4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Niet ter discussie staat dat verdachte seksueel contact heeft gehad met het slachtoffer, dat onder meer bestond uit het betasten van haar billen en het brengen van zijn penis in haar vagina. Verdachte heeft dat ook bekend. De vraag die moet worden beantwoord is of hiermee sprake is geweest van verkrachting of binnendringen van het lichaam terwijl iemand in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeert.
Primair - verkrachting
Om tot een bewezenverklaring van verkrachting als bedoeld in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr.) te kunnen komen dient vast komen te staan dat verdachte door geweld of andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of andere feitelijkheden, het slachtoffer heeft gedwongen om het seksueel contact te ondergaan.
Los van de vraag of de rechtbank de verklaring van het slachtoffer, dat het seksueel contact tegen haar wil heeft plaatsgevonden, geloofwaardig vindt, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte haar door geweld of bedreiging met geweld heeft gedwongen tot het ondergaan van dat seksueel contact. Hoewel de in de tenlastelegging weergegeven feitelijkheden door verdachte niet zijn weersproken, is de rechtbank van oordeel dat die feitelijkheden op zichzelf en in samenhang bezien geen dwangsituatie opleveren. Reeds daarom kan niet tot een bewezenverklaring worden gekomen van de ten laste gelegde verkrachting, zodat verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
Subsidiair - seksueel binnendringen van een onmachtige
Voor een bewezenverklaring van artikel 243 Sr is vereist dat sprake is van het plegen van handelingen die (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van iemand, van wie de dader weet dat diegene verkeert in een staat van bewusteloosheid, lichamelijke onmacht, dan wel lijdt aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat zij als gevolg daarvan niet of onvolkomen in staat is om ten aanzien van de seksuele handelingen:
- hetzij haar wil te bepalen;
- hetzij die wil kenbaar te maken;
- hetzij weerstand te bieden tegen die handelingen.
Uit de verklaring van het slachtoffer leidt de rechtbank onder meer af dat zij zich op enig moment verdoofd voelde en geen contact meer kon krijgen met iemand. Zij was niet meer
in staat om te lopen en te reageren. Verdachte sleepte haar naar zijn auto en zette haar op de achterbank. Verdachte trok haar broek en onderbroek naar beneden en ook die van zichzelf. Hij spreidde haar benen en stopte zijn penis in haar vagina. Het slachtoffer probeerde iets te zeggen, maar er kwam niets uit haar. Zij probeerde zich te bewegen, maar ook dat lukte haar niet. Na een aantal minuten stopte verdachte met het penetreren van haar vagina, kleedde hij haar en zichzelf weer aan en verliet hij de auto.
De rechtbank acht de verklaring van het slachtoffer over haar toestand geloofwaardig, nu
deze verklaring steun vindt in zowel de verklaring van verdachte als de door verdachte via Facebook Messenger verstuurde berichten naar [naam 2] . Een en ander wijst er ook voldoende op dat de passiviteit van het slachtoffer, zoals hierboven verwoord, voortvloeide uit een bij haar bestaande situatie van lichamelijke onmacht en dat verdachte dat ook wist. Verdachte heeft immers tijdens de zitting verklaard dat het erop leek alsof het slachtoffer de macht over haar benen verloor, waardoor zij niet meer in staat was zelf te lopen en hij haar zodanig moest ondersteunen dat hij dat slechts korte tijd vol heeft kunnen houden. Op 20-30 meter van hun bestemming stond de auto van verdachte waar hij haar op de achterbank heeft gelegd. Opvallend is ook dat een fysieke reactie van het slachtoffer richting verdachte uitbleef toen zij op de achterbank lag. Verdachte heeft tijdens de zitting immers verklaard dat hij haar en zichzelf (deels) heeft ontkleed en dat hij haar benen omhoog heeft gedaan en zijn penis in haar vagina heeft gedaan. Volgens verdachte kwam er vanuit het slachtoffer geen reactie toen het gebeurde en evenmin daarna. Hij nam op enig moment ook waar dat haar ogen gesloten waren, waarna hij haar weer heeft aangekleed en haar in de auto heeft achtergelaten. Dat het slachtoffer in een toestand van fysieke weerloosheid verkeerde en verdachte zich daarvan terdege bewust is geweest, leidt de rechtbank ook af uit het feit dat verdachte via Facebook Messenger naar [naam 2] heeft gestuurd, dat het slachtoffer niet bij zinnen was en dat het was alsof zij plotseling wegdreef. Voor de geloofwaardigheid van de verklaring van het slachtoffer, neemt de rechtbank ook in aanmerking dat [getuige 2] heeft verklaard over haar emotionele toestand kort na het incident. [getuige 2] trof het slachtoffer huilend aan voor de deur van de woning. Overigens is de rechtbank van oordeel dat, ook al zou zij een bepaald signaal hebben afgegeven richting verdachte, zoals hij heeft beweerd, hij vanwege haar toestand, die hem niet is ontgaan, de handelingen niet bij haar had mogen verrichten.
Op grond van de bewijsmiddelen zoals opgenomen in de bijlage acht de rechtbank derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde feit.