ECLI:NL:RBZWB:2023:6547

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
AWB- 22_3449
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een Wajong-uitkering door het UWV

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Wajong-uitkering. Eiseres, geboren in 1998, had eerder een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze was op 30 september 2016 geweigerd na een verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek. Eiseres maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard. In 2021 diende zij opnieuw een aanvraag in, die wederom werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar vertegenwoordigers aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat eiseres niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelt dat eiseres in staat is om ten minste twee uur per dag te werken en het wettelijk minimumloon te verdienen. De rechtbank wijst het verzoek om een deskundige te benoemen af, omdat er geen reden is om te twijfelen aan de beoordeling door het UWV. De uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks op 12 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/3449 WAJONG

uitspraak van 12 september 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] te [plaats] , eiseres,

wettelijk vertegenwoordigers/bewindvoerders: [vertegenwoordiger 1] en [vertegenwoordiger 2] ,
[gemachtigde] ,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Eiseres, geboren op [geboortedag] 1998, heeft op 14 juni 2016 een Beoordeling arbeidsvermogen ten behoeve van een Wajong-uitkering aangevraagd bij het UWV. Na verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV met een besluit van 30 september 2016 geweigerd om aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen. Tevens heeft het UWV eiser opgenomen in het doelgroepregister. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de weigering. Met een beslissing op bezwaar van 30 maart 2017 heeft het UWV het bezwaar van eiseres tegen het besluit van 30 september 2016 ongegrond verklaard. Eiseres heeft hierop beroep ingesteld tegen dit besluit bij de rechtbank Gelderland. Die rechtbank heeft, na schorsing, met een uitspraak van 1 mei 2018 (ECLI:NL:RBGEL:2018:2006) het beroep gegrond verklaard, het besluit van 30 september 2016 vernietigd vanwege een – inmiddels hersteld – zorgvuldigheidsgebrek en de rechtsgevolgen van dit besluit in stand gelaten.
Op 19 mei 2021 heeft eiseres opnieuw een Beoordeling arbeidsvermogen aangevraagd bij het UWV. Na verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV met een besluit van 28 juli 2021 (primair besluit) geweigerd aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en is in dit kader op 4 mei 2022 door het UWV gehoord. Na verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige heroverweging heeft het UWV vervolgens met een beslissing op bezwaar van 15 juni 2022 (bestreden besluit) het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard. Eiseres heeft hierop beroep ingesteld tegen dit besluit bij deze rechtbank.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2023 in Breda op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar wettelijk vertegenwoordigers, haar gemachtigde, [bedrijfsarts] en namens het UWV [naam 1] . Als toehoorder is verschenen de begeleidster van eiseres, [naam 2] .
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Zij doet dit aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
2.1
De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
3. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Medisch onderzoek
4. Aan het bestreden besluit ligt een onderzoek van een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) ten grondslag.
