ECLI:NL:RBZWB:2023:4234
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en belastingrentebeschikkingen voor buitenlandse belastingplichtige
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2023, worden de beroepen van een Belgische belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De belanghebbende had voor de jaren 2017 en 2018 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) ontvangen, alsook belastingrente. De inspecteur had de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard, wat leidde tot de rechtszaak. De rechtbank behandelt de vraag of de navorderingsaanslag en de belastingrentebeschikkingen terecht zijn opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de beroepen ongegrond zijn, omdat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De rechtbank concludeert dat het heffingsrecht over het loon van de belