ECLI:NL:RBZWB:2023:49

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
AWB- 21_4133
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de toekenning van maatwerkvoorziening Hulp aan Huis door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 januari 2023, wordt het beroep van eiser tegen de toekenning van een maatwerkvoorziening Hulp aan Huis beoordeeld. Eiser, die lijdt aan de spierziekte FSHD, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat hem 165 minuten huishoudelijke hulp per week toekende. Eiser stelt dat deze hoeveelheid onvoldoende is gezien zijn medische situatie en de extra taken die hij moet uitvoeren. De rechtbank behandelt de argumenten van eiser, waaronder de claim dat hij het college in gebreke heeft gesteld en dat de toegekende uren niet toereikend zijn voor zijn behoeften. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid de hoeveelheid hulp heeft vastgesteld op basis van het beleid en de Wmo 2015. De rechtbank oordeelt dat de toekenning van 165 minuten per week voldoende is en dat eiser geen extra uren kan onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan in de toekomst een nieuwe aanvraag indienen als zijn situatie verandert.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4133

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 januari 2023 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser,

en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg(het college), verweerder.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de toekenning van een maatwerkvoorziening Hulp aan Huis voor 165 minuten per week.
Met het besluit van 16 september 2021 (het bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van eiser tegen het besluit van 15 augustus 2021 (het primaire besluit) ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen eiser en namens het college [naam vertegenwoordiger] .