Verzekeringsarts Verwijst heeft eiseres gezien op het spreekuur van 19 juli 2021, waarbij psychisch onderzoek is verricht, heeft het dossier bestudeerd en heeft overlegd met de procesbegeleider en arbeidsdeskundige. De verzekeringsarts heeft op 20 juli 2021 het volgende gerapporteerd. Eiseres is bekend met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) na een hoogenergetisch trauma (HET) in 2011. Eiseres heeft hiervoor uitgebreide revalidatiebehandeling gehad en heeft een behandel-/begeleidingstraject bij [behandelaar] doorlopen. Eiseres ondergaat al enige tijd geen behandeling meer, maar ontvangt nog wel één à twee keer per week praktische begeleiding in de thuissituatie. Eiseres is tevens gediagnosticeerd met astma, waarvoor ze door de longarts wordt behandeld met medicatie en één à twee keer per jaar een controleafspraak heeft. Voor het beoordelen van de belastbaarheid werd de richtlijn NAH en arbeidsparticipatie geraadpleegd. Eiseres heeft problemen op het gebied van stresshantering, waardoor stresserende factoren beperkt dienen te worden. Eiseres heeft tevens een beperking ten aanzien van conflicthantering. Eiseres heeft moeite met het uiten van haar gevoelens, waardoor ze ook het risico loopt over haar eigen grenzen heen te gaan. Eiseres is gebaat bij een rustige werkomgeving, waarbij ze onder andere niet continu wordt blootgesteld aan veel (harde) geluiden. Eiseres heeft behoefte aan structuur. Eiseres vindt het moeilijk om bij veranderingen direct te schakelen en zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Als gevolg van astma heeft eiseres een beperking op fysiek gebied ten aanzien van blootstelling aan stof/rook. Vanwege de ervaren energetische belemmeringen werd een beperking in de duurbelastbaarheid overwogen, waarbij de standaard Duurbelastbaarheid in arbeid werd geraadpleegd. Het is bekend dat een energetische beperking kan optreden bij iemand met NAH. Uit het dagverhaal blijkt ook een verhoogde recuperatiebehoefte. Eiseres moet mentale of fysieke inspanning afwisselen met rust. Een beperking in de duurbelastbaarheid op energetische gronden tot 4 uur per dag en 20 uur per week is van toepassing. Vanwege behoefte aan een goede nachtrust zijn nachtelijke werkzaamheden voor eiseres niet geschikt. Eiseres geeft aan dat gebleken is dat 10 uur per week het maximaal haalbare is. In het overleg met de arbeidsdeskundige komt naar voren dat het huidige werk als [functie] niet passend lijkt te zijn, doordat onvoldoende rekening wordt gehouden met haar beperkingen, het werk te energetisch belastend is en zij dan ook maar in beperkte mate in staat is het werk vol te houden. Er is geen sprake van het ontbreken van arbeidsvermogen op medische gronden. Eiseres is zoals hierboven beschreven ten minste vier uur per dag belastbaar. Eiseres wordt tevens in staat geacht om één uur aaneengesloten zelfstandig werkzaamheden te verrichten, omdat uit onderzoek geen aanwijzingen naar voren komen dat zij hiertoe niet in staat is. In het kader van de herhaalde aanvraag Wajong dient vastgesteld te worden of er nieuwe feiten/omstandigheden zijn die aanleiding geven om het eerdere oordeel te herzien. In 2016 ontbrak het arbeidsvermogen, omdat eiseres niet ten minste vier uur per dag belastbaar werd geacht. Het ontbreken werd niet duurzaam geacht. Eiseres was op dat moment bezig met een behandeltraject van [behandelaar] , waardoor zij niet iedere dag beschikbaar was voor arbeid. Er is geen sprake meer van een beperkte beschikbaarheid als gevolg van behandeling, dus zijn er bij huidig onderzoek nieuwe feiten/omstandigheden die aanleiding geven om het eerdere oordeel te herzien. Eiseres wordt op dit moment vier uur per dag belastbaar geacht. Hierdoor is geen sprake meer van het ontbreken van arbeidsvermogen op basis van de beperking in de duurbelastbaarheid.
