In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 4 januari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag, wat aanleiding geeft voor het beroep. Eiseres heeft de Belastingdienst op 5 mei 2023 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank vaststelt dat de beslistermijn is overschreden.
De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen. De rechtbank wijst erop dat in bijzondere gevallen een andere termijn kan worden vastgesteld, maar in dit geval is een termijn van acht weken na verzending van de uitspraak redelijk. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor proceskosten van € 418,50 en het griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst aan eiseres worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de rechten van burgers in het bestuursrecht. De rechtbank stelt dat de Belastingdienst de aanvraag van eiseres zorgvuldig moet behandelen, maar ook binnen een redelijke termijn moet beslissen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden tot verzet tegen deze beslissing.