In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiser, geboren op 24 september 1992, had op 2 september 2021 een aanvraag ingediend bij het UWV, die op 14 december 2021 werd afgewezen. Het UWV handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit op 3 maart 2023. De rechtbank heeft het beroep op 4 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiser arbeidsvermogen heeft. Dit oordeel is gebaseerd op de bevindingen van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, die hebben gerapporteerd dat eiser in staat is om 1 uur aaneengesloten te werken en ten minste 4 uur per dag belastbaar is. Eiser heeft een progressieve aandoening, maar de rechtbank oordeelt dat de medische informatie niet voldoende onderbouwt dat hij niet in staat zou zijn om deze uren te werken. De rechtbank wijst erop dat eiser in het verleden, tot begin 2021, nog kon werken en dat hij over basale werknemersvaardigheden beschikt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding of schadevergoeding, en het griffierecht wordt niet vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.