In de bezwaarfase heeft verzekeringsarts b&b Van Heugten eiseres gezien op de hoorzitting van 4 mei 2022 en heeft het dossier bestudeerd. De verzekeringsarts b&b heeft op 10 mei 2022 gerapporteerd dat er sprake is van een zorgvuldig opgebouwd dossier. De kern van de medische bezwaren is gelegen in het feit dat er forse energetische beperkingen zouden zijn die in de loop van de dag meer hun tol eisen, in die zin dat eiseres dan door vermoeidheid minder goed gaat functioneren. Eiseres heeft in aangepaste vorm als [functie] gewerkt maar is hierin vastgelopen, met name omdat zij niet goed leerbaar bleek en doordat ze het overzicht kwijtraakte steeds fouten dreigde te maken en dan weer om ondersteuning vroeg. Op basis van dit beloop denkt de verzekeringsarts b&b dat eiseres in het werk overvraagd is geweest. Waarbij de inhoud van het werk ook een rol speelt. Immers, het waren geen routinematige, voorspelbare eenvoudige praktische handelingen, maar zij moest bijvoorbeeld klanten te woord staan en afspraken maken. De ervaringen in deze werkhervatting zijn dan ook niet eenduidig te extrapoleren naar werk in het algemeen. Op basis van het schoolverleden en het feit dat zij ook een uur kan tennissen, deelt de verzekeringsarts b&b de visie van verzekeringsarts Verwijst en [bedrijfsarts] dat eiseres één uur aaneengesloten kan werken. Ook is er geen reden om aan te nemen dat zij op medische gronden geen basale werknemersvaardigheden heeft. De vraag is echter of terecht gesteld is dat eiseres vier uur per dag belastbaar is. Enerzijds heeft ze dit wel in haar opleiding tot [functie] kunnen volbrengen, maar anderzijds komt naar voren dat dit haar veel kruim kostte en ondersteuning van derden nodig was. De verzekeringsarts b&b acht het aannemelijk dat eiseres niet duurzaam vier uur per dag belastbaar is. Gezien het opleidingsverleden, de werkzaamheden die ze heeft gedaan en het dagverhaal is aannemelijk dat eiseres wel twee à drie uur per dag belastbaar is. Dit sluit aan bij wat [bedrijfsarts] beschrijft. Hierbij moeten de werkzaamheden wel voldoen aan de voorwaarden die de verzekeringsartsen hebben beschreven. Eiseres heeft met name moeite met schakelen, complexe handelingen en hectiek. Niet aannemelijk is dat eiseres gezien haar dagelijks functioneren niet in staat zou zijn zelfstandig routinematige, eenvoudige (vooral uitvoerende) handelingen uit te voeren.
In de beroepsfase heeft verzekeringsarts b&b Schippers op 23 maart 2023 het volgende aanvullend gerapporteerd. Ten tijde van de beoordeling door de primaire arts is aangegeven dat eiseres op medisch vlak bekend was met een NAH (met astma als nevenpathologie). De gestelde problematiek sluit ook in beroep ongewijzigd aan met wat bekend is over eiseres vanuit het dossier in de primaire fase en bezwaarfase. De in beroep aangeleverde medische informatie ligt hiermee in lijn en ook eiseres zelf bestrijdt dit punt niet. Er zijn dus geen redenen om te veronderstellen dat de gestelde medische problematiek incorrect zou zijn. Eiseres is niet navolgbaar in haar stelling dat verdere beperkingen zouden moeten worden geduid op het vlak van duurbelasting en begeleidingsbehoefte. Dat er op energetisch vlak de noodzaak zou bestaan tot een break/rustdag, waardoor eiseres maximaal 4 keer 2 uur per dag belastbaar zou zijn, is medisch inhoudelijk geen logische beperking. De energiehuishouding van de mens kent een cyclisch karakter met (ongeveer) een 24-uursritme. Er is hierdoor geen rationele reden aan te geven voor zaken zoals een rustdag/break. De belasting dient dusdanig te worden ingedeeld dat dit de dagelijkse belastbaarheid van eiseres niet overschrijdt. Hier is middels de al geduide beperkingen al zorg voor gedragen. Aanvullend hieraan is het gegeven dat ook het dagelijks leven (dagverhaal) geen indicatie geeft om een rustdag/break in te lassen. Zij woont zelfstandig (met ondersteuning in huishouden en administratie/financiën) en heeft dagen van voldoende lengte (7.10 uur tot 21.30 uur). Door behandelaars is er medisch ook geen strikte bedrust voorgeschreven op bepaalde tijden of voor een bepaalde lengte van tijd. Het gegeven dat eiseres in haar werk als [functie] de ervaring heeft gehad na 1,5 of 2 dagen werk een dag rust/recuperatie nodig te hebben, doet hier niet aan af. Dit werk was, ook in de vorm waarin eiseres dit heeft uitgevoerd, dusdanig dat het haar belastbaarheid overschreed en onvoldoende tegemoetkwam aan haar beperkingen. Eiseres wordt ongewijzigd in staat geacht om 1 uur aaneengesloten zelfstandig actief te kunnen zijn. Dit heeft zij zowel in haar werk als [functie] gedaan en daarnaast ook privé (huiselijke activiteiten en sporten). Dit heeft zij voordien ook aangetoond te kunnen in de jaren dat zij een beroepsopleiding op MBO-4 niveau volgde. De door [bedrijfsarts] gemaakte opmerking over het insluipings- en leervermogen van eiseres kan in dit kader niet geplaatst worden. Het leervermogen speelt geen rol en insluipingsvermogen is de verzekeringsarts b&b onbekend. De geclaimde noodzaak tot supervisie/ondersteuning wordt niet onderschreven.
