ECLI:NL:RBZWB:2022:5287
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door college en burgemeester van de gemeente Sluis
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 9 september 2022, zijn de beroepen van eisers tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis en de burgemeester van de gemeente Sluis aan de orde. De zaak betreft de niet tijdige besluitvorming op de aanvragen en bezwaren van eisers, die eerder in een uitspraak van 5 maart 2021 (ECLI:NL:RBZWB:2021:997) was behandeld. In die uitspraak werd bepaald dat verweerders een nieuw besluit moesten nemen, maar eisers stelden dat dit niet was gebeurd. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerders niet tijdig hebben beslist en dat eisers hen in gebreke hebben gesteld. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de beroepen gegrond zijn, omdat er geen nieuw besluit is genomen. Verweerders zijn opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog de besluiten bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast zijn verweerders verplicht om het door eisers betaalde griffierecht van € 181,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.