Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 oktober 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (DUO), verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de beslissing van DUO om studiefinanciering toe te kennen op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) voor de periode van juni tot en met oktober 2022. Eiser, geboren op 23 januari 2001 en burger van de Europese Unie, had studiefinanciering aangevraagd voor de maanden juni tot en met oktober 2022, maar kreeg geen toekenning voor november en december 2022. DUO verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond, omdat hij niet voldeed aan de nationaliteitseis voor die maanden. De rechtbank heeft het beroep op 14 september 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen.
De rechtbank oordeelt dat eiser wel procesbelang heeft, omdat zijn beroepsgronden niet alleen betrekking hebben op de studiefinanciering voor 2022, maar ook op de wijze van toekenning en de mogelijkheid van toekenning voor het gehele kalenderjaar. De rechtbank verwijst naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 14 april 2023, waarin het belang van DUO werd erkend om periodiek te controleren of EU-studenten voldoen aan de vereisten van migrerend werknemerschap. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling dat DUO studiefinanciering voor het gehele kalenderjaar 2022 had moeten toekennen, omdat de situatie van eiser verschilt van die in eerdere uitspraken.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends en openbaar gemaakt op 26 oktober 2023.