ECLI:NL:RBZWB:2023:6182
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 september 2023, wordt het verzoek van de belanghebbende om een proceskostenvergoeding beoordeeld. De belanghebbende had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, dat betrekking had op een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Dit beroep werd ingetrokken nadat de heffingsambtenaar op 12 mei 2023 had medegedeeld dat de naheffingsaanslag was vernietigd. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar geheel aan de verzoeker is tegemoetgekomen, wat de basis vormt voor de proceskostenvergoeding. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent een vergoeding toe van in totaal € 566,50, inclusief het griffierecht van € 50,-. De rechtbank benadrukt dat de heffingsambtenaar verplicht is om deze kosten te vergoeden aan de belanghebbende. Tevens is er recht op wettelijke rente indien de vergoeding niet tijdig wordt betaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.