ECLI:NL:RBZWB:2023:4524
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering na beëindiging ziektewetuitkering en toekenning WIA-uitkering
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 14 september 2022 afgewezen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het UWV heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren.
Eiser was vanaf 30 januari 2006 werkzaam bij [naam bedrijf 1] en ontving een WW-uitkering na beëindiging van zijn werkzaamheden. Na een periode van ziekte en beëindiging van zijn dienstverband bij [naam bedrijf 2], heeft hij opnieuw een WW-uitkering aangevraagd. Het UWV heeft deze aanvraag echter geweigerd, omdat eiser niet voldeed aan de wekeneis en zijn eerdere WW-uitkering niet kon herleven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser inmiddels een WIA-uitkering ontvangt, wat betekent dat hij geen recht heeft op een WW-uitkering. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, omdat er geen belang meer is bij de beoordeling van de weigering van de WW-uitkering. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks op 29 juni 2023.