ECLI:NL:RBZWB:2023:6124

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
AWB- 22_4680
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag voor minderjarige met intensieve zorgbehoefte

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een moeder die dubbele kinderbijslag voor haar minderjarige zoon aanvroeg, en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die deze aanvraag had afgewezen. De SVB had op 1 augustus 2022 de aanvraag voor voortzetting van de dubbele kinderbijslag afgewezen, omdat de zorgbehoefte van de minderjarige volgens het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) niet meer aan de vereisten voldeed. Eiseres had eerder dubbele kinderbijslag ontvangen, maar de geldigheid van het CIZ-advies was verlopen en de SVB baseerde zich op een nieuw advies dat geen intensieve zorg meer vaststelde.

Tijdens de zitting op 23 augustus 2023, die via een beeldverbinding plaatsvond, heeft eiseres haar standpunt toegelicht. Zij betoogde dat haar zoon wel degelijk aan de criteria voor dubbele kinderbijslag voldeed, gezien zijn verergerde psychische toestand en de noodzaak van intensieve begeleiding. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de SVB terecht de aanvraag had afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de SVB zich op de juiste wijze had gebaseerd op de CIZ-adviezen, die onvoldoende punten toekenden om recht te hebben op dubbele kinderbijslag. Eiseres heeft geen nieuwe medische informatie gepresenteerd die de scores van het CIZ zou kunnen weerleggen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de SVB de aanvraag van eiseres om dubbele kinderbijslag voor het derde kwartaal van 2022 terecht heeft afgewezen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg in deze procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat de proceskosten niet vergoed worden, omdat eiseres in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/4680

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres,

en
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank(hierna: de SVB), verweerder
(gemachtigde: mr. M.F. Sturmans).

Inleiding

Met het besluit van 1 augustus 2022 (het primaire besluit) heeft de SVB de aanvraag van eiseres om (voortzetting van de) dubbele kinderbijslag voor haar [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ) vanaf het derde kwartaal van 2022, afgewezen.
Bij besluit van 22 september 2022 (het bestreden besluit) heeft de SVB het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 23 augustus 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en de gemachtigde van de SVB.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Vanaf het eerste kwartaal van 2020 ontving eiseres dubbele kinderbijslag voor [minderjarige] omdat hij intensieve zorg nodig had. Hiervoor had eiseres een positief advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor [minderjarige] . De geldigheidstermijn van dit advies is vanaf het derde kwartaal van 2022 verlopen.
2. Eiseres heeft daarom een nieuwe aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor [minderjarige] ingediend. De SVB heeft hierop de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt de SVB

3. De SVB heeft de aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor het derde kwartaal van 2022 afgewezen omdat [minderjarige] geen intensieve zorg (meer) nodig heeft. De SVB heeft zich gebaseerd op het CIZ-advies van 22 juli 2022. Volgens de beoordelaar van het CIZ scoort [minderjarige] nul punten en wordt daarmee niet voldaan aan de minimale zorgscore van drie punten.
4. De SVB heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard onder verwijzing naar het CIZ-advies van 1 september 2022 en het daarbij gehanteerde beoordelingskader. In tegenstelling tot het eerdere advies is gekomen tot een score op 'alleen thuis zijn’. De zorgscore van [minderjarige] is daardoor vastgesteld op één punt, waardoor niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag.
5. In de beroepsprocedure heeft de SVB een door de CIZ-arts uitgebracht medisch advies ingediend. Volgens de medisch adviseur van het CIZ zou er ook geen score moeten zijn op ‘alleen thuis zijn’.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij het niet eens is met de SVB. Eiseres stelt dat haar zoon wel aan de criteria voldoet. Hij heeft hier de afgelopen twee jaar aan voldaan en nu ineens niet meer, terwijl zijn toestand is verergerd. Eiseres geeft aan dat haar zoon de dubbele kinderbijslag nodig heeft vanwege zijn verergerde psychische toestand. Hij is inmiddels ook gestart op het speciaal onderwijs in [plaats 2]. [minderjarige] is sinds november 2022 onder behandeling bij een kinderpsycholoog en heeft nieuwe medicijnen voorgeschreven gekregen voor zijn ADHD en zijn gedragsproblemen. Volgens eiseres is haar toegezegd dat na haar bezwaar alles goed zou komen.

