In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Dexia Nederland B.V. en een gedaagde partij, die in deze procedure wordt aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft effectenleaseovereenkomsten die door [gedaagde] zijn afgesloten met Dexia, waarbij de gedaagde stelt dat hij niet adequaat is geïnformeerd over de risico's van de overeenkomsten door de tussenpersoon. Dexia vordert een verklaring voor recht dat zij niets meer aan [gedaagde] verschuldigd is, terwijl [gedaagde] verweer voert en stelt dat er nog een vordering op Dexia resteert. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende causaal verband is tussen de schade van [gedaagde] en de onrechtmatige daad van Dexia. De rechtbank oordeelt dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden en dat [gedaagde] schade heeft geleden. De rechtbank heeft de vordering van Dexia afgewezen en Dexia veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van aanbieders van financiële producten en de rol van tussenpersonen in het verstrekken van advies aan consumenten.