Beoordeling door de rechtbank
1. Bij besluit van 3 augustus 2016 heeft het college met ingang van 15 augustus 2016 180 minuten per week huishoudelijke hulp vanuit de algemene voorziening en 120 minuten per week huishoudelijke hulp vanuit de maatwerkvoorziening aan eiser toegekend. De indicatie liep af op 15 augustus 2021.
Het beleid van het college is gewijzigd; per 1 januari 2020 is de algemene voorziening niet meer toegankelijk. Bij iedereen die deze hulp ontving is beoordeeld of er aanspraak kan worden gemaakt op de maatwerkvoorziening Hulp aan Huis. In dat kader heeft er op 15 en 28 juli 2021 een telefonisch keukentafelgesprek tussen eiser en het college plaatsgevonden. Ter nadere verduidelijking is het college vervolgens op 2 augustus 2021 bij eiser op huisbezoek geweest. Eiser heeft het naar aanleiding van deze onderzoeksactiviteiten opgestelde Plan van Aanpak enkel voor gezien getekend.
In het primaire besluit heeft het college voor de periode van 16 augustus 2021 tot en met 31 juli 2026 huishoudelijke hulp voor 125 minuten per week aan eiser toegekend voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis. Daarnaast is 35 minuten per week toegekend voor eisers wasverzorging en 5 minuten per week aan extra inzet voor een niet in gebruik zijnde kamer. Eiser heeft daartegen bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
2. Eiser voert aan dat hij het college bij zijn bezwaarschrift van 18 augustus 2021 in gebreke heeft gesteld, maar dat daarop door het college ten onrechte niet is gereageerd in het bestreden besluit. Verder stelt eiser dat de toegekende uren ontoereikend zijn. Rekken, strekken en buigen zijn enorm belastend voor hem, gelet op zijn medische situatie. Om het huis schoon te houden is de toegekende tijd al krap, laat staan om ook nog de strijk weg te werken. Het college kan niet van hem vergen dat hij synthetische kleding draagt. Volgens eiser gebruikt hij de slaapkamer als extra kamer, zodat daarvoor volgens het beleid van het college 18 minuten extra moet worden toegekend. Verder dient er tweemaal per week een was gedraaid te worden. Dat kan niet in 165 minuten per week. Voor het schoonmaken van de ramen en de andere ruimten in huis wordt door eiser verwezen naar zijn bezwaarschrift.
3. Voor het beoordelingskader wordt verwezen naar de bijlage. De bijlage maakt onderdeel uit van deze uitspraak.
4. Eiser heeft in zijn bezwaarschrift gesteld dat hij het college in gebreke stelt omdat het primaire besluit pas is afgegeven op de dag dat de met het besluit van 3 augustus 2016 toegekende indicatie afliep. Er kan echter pas een ingebrekestelling worden ingediend als de termijn voor het afgeven van de beschikking is verstreken. Daarvan is in dit geval geen sprake. Ter zitting heeft het college aangegeven dat dit de reden is waarom er in het bestreden besluit niet op de ingebrekestelling is ingegaan. De rechtbank kan dat volgen.
5. Vooropgesteld dient te worden dat het enkele feit dat eiser voorheen 300 minuten hulp bij het huishouden kreeg, waarvan 180 minuten vanuit de algemene voorziening, niet maakt dat het college dit dient te handhaven. Het beleid is gewijzigd en het college beoordeelt nu in lijn met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (de Wmo) per individueel geval en op basis van het beleid wat er nodig is om de woning schoon en leefbaar te houden.
6. Blijkens het beleid van het college zoals dat is neergelegd in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (de verordening), het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (het besluit) en de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 (de beleidsregels) zijn de daarin genoemde modules, wat daaronder wordt verstaan en hoeveel uren daarvoor worden verstrekt, gebaseerd op het rapport Normering van de basisvoorziening ‘Schoon Huis’, uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM (KPMGrapport). Gelet op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter in dit soort zaken, van 10 december 2018heeft het college het KPMG-rapport ten grondslag kunnen leggen aan zijn beleid. Dat beleid is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet kennelijk onredelijk, zoals eiser lijkt te betogen met zijn ter zitting ingenomen stelling dat het beleid niet deugt. Het college mocht de omvang van de toe te kennen huishoudelijke hulp dan ook bepalen aan de hand van het beleid.
7. In het beleid van het college staat dat voor een volledige overname van de werkzaamheden voor een schoon en leefbaar huis als basis 125 minuten per week hulp in het huishouden toereikend zijn. Als dit nodig is, kan voor de wasverzorging aanvullend maximaal 35 minuten worden toegekend. Het college heeft deze volledige basisomvang aan hulp in het huishouden en wasverzorging aan eiser toegekend. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat eiser nog wel wat dingen zelf kan (afwassen, aanrecht schoonmaken, opruimen van lichte spullen, en de was in de wasmachine doen en aanzetten), maar daarvoor zijn geen uren in mindering gebracht. Hiermee is in beginsel dus volledig voorzien in de overname van de werkzaamheden voor een schoon en leefbaar huis en de wasverzorging. Niet gebleken is dat sprake is van een noodzaak van meer wasgangen per week als gevolg van de medische problematiek van eiser.
8. Volgens het beleid kunnen er aanvullende uren nodig zijn gelet op de beperkingen en belemmering van de persoon in kwestie, de samenstelling van het huishouden, extra vervuiling door een huisdier, of de kenmerken van de woning. Dit wordt echter per individueel geval bekeken; de enkele aanwezigheid van deze kenmerken leidt niet automatisch tot meer inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is bepalend, niet de problematiek als zodanig. Eiser stelt dat er in zijn geval extra ondersteuning nodig is vanwege zijn medische situatie; hij lijdt aan de spierziekte FSHD en is allergisch voor huisstofmijt en parfum. Deze medische problematiek was echter bekend bij het college en daarmee is rekening gehouden bij het opstellen van het Plan van Aanpak. Eiser heeft niet onderbouwd waarvoor meer ondersteuning nodig is.
9. Verder volgt uit het beleid van het college dat extra tijd voor strijken in principe niet wordt toegekend, tenzij het dragen van gestreken bovenkleding om medische redenen nodig is en iemand zelf daarvoor niet kan (laten) zorgen. Niet gebleken is dat eisers kleding om medische redenen gestreken moet worden. Het college heeft bovendien in redelijkheid kunnen stellen dat het dragen van strijkvrije kleding algemeen gebruikelijk is, zodat dit ook van eiser kan worden gevergd. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde er dan ook geen extra tijd geïndiceerd te worden voor strijken.
10. Uit het beleid volgt ook dat als er een extra slaapkamer in gebruik is, dit kan leiden tot extra inzet van 18 minuten per week. Dit is een slaapkamer die daadwerkelijk in gebruik is door een huisgenoot. Dit is niet aan de orde bij eiser. Verder volgt uit de beleidsregels dat een niet in gebruik zijnde extra (slaap)kamer (hobbykamer, computerkamer, werkkamer, logeerkamer o.i.d.) wel periodiek moet worden schoongemaakt om het huis als geheel schoon en leefbaar te houden en niet te laten vervuilen. Dit betreft 5 minuten per week. Het college heeft ook 5 minuten per week aan extra inzet voor een niet in gebruik zijnde kamer toegekend aan eiser. Eiser heeft niet onderbouwd waarom er extra tijd toegekend zou moeten worden. Er is ook geen reden om extra tijd toe te kennen voor het zemen van de ramen aan de buitenzijde en het schoonmaken van het balkon, zoals eiser wenst. Voor het schoonhouden van de ruimten buiten de woning zoals de ramen of het balkon wordt volgens het beleid van het college namelijk geen ondersteuning geboden.
11. Eiser kan een nieuwe aanvraag indienen bij het college als hij kan onderbouwen dat zijn medische situatie achteruit is gegaan en de huidige inzet van huishoudelijke hulp als gevolg daarvan niet meer voldoende is. De college kan de situatie dan opnieuw beoordelen. Naar de huidige stand van zaken is het echter aan eiser om afspraken te maken met zijn huishoudelijke ondersteuner over welke werkzaamheden hij in het toegekende aantal minuten verricht zou willen zien.