Medische beroepsgronden
5. Eiseres heeft in beroep verwezen naar haar bezwaargronden en heeft – samengevat – gesteld dat haar medische belastbaarheid onjuist is weergegeven en geen goed beeld geeft van haar mogelijkheden. Eiseres heeft op medische gronden onvoldoende arbeidsvermogen om aan de eisen van de Wajong te voldoen. [bedrijfsarts] heeft eiseres meerdere malen gesproken en beoordeeld (fysiek/video) en bevestigt dat er, ondanks de aanpassing in de belastbaarheid, door de verzekeringsarts b&b nog steeds geen volledig beeld van de beperkingen van eiseres is gegeven en onvoldoende rekening is gehouden met haar geformuleerde randvoorwaarden voor werk. Eiseres kan wellicht 2 uur per dag werken, waarvan 1 uur aaneengesloten, maar kan dit slechts 4 dagen per week volhouden met een ‘breek in de week’ op woensdag en rekening houdend met een minimale begeleidingstijd per werkdag van 15 minuten. Dit blijkt uit haar werkervaring als [functie] , waarbij getest is hoeveel recuperatietijd zij na werk nodig heeft om te kunnen functioneren. Eiseres verzoekt de rechtbank om het UWV te veroordelen in de proceskosten, waaronder de kosten van deskundigen. Tot slot heeft eiseres ter zitting nog de rechtbank verzocht om een deskundige te benoemen voor het doen van nader onderzoek.
Arbeidsdeskundig onderzoek
6. Aan het bestreden besluit ligt ook een onderzoek van een arbeidsdeskundige en een arbeidsdeskundige b&b ten grondslag.
Arbeidsdeskundige Klessens heeft eiseres gezien bij een gesprek op 19 juli 2021, heeft contact gehad met onder andere de gemachtigde van eiseres, heeft overlegd met verzekeringsarts Verwijst en heeft het dossier bestudeerd. De arbeidsdeskundige heeft op
28 juli 2021 geconcludeerd dat eiseres over arbeidsvermogen beschikt.
In de bezwaarfase heeft arbeidsdeskundige b&b De Haas het verslag van de hoorzitting en de rest van het dossier bestudeerd en op 14 juni 2022 het volgende gerapporteerd. De verzekeringsarts b&b heeft geconcludeerd dat eiseres ten minste twee uur per dag belastbaar is. Beoordeeld moet worden of eiseres per uur ten minste het wettelijk minimumloon (WML) kan verdienen. Dit kan met behulp van een drempelfunctie of CBBS. Omdat binnen de drempelfuncties geen passende werkzaamheden voor eiseres konden worden benoemd, heeft de arbeidsdeskundige b&b CBBS geraadpleegd, waarbij hij de functie van medewerker post (Sbc-code 335133 en nummer 9011.0092.005) heeft geduid als passend. Het gaat in deze functie om enkelvoudige, eenvoudige, gestructureerde administratieve werkzaamheden, waarbij geen sprake is van tijdsdruk en die uitgevoerd worden in een voor- en namiddag. De werkzaamheden worden onder leiding van de teamleider KCC en in de buurt van collega’s uitgevoerd; indien en voor zover noodzakelijk, is het voor een medewerker mogelijk om hierop terug te vallen. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden zijn geen communicatieve vaardigheden benodigd; er is geen sprake van klantcontacten, noch dient er samengewerkt te worden. Een medewerker wordt tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden niet blootgesteld aan conflicten, noch aan stof/rook/gassen en/of dampen. De toelichting van de arbeidsdeskundig analist in aanmerking nemende, is de werkomgeving als rustig aan te merken en wordt een medewerker niet blootgesteld aan veel (harde) geluiden. In de begeleidingsbehoefte kan worden voorzien door een jobcoach. Het uurloon van € 13,12 inclusief vakantietoeslag ligt ruim boven het WML van € 10,80 per uur. Eiseres heeft hiermee arbeidsvermogen en komt niet in aanmerking voor een Wajong-uitkering.
