ECLI:NL:RBZWB:2023:6809
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid beroep van ontbonden rechtspersoon in belastingzaak
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende, een ontbonden rechtspersoon, tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De inspecteur had aan belanghebbende voor het tijdvak van 1 november 2015 tot en met 31 december 2016 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd van € 50.000, vergezeld van een verzuimboete van € 2.639. Het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag werd ongegrond verklaard, terwijl het bezwaar tegen de boete gegrond werd verklaard, wat resulteerde in een vermindering van de boete naar € 500.
De rechtbank heeft op 12 september 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig waren. Belanghebbende heeft een uittreksel uit het Handelsregister overgelegd, waaruit blijkt dat zij op 31 december 2016 is opgehouden te bestaan wegens gebrek aan baten. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of het beroep ontvankelijk is. Aangezien belanghebbende door haar ontbinding is opgehouden te bestaan, en er geen verzoek tot heropening van de vereffening is gedaan, concludeert de rechtbank dat het procesbelang aan het beroep is komen te ontvallen.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. Belanghebbende krijgt het griffierecht niet terug en ontvangt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en is openbaar gemaakt op 24 oktober 2023. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingesteld.