanciering 2000, stelt dat alleen studenten met de Nederlandse nationaliteit of bepaalde gelijkgestelde groepen in aanmerking komen voor studiefinanciering. Eiser heeft een verblijfsvergunning type I, regulier, met de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid bij zijn vader’, maar deze geeft geen recht op studiefinanciering. De rechtbank concludeert dat DUO op goede gronden heeft geweigerd eiser studiefinanciering toe te kennen, en dat het beroep ongegrond is.
Eiser heeft ook gewezen op de lange afhandelingsduur van zijn bezwaar, maar de rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek tot schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 november 2023.