Arbeidsdeskundige beroepsgronden
7. Eiseres heeft in beroep verwezen naar haar bezwaargronden en heeft – samengevat – gesteld dat uit de medische gronden volgt dat de geduide functie niet past bij haar persoonlijke vaardigheden en functionele mogelijkheden, aangezien zij op een aangepaste wijze haar mbo-diploma heeft gehaald, het haar veel tijd en energie kost om te schakelen tussen een grote hoeveelheid taken, zij een structurele begeleidingsbehoefte heeft, de administratieve werkzaamheden te uitgebreid en complex zijn, zij niet zal passen in een kantooromgeving en zij een gebrek aan insluipingsvermogen heeft. Verder heeft eiseres aangevoerd dat zij niet in de aanwezige werktijd het WML kan realiseren en dat dit volgt uit de Dariuz-rapportage plus het feit dat aan haar ex-werkgever een loondispensatie van 42% van het WML werd toegekend. Ook dient er nog rekening te worden gehouden met begeleidingstijd en recuperatietijd en/of rustmomenten tijdens werk. Eiseres heeft dit onderbouwd met brieven van [bedrijfsarts] van 3 oktober 2022, 1 februari 2023 en 17 april 2023.
Overwegingen van de rechtbank
8.1
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in zijn uitspraken van 14 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1 en ECLI:NL:CRVB:2015:2, overwogen dat een aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering na een eerdere (gedeeltelijke) afwijzing of intrekking van die uitkering naar zijn strekking moet worden beoordeeld. Met een aanvraag kan worden beoogd dat (met ingang van de datum waarop dat besluit zag) wordt teruggekomen van het eerdere besluit (artikel 4:6 van de Awb), dat bedoeld wordt een beroep te doen op een regeling bij toegenomen arbeidsongeschiktheid (Wet Amber), of dat om herziening wordt verzocht voor de toekomst (duuraanspraak). Indien in een voorkomend geval niet (geheel) duidelijk is wat met een aanvraag wordt beoogd, ligt het op de weg van het UWV daarover bij de aanvrager nadere informatie in te winnen. Het onderscheid in wat de belanghebbende heeft beoogd, is van belang voor de beoordeling van de aanvraag door het UWV en de toetsing van de beslissing op die aanvraag door de bestuursrechter. [1]
8.1.1
Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres desgevraagd aangegeven dat eiseres met haar aanvraag heeft beoogd dat het UWV terugkomt op een eerder besluit, de weigering van 30 september 2016. Bij de vorige beoordeling was de 18e verjaardag van eiseres de te beoordelen datum. De rechtbank stelt vast dat het UWV thans heeft beoordeeld of eiseres op 19 mei 2021 arbeidsvermogen had. Dit omdat de verzekeringsarts oordeelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden. De beroepsgronden zijn ook gericht tegen deze inhoudelijke beoordeling. Hiervan zal de rechtbank in de rest van deze uitspraak dan ook uitgaan. Tegen het uitblijven van een beslissing op de herhaalde aanvraag – met de te beoordelen datum de 18e verjaardag – zijn geen beroepsgronden gericht. De rechtbank beoordeelt dit daarom niet.
8.2
Recht op een Wajong-uitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft.
