In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. P.S. Folsche, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door F. Hummel – Fekkers. Eiser had een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, die door verweerder gedeeltelijk was afgewezen op basis van de nationaliteitseis. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag voor de periode van januari 2022 tot en met december 2022 onterecht was, omdat de beslissing was genomen voordat het te beoordelen tijdvak was aangevangen. De rechtbank concludeerde dat eiser, die een nul-urencontract had, niet bij voorbaat het migrerend werknemerschap kon worden ontnomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op het griffierecht en de proceskosten aan eiser te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de status van migrerende werknemers en de noodzaak om beslissingen niet te nemen voordat het relevante tijdvak is aangevangen.