Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 september 2023 in de zaak tussen
mr. [belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Motivering
Artikel 3 Berekening voordeel uit sparen en beleggen
1. Het voordeel uit sparen en beleggen wordt berekend door de vermenigvuldiging van het effectieve rendementspercentage, bedoeld in het tweede lid, met de grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2. Het effectieve rendementspercentage wordt gesteld op het rendement, bedoeld in het derde lid, gedeeld door de rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
3. Het rendement voor het betreffende kalenderjaar is het in kolom I vermelde percentage van de waarde van de banktegoeden aan het begin van het kalenderjaar (peildatum), vermeerderd met het in kolom II vermelde percentage van de waarde van de overige bezittingen op de peildatum, verminderd met het in kolom III vermelde percentage van de waarde van de schulden op de peildatum.
(…).”
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 48 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 862,68 aan proceskosten aan belanghebbende.
mr.drs. M.H. van Schaik, en mr. V.A. Burgers, leden, in aanwezigheid van mr. B.W. Liu, griffier op 22 september 2023. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Informatie over hoger beroep
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.