Het UWV moet daarom eerst beoordelen of eiseres voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiseres kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
- eiseres beschikt niet over basale werknemersvaardigheden;
- eiseres kan niet een uur aangesloten werken;
- eiseres is niet tenminste vier uur per dag belastbaar dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het WML te verdienen.
Wordt aan tenminste een van de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan dan ontbreekt arbeidsvermogen. Vervolgens moet het UWV dan beoordelen of deze situatie duurzaam is.
Bij de beoordeling maakt het UWV gebruik van de Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA)-systematiek. Bij deze beoordeling staat de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ centraal. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft het UWV het ‘Compendium Participatiewet’ (hierna: het Compendium) vastgesteld.
8.3
Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres desgevraagd aangegeven dat zij enkel nog de voorwaarde van tenminste vier uur per dag belastbaar dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het WML te verdienen bestrijdt. De overige voorwaarden beoordeelt de rechtbank daarom niet.
8.4
De rechtbank overweegt dat in het Compendium over de voorwaarde van ‘belastbaar zijn’ is vermeld dat dit ziet op het
in totaalten minste vier dan wel twee uur per dag kunnen werken. Dat hoeft niet aaneengesloten te zijn. Volgens het Compendium moet de verzekeringsarts beoordelen of binnen de 24-uurscyclus een zodanige recuperatie mogelijk is dat eiseres in totaal vier dan wel twee uur per dag belastbaar is.
8.5
Het UWV heeft zich op het standpunt gesteld eiseres niet ten minste vier uur, maar wel twee uur per dag belastbaar is. Volgens het UWV bestaat er geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van het rapport van de verzekeringsarts b&b. Dit omdat de rapportage die [bedrijfsarts] heeft opgesteld uitgaat van de functie die eiseres deed als [functie] . De verzekeringsarts b&b merkt hierover op dat dit geen routinematige, voorspelbare eenvoudige praktische handelingen waren, waardoor de ervaringen in deze werkhervatting niet eenduidig te extrapoleren zijn naar werk in het algemeen en werk in een drempelfunctie specifiek.
8.6
De rechtbank kan het UWV hierin volgen en onderschrijft het standpunt van [bedrijfsarts] dat het om vergelijkbare functies gaat dus niet. Eiseres heeft haar betoog niet met objectieve (medische) gegevens onderbouwd en uit de beschikbare medische informatie blijkt ook onvoldoende dat het UWV op 19 mei 2021 meer of andere beperkingen had moeten aannemen.
8.6.1
De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat na twee dagen van twee uur recuperatie nodig is. Dit standpunt wordt onderbouwd door de ervaring die eiseres had in haar functie van [functie] . Datzelfde geldt voor het standpunt dat eiseres continue begeleiding nodig heeft en dat het leervermogen van eiseres niet optimaal is. Tussen partijen is niet in geschil dat de functie van [functie] niet passend was voor eiseres; dit werk overschreed haar belastbaarheid en kwam onvoldoende tegemoet aan haar beperkingen. Eiseres heeft met de brieven van [bedrijfsarts] en haar toelichting ter zitting niet aannemelijk gemaakt dat zij in een passende functie niet vijf dagen per week, twee uur per dag belastbaar is.
8.7
Er is bij de beoordeling van het arbeidsvermogen aangesloten bij een in het CBBS voorkomende drempelfunctie. Hierover is in het Compendium vermeld dat gebruik maken van de drempelfuncties voldoende is om de vraag te beantwoorden of iemand het WML kan verdienen. Beoordeeld wordt of betrokkene in staat is ten minste één van de drempelfuncties uit te voeren. Als dat het geval is voldoet betrokkene aan dit criterium.
8.8
De rechtbank ziet geen reden om te oordelen dat de voor eiseres geselecteerde functie van medewerker post in medisch opzicht niet passend is. De rechtbank verwijst naar het rapport van de arbeidskundige van 28 juli 2021 en het rapport van de arbeidsdeskundige b&b van 14 juni 2022. Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiseres de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functie. Het gaat om taken met een minimale belasting, waardoor ze geschikt zijn voor iemand met forse beperkingen. Haar standpunt dat zij niet in staat is de geselecteerde functie te verrichten, vloeit met name voort uit haar opvatting dat haar medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in 8.6 heeft overwogen is die opvatting niet juist. Eiseres heeft haar standpunt dat de geselecteerde functie voor haar niet passend is, verder niet met objectieve (medische) gegevens onderbouwd.
