ECLI:NL:RBZWB:2023:6602
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland inzake openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland, dat is genomen naar aanleiding van een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de planontwikkeling Perkpolder, waaronder de bouw van een jachthaven en woningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op verschillende momenten heeft gereageerd op het Wob-verzoek, maar dat er ook meerdere beslissingen zijn genomen die door eiser zijn bestreden.
De rechtbank heeft in deze zaak de procedurele aspecten van het Wob-verzoek en de daaropvolgende beslissingen van verweerder beoordeeld. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld en beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft eerder uitspraken gedaan over deze procedurele kwesties, waarbij het beroep van eiser in sommige gevallen niet-ontvankelijk werd verklaard en in andere gevallen gegrond. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder ten onrechte informatie heeft geweigerd op basis van de Wob, met name informatie die feitelijke mededelingen bevatte.
In de conclusie heeft de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, rekening houdend met de uitspraak. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de Wob inmiddels is vervangen door de Wet open overheid (Woo), wat van invloed is op het nieuw te nemen besluit. Tot slot is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden.