Op 12 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een fiscale beleggingsinstelling, beroep heeft ingesteld tegen de afwijzing van verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2003, 2004 en 2006. De inspecteur van de Belastingdienst had deze verzoeken afgewezen, en belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende niet heeft ingestemd met een vervangende betaling, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van teruggaaf. De rechtbank verwijst naar eerdere arresten van de Hoge Raad, waarin is geoordeeld dat rechtsherstel kan worden geboden aan beleggingsfondsen die niet in Nederland zijn gevestigd, mits zij voldoen aan de voorwaarden voor het fiscale regime. Belanghebbende heeft echter niet aangetoond dat er sprake is van verboden staatssteun aan binnenlandse beleggingsfondsen, en de rechtbank verwerpt dit standpunt. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de teruggaafverzoeken terecht heeft afgewezen en verklaart de beroepen ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.