ECLI:NL:RBZWB:2023:662
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag op grond van de Wet open overheid
In deze zaak gaat het om een beroep dat eisers hebben ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag van 26 september 2022, zoals vereist door artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. Eisers hebben de aanvraag ingediend om documenten die door verweerder zijn opgemaakt in eerdere procedures, waarin de rechtbank had bepaald dat er nieuwe besluiten moesten worden genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 29 september 2022 door verweerder is ontvangen en dat verweerder uiterlijk op 27 oktober 2022 had moeten beslissen. Aangezien dit niet is gebeurd, hebben eisers verweerder in gebreke gesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eisers betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak is gedaan op 31 januari 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.