Beoordeling door de rechtbank

Feiten en omstandigheden
1. Bij besluit van 3 augustus 2016 heeft het college met ingang van 15 augustus 2016 180 minuten per week huishoudelijke hulp vanuit de algemene voorziening en 120 minuten per week huishoudelijke hulp vanuit de maatwerkvoorziening aan eiser toegekend. De indicatie liep af op 15 augustus 2021.
Het beleid van het college is gewijzigd; per 1 januari 2020 is de algemene voorziening niet meer toegankelijk. Bij iedereen die deze hulp ontving is beoordeeld of er aanspraak kan worden gemaakt op de maatwerkvoorziening Hulp aan Huis. In dat kader heeft er op 15 en 28 juli 2021 een telefonisch keukentafelgesprek tussen eiser en het college plaatsgevonden. Ter nadere verduidelijking is het college vervolgens op 2 augustus 2021 bij eiser op huisbezoek geweest. Eiser heeft het naar aanleiding van deze onderzoeksactiviteiten opgestelde Plan van Aanpak enkel voor gezien getekend.
In het primaire besluit heeft het college voor de periode van 16 augustus 2021 tot en met 31 juli 2026 huishoudelijke hulp voor 125 minuten per week aan eiser toegekend voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis. Daarnaast is 35 minuten per week toegekend voor eisers wasverzorging en 5 minuten per week aan extra inzet voor een niet in gebruik zijnde kamer. Eiser heeft daartegen bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Beroepsgronden
2. Eiser voert aan dat hij het college bij zijn bezwaarschrift van 18 augustus 2021 in gebreke heeft gesteld, maar dat daarop door het college ten onrechte niet is gereageerd in het bestreden besluit. Verder stelt eiser dat de toegekende uren ontoereikend zijn. Rekken, strekken en buigen zijn enorm belastend voor hem, gelet op zijn medische situatie. Om het huis schoon te houden is de toegekende tijd al krap, laat staan om ook nog de strijk weg te werken. Het college kan niet van hem vergen dat hij synthetische kleding draagt. Volgens eiser gebruikt hij de slaapkamer als extra kamer, zodat daarvoor volgens het beleid van het college 18 minuten extra moet worden toegekend. Verder dient er tweemaal per week een was gedraaid te worden. Dat kan niet in 165 minuten per week. Voor het schoonmaken van de ramen en de andere ruimten in huis wordt door eiser verwezen naar zijn bezwaarschrift.
Beoordelingskader
3. Voor het beoordelingskader wordt verwezen naar de bijlage. De bijlage maakt onderdeel uit van deze uitspraak.
Beoordeling
4. Eiser heeft in zijn bezwaarschrift gesteld dat hij het college in gebreke stelt omdat het primaire besluit pas is afgegeven op de dag dat de met het besluit van 3 augustus 2016 toegekende indicatie afliep. Er kan echter pas een ingebrekestelling worden ingediend als de termijn voor het afgeven van de beschikking is verstreken. Daarvan is in dit geval geen sprake. Ter zitting heeft het college aangegeven dat dit de reden is waarom er in het bestreden besluit niet op de ingebrekestelling is ingegaan. De rechtbank kan dat volgen.
5. Vooropgesteld dient te worden dat het enkele feit dat eiser voorheen 300 minuten hulp bij het huishouden kreeg, waarvan 180 minuten vanuit de algemene voorziening, niet maakt dat het college dit dient te handhaven. Het beleid is gewijzigd en het college beoordeelt nu in lijn met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (de Wmo) per individueel geval en op basis van het beleid wat er nodig is om de woning schoon en leefbaar te houden.
6. Blijkens het beleid van het college zoals dat is neergelegd in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (de verordening), het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (het besluit) en de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (de beleidsregels) zijn de daarin genoemde modules, wat daaronder wordt verstaan en hoeveel uren daarvoor worden verstrekt, gebaseerd op het rapport Normering van de basisvoorziening ‘Schoon Huis’, uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM (KPMGrapport). Gelet op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter in dit soort zaken, van 10 december 2018 [1] heeft het college het KPMG-rapport ten grondslag kunnen leggen aan zijn beleid. Dat beleid is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet kennelijk onredelijk, zoals eiser lijkt te betogen met zijn ter zitting ingenomen stelling dat het beleid niet deugt. Het college mocht de omvang van de toe te kennen huishoudelijke hulp dan ook bepalen aan de hand van het beleid.
7. In het beleid van het college staat dat voor een volledige overname van de werkzaamheden voor een schoon en leefbaar huis als basis 125 minuten per week hulp in het huishouden toereikend zijn. Als dit nodig is, kan voor de wasverzorging aanvullend maximaal 35 minuten worden toegekend. Het college heeft deze volledige basisomvang aan hulp in het huishouden en wasverzorging aan eiser toegekend. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat eiser nog wel wat dingen zelf kan (afwassen, aanrecht schoonmaken, opruimen van lichte spullen, en de was in de wasmachine doen en aanzetten), maar daarvoor zijn geen uren in mindering gebracht. Hiermee is in beginsel dus volledig voorzien in de overname van de werkzaamheden voor een schoon en leefbaar huis en de wasverzorging. Niet gebleken is dat sprake is van een noodzaak van meer wasgangen per week als gevolg van de medische problematiek van eiser.
8. Volgens het beleid kunnen er aanvullende uren nodig zijn gelet op de beperkingen en belemmering van de persoon in kwestie, de samenstelling van het huishouden, extra vervuiling door een huisdier, of de kenmerken van de woning. Dit wordt echter per individueel geval bekeken; de enkele aanwezigheid van deze kenmerken leidt niet automatisch tot meer inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is bepalend, niet de problematiek als zodanig. Eiser stelt dat er in zijn geval extra ondersteuning nodig is vanwege zijn medische situatie; hij lijdt aan de spierziekte FSHD en is allergisch voor huisstofmijt en parfum. Deze medische problematiek was echter bekend bij het college en daarmee is rekening gehouden bij het opstellen van het Plan van Aanpak. Eiser heeft niet onderbouwd waarvoor meer ondersteuning nodig is.
9. Verder volgt uit het beleid van het college dat extra tijd voor strijken in principe niet wordt toegekend, tenzij het dragen van gestreken bovenkleding om medische redenen nodig is en iemand zelf daarvoor niet kan (laten) zorgen. Niet gebleken is dat eisers kleding om medische redenen gestreken moet worden. Het college heeft bovendien in redelijkheid kunnen stellen dat het dragen van strijkvrije kleding algemeen gebruikelijk is, zodat dit ook van eiser kan worden gevergd. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde er dan ook geen extra tijd geïndiceerd te worden voor strijken.
10. Uit het beleid volgt ook dat als er een extra slaapkamer in gebruik is, dit kan leiden tot extra inzet van 18 minuten per week. Dit is een slaapkamer die daadwerkelijk in gebruik is door een huisgenoot. Dit is niet aan de orde bij eiser. Verder volgt uit de beleidsregels dat een niet in gebruik zijnde extra (slaap)kamer (hobbykamer, computerkamer, werkkamer, logeerkamer o.i.d.) wel periodiek moet worden schoongemaakt om het huis als geheel schoon en leefbaar te houden en niet te laten vervuilen. Dit betreft 5 minuten per week. Het college heeft ook 5 minuten per week aan extra inzet voor een niet in gebruik zijnde kamer toegekend aan eiser. Eiser heeft niet onderbouwd waarom er extra tijd toegekend zou moeten worden. Er is ook geen reden om extra tijd toe te kennen voor het zemen van de ramen aan de buitenzijde en het schoonmaken van het balkon, zoals eiser wenst. Voor het schoonhouden van de ruimten buiten de woning zoals de ramen of het balkon wordt volgens het beleid van het college namelijk geen ondersteuning geboden.
11. Eiser kan een nieuwe aanvraag indienen bij het college als hij kan onderbouwen dat zijn medische situatie achteruit is gegaan en de huidige inzet van huishoudelijke hulp als gevolg daarvan niet meer voldoende is. De college kan de situatie dan opnieuw beoordelen. Naar de huidige stand van zaken is het echter aan eiser om afspraken te maken met zijn huishoudelijke ondersteuner over welke werkzaamheden hij in het toegekende aantal minuten verricht zou willen zien.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond.
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, op 5 januari 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: beoordelingskader

