ECLI:NL:RBZWB:2023:4611
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van onroerende zaken in Middelburg
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Middelburg, betreffende de vastgestelde WOZ-waarden van twee onroerende zaken per 1 januari 2020. De rechtbank behandelt de beroepen op 31 maart 2023, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig zijn. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaken vastgesteld en de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De rechtbank onderzoekt of de heffingsambtenaar de WOZ-waarden te hoog heeft vastgesteld, waarbij de huurwaardekapitalisatiemethode wordt toegepast. Belanghebbende voert aan dat onvoldoende rekening is gehouden met de gevolgen van de coronapandemie en het leegstandsrisico. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de vastgestelde waarden aannemelijk heeft gemaakt en wijst de beroepen af. Tevens wordt een verzoek om vergoeding van immateriële schade afgewezen, omdat de uitspraak binnen de redelijke termijn is gedaan. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, waardoor de beschikkingen en aanslagen OZB gehandhaafd blijven.