Wat vindt de rechtbank

7. De vraag is of de SVB de aanvraag van eiseres voor dubbele kinderbijslag voor [minderjarige] vanaf het derde kwartaal 2022 terecht heeft afgewezen. De rechtbank beoordeelt dit aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
8. Een verzekerde heeft voor een kind tussen de drie en achttien jaar dat tot zijn huishouden behoort, recht op verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag als het kind is aangewezen op een bepaalde mate van intensieve zorg. [1] Van intensieve zorg is sprake als het een kind betreft dat zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke aard dat de verzorging en oppassing door de ouders ‘in ernstige mate’ wordt verzwaard. [2]
9. De SVB wint een op medische gegevens gebaseerd advies in bij het CIZ om te bepalen of een kind intensieve zorg behoeft. [3] De beoordeling van het CIZ geschiedt aan de hand van de onderdelen lichaamshygiëne, zindelijkheid, eten en drinken, mobiliteit, medische verzorging, gedrag, communicatie, alleen thuis zijn, begeleiding buitenshuis en bezighouden/handreikingen. [4] Het CIZ kent op een onderdeel een punt toe als geoordeeld wordt dat er op dat onderdeel sprake is van een zware zorgbehoefte. [5] Een kind in de leeftijd van tien tot en met zeventien jaar behoeft intensieve zorg als het CIZ minimaal drie punten toekent. [6]
10. De SVB kan vaststellen dat sprake is van intensieve zorg als het CIZ-advies positief is. [7] Bij het bepalen of per onderdeel al dan niet een punt moet worden toegekend, wordt door de SVB het BUK gehanteerd. In het beoordelingsdocument wordt een nadere uitwerking gegeven van de in de Regeling genoemde onderdelen, waarbij per onderdeel voorbeelden worden gegeven van situaties waarvoor wel of juist geen punt wordt toegekend.
11. Door het CIZ is bij de beoordeling die ten grondslag ligt aan het primaire besluit nul punten toegekend. In bezwaar is één punt toegekend voor ‘alleen thuis zijn’. Daarmee blijft het aantal punten onder de voor [minderjarige] geldende grens van drie punten. In de beroepsprocedure is nog een aanvullend medisch advies van de medisch adviseur van het CIZ ontvangen. Deze medisch adviseur heeft de score op ‘alleen thuis zijn’ aangepast van één naar nul.
12. Dat eiseres eerder wel dubbele kinderbijslag voor [minderjarige] ontving leidt op zichzelf niet tot twijfel over het recht op dubbele kinderbijslag vanaf het derde kwartaal van 2022. Bij een nieuwe aanvraag moet de zorgscore opnieuw worden beoordeeld aan de hand van de dan aan de orde zijnde medische situatie. [8] Volgens eiseres komt [minderjarige] wel tot voldoende punten. Op zitting heeft eiseres dit verder toegelicht. Eiseres heeft uitgelegd dat zij [minderjarige] niet alleen thuis kan laten en dat ze hem de hele dag moet aansturen. Eiseres moet er onder andere op toezien dat [minderjarige] zijn medicatie neemt, zich aankleedt, tandenpoetst en eet. In wat eiseres heeft aangevoerd ziet de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid van de CIZ-adviezen en de door het CIZ op de items toegekende scores. Het CIZ heeft voldoende inzichtelijk gemotiveerd waarom op de verschillende aandachtsgebieden geen score is toegekend. Eiseres heeft geen nieuwe – medische – informatie ingebracht waaruit blijkt dat [minderjarige] op de diverse items toch een punt zou moeten scoren. Hoewel de rechtbank inziet dat [minderjarige] veel door eiseres aangestuurd moet worden, maakt dit niet dat hiermee voldaan wordt aan de strenge vereisten voor dubbele kinderbijslag.
13. Dat een medewerker van het CIZ een toezegging heeft gedaan over een positief CIZ-advies, dan wel dat vertrouwen heeft gewekt, is naar het oordeel van de rechtbank niet vast komen te staan. Afgezien van het feit dat eiseres zelf ook heeft aangegeven dat sprake is geweest van miscommunicatie, heeft zij ook niet onderbouwd wie deze medewerker is geweest en wat diegene precies heeft gezegd. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is in de eerste plaats vereist dat eiseres aannemelijk maakt dat van de zijde van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of en zo ja, hoe het bestuursorgaan in een concreet geval een bevoegdheid zou uitoefenen. [9] Eiseres heeft dit niet aannemelijk gemaakt.

Conclusie en gevolgen

14. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de SVB de aanvraag van eiseres om dubbele kinderbijslag voor het derde kwartaal van 2022, terecht afgewezen.
15. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 31 augustus 2023 door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Hoeijmans, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW).
2.Artikel 11, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag (BUK).
3.Artikel 12, eerste lid, van het BUK.
4.Artikel 3, eerste lid, van de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (de Regeling).
5.Artikel 3, tweede lid, onder b van de Regeling.
6.Artikel 3, derde lid, van de Regeling.
7.Artikel 2, eerste lid, van de Regeling.
8.Zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 26 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:766.
9.Zie de uitspraak van de Raad van 4 maart 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:559.