Artikel 2.3.1 van de Wmo bepaalt dat het college ervoor zorg draagt dat aan personen die daarvoor in aanmerking komen een maatwerkvoorziening wordt verstrekt.
Artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo bepaalt dat het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Van toepassing is de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (de verordening). Artikel 4.5, eerste lid, van de verordening bepaalt dat bij de toekenning van ondersteuning bij het huishouden in de vorm van een maatwerkvoorziening het college zich op één of meerdere van de volgende resultaten richt:
a. het schoon en leefbaar houden van de woning;
b. het beschikken over schone en draagbare kleding.
In het vijfde lid is bepaald dat het college nadere regels stelt.
Tevens is van toepassing het Besluit maatschappelijke ondersteuning Tilburg 2021 (het besluit). Artikel 4.2 van het besluit bepaalt dat de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden uit gaat van een modulair systeem met drie onderdelen:
• Basisuren voor een schoon en leefbaar huis
• Aanvullende uren voor wasverzorging
• Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
In de beschikking wordt het gemiddelde aantal uren/minuten per week opgenomen.
Verder zijn van toepassing de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (de beleidsregels). Daarin staat dat de hiervoor genoemde modules, wat daaronder wordt verstaan en hoeveel uren daarvoor worden verstrekt, zijn gebaseerd op objectieve en onafhankelijke onderzoeken die zijn uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM in 2016 – 2017 in opdracht van diverse gemeenten en die juridisch zijn getoetst door verschillende rechtbanken en de Centrale Raad van Beroep. De uitwerking van de maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden zoals verwoord in deze beleidsregels is in samenspraak met bureau HHM opgesteld. In de beleidsregels staat het volgende:

Basisuren voor schoon en leefbaar huis

Als een cliënt recht heeft op de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden, krijgt hij 108 basisuren per jaar (gebaseerd op 125 minuten per week) voor licht en zwaar huishoudelijk werk in de woning (zoals opgenomen in bijlage 4 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg). Voor het schoonhouden van de ruimten buiten de woning zoals de ramen, het terras, de tuin of het balkon wordt geen ondersteuning geboden.
Als de cliënt en/of zijn netwerk zelf een gedeelte van het huishoudelijk werk kan uitvoeren, wordt er 13 uur per jaar in mindering gebracht. Dit betreft voornamelijk lichte huishoudelijke werkzaamheden zoals afstoffen op heuphoogte, het aanrecht schoonmaken, opruimen en zitmeubels afnemen (gebaseerd op 15 minuten per week).
Als er geen 108 basisuren nodig zijn (eventueel min 13 uur) voor een schoon - en leefbaar huis, kunnen er minder uren worden ingezet.
(…)
De basisuren zijn toereikend voor een huis dat zodanig schoon is dat er sprake is van een algemeen aanvaard basisniveau van schoon. De taken leiden tot een schoon en leefbaar huis dat niet vervuilt.