8.9
Eiseres heeft gesteld dat de benodigde begeleidingstijd en het schakelen tussen taken leidt tot verminderde productiviteit en verlies aan arbeidsvermogen. Nog daargelaten dat de verzekeringsarts b&b de geclaimde noodzaak tot continue supervisie/ondersteuning niet onderschrijft en eiseres haar stellingen niet met objectieve (medische) gegevens heeft onderbouwd, zegt de voorwaarde van de minimale belastbaarheid van ten minste vier dan wel twee uur per dag en in staat het WML verdienen niets over de productiviteit per uur.
8.1
Anders dan eiseres stelt is aan de voormalig werkgever geen loondispensatie toegekend. Dit betreft een ‘loonkostensubsidie’ en geen loondispensatie. Het feit dat de voormalig werkgever loonkostensubsidie ontving, betekent echter niet dat eiseres in het geheel niet geschikt zou zijn voor algemeen geaccepteerde arbeid in de vorm van een functie CBBS. Het UWV heeft afdoende toegelicht dat bij een loonwaardebepaling op basis van een concrete werkplek wordt bepaald of betrokkene het WML kan verdienen. Er wordt bij een loonwaardebepaling dus niet getoetst of betrokkene in een andere functie mogelijk wél het WML kan verdienen. Eiseres heeft dit standpunt ook niet (gemotiveerd) betwist.
8.11
Eiseres heeft verder gesteld dat zij niet past in een kantooromgeving. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts b&b inzichtelijk heeft gemotiveerd dat de werkomgeving als rustig is aan te merken en een medewerker niet wordt blootgesteld aan veel (harde) geluiden. De rechtbank gaat verder, bij gebrek aan voldoende onderbouwing, voorbij aan de stelling van eiseres dat het plaatsen van schotten onvoldoende is voor mensen met NAH.
8.12
De rechtbank komt gelet op het vorenstaande tot het oordeel dat eiseres twee uur per dag belastbaar is en in staat het WML te verdienen. Eiseres heeft hiermee op 19 mei 2021 arbeidsvermogen en komt niet in aanmerking voor een Wajong-uitkering.
8.13
Ter zitting in beroep heeft eiseres de rechtbank nog verzocht om een deskundige te benoemen voor het verrichten van nader onderzoek naar haar medische en arbeidsdeskundige beperkingen. De rechtbank overweegt dat er geen reden bestaat om een deskundige in te schakelen, omdat de door eiseres overgelegde brieven van [bedrijfsarts] en de ter zitting gegeven toelichting geen, althans onvoldoende, twijfel oproepen over de juistheid van de beoordeling door het UWV. Het verzoek daartoe wijst de rechtbank dan ook af.

Conclusie en gevolgen

9.1
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen.
9.2
Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard krijgt eiseres geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt eiseres het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 12 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage wettelijk kader

Wajong
Artikel 1a:1, eerste lid
Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b.na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Artikel 1a:1, tweede lid
De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
Artikel 1a:1, derde lid
De ingezetene die tijdelijk geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft wordt alsnog jonggehandicapte, indien hij gedurende een tijdvak van tien jaar volgend op de dag waarop hij jonggehandicapte zou zijn geworden op grond van het eerste lid, onderdeel a of b, of het tweede lid, indien hij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zou hebben gehad, geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had.
Artikel 1a:1, vierde lid
Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan de situatie waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
Artikel 1a:1, zesde lid
De beoordeling van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en voor zover nodig een arbeidskundig onderzoek.
Artikel 1a:1, achtste lid
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld. Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (het Schattingsbesluit).
Schattingsbesluit
Artikel 1a, eerste lid
Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Artikel 1a, tweede lid
Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de CRvB van 28 oktober 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2697.