Aanvullende uren voor wasverzorging

Als een cliënt ondersteuning nodig heeft bij de wasverzorging, krijgt hij 30 uur per jaar (gebaseerd op 35 minuten per week) bij een 1 persoonshuishouden of 37 uur per jaar (gebaseerd op 43 minuten per week) voor een 2 of meerpersoonshuishouden.
Extra tijd voor strijken wordt in principe niet toegekend, maar alleen als het dragen van gestreken bovenkleding om medische redenen nodig is en iemand zelf daar niet voor kan (laten) zorgen. Hiervoor krijgt de cliënt 17 uur per jaar (gebaseerd op 20 minuten per week) toegekend. Het uitgangspunt hierbij is dat de cliënt zorgt voor strijkvrije kleding.
(…) Als er geen extra tijd voor strijken wordt toegekend, betekent dat niet dat de hulp ook niet mág strijken. De inwoners kan met de hulp bespreken wat er in de totale toegekende tijd wordt gedaan. In ieder huishouden, in iedere situatie, is sprake van net weer wat andere verdelingen activiteiten en van de tijd die dit kost.
Als de cliënt en/of zijn netwerk zelf een deel van de wasverzorging op zich kan nemen, terwijl dit resultaat wel is toegekend, wordt er 15 uur per jaar in mindering gebracht (gebaseerd op 17 minuten per week). Als er minder uren nodig zijn voor de wasverzorging, kunnen er minder uren worden ingezet.
Indien er sprake is van een noodzaak van meer wasgangen per week als gevolg van een beperking of belemmering van de cliënt (zoals veel knoeien, incontinentie, extra zweten, medische behandelingen, et cetera) kan hier extra tijd voor worden toegekend. Deze extra tijdsinzet is 14 uur per jaar (16 minuten per week) per extra benodigde wasgang. Wij verwachten dat de cliënt zorgt voor voldoende kleding zodat er geen extra wasgang noodzakelijk is om over voldoende kleding te beschikking.
Bij de beoordeling of er aanvullende uren noodzakelijk zijn voor de wasverzorging wordt ook altijd gekeken naar de situatie van de cliënt en zijn omgeving of netwerk. Dit betekent dat als er sprake is van huisgenoten dat dit vaak onder gebruikelijke zorg valt en er dus geen of minder ondersteuning wordt geboden voor de wasverzorging. Het blijft echter altijd maatwerk.

Aanvullende uren schoon en leefbaar huis

Het kan zijn dat de basisuren onvoldoende zijn om een schoon en leefbaar huis te realiseren dat niet vervuilt. Dat kan komen door:
  • Beperkingen en belemmeringen van de cliënt
  • Samenstelling van het huishouden
  • Extra vervuiling door een huisdier
  • Kenmerken van de woning.
Het kan voorkomen dat bovenstaande kenmerken leiden tot de noodzaak om van aanvullende uren toe te kennen. Dit wordt bekeken per individueel geval. Let op dat de aanwezigheid van deze kenmerken niet automatisch leidt tot meer inzet. Het is steeds de vraag aan de Toegang of een kenmerk leidt tot extra vervuiling of vraag om een extra niveau van schoon, waardoor meer inzet nodig is.
Beperkingen of belemmeringen van de cliënt
Beperkingen en belemmeringen van de cliënt, kunnen gevolgen hebben voor de benodigde inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is leidend, niet de problematiek zoals zodanig. Voorbeelden zijn Huntington, ALS, Parkinson, dementie, visuele beperking, revalidatie, bedlederig, psychische aandoeningen, verslaving/alcoholisme e.d. Dit kan op twee manieren uitwerken:
  • Het kan nodig zijn extra vaak schoon te maken of te wassen, daardat meer vervuiling optreedt. Bijvoorbeeld als gevolg van rolstoelgebruik, ernstige incontinentie, overmatig zweten, (ernstige) tremoren, besmet wasgoed (bijvoorbeeld bij chemokuur of Norovirus).
  • Het kan nodig zijn de woning extra goed schoon te maken. Ter voorkoming van problemen bij de cliënt voorkomend uit bijvoorbeeld allergie, astma, longemfyseem of COPD.
Samenstelling huishouden
(…)
Als er een extra slaapkamer in gebruik is , kan dit leiden tot extra inzet van 16 uur per jaar (18 minuten per week). Dit is een slaapkamer die daadwerkelijk in gebruik is door een huisgenoot. Een logeerkamer is geen extra kamer in gebruik.
Een niet in gebruik zijnde extra (slaap)kamer (hobbykamer, computerkamer, werkkamer, logeerkamer o.i.d.) moet wel periodiek worden schoongemaakt om het huis als geheel schoon en leefbaar te houden c.q. niet te laten vervuilen. Dit betreft 4 uur op jaarbasis (5 minuten per week).

Extra inzet in uitzonderlijke situaties

De Wmo gaat uit van maatwerk. In de praktijk wordt op basis van de hierboven beschreven inzet passende ondersteuning geboden. Wellicht zijn er cliënten waarbij dat niet het geval is en er meer ondersteuning nodig is. Voor deze cliënten bepaalt de gemeente/Toegangsprofessional in redelijkheid wat de extra in te zetten tijd is om te zorgen dat de woning in aanvaardbare mate schoon is en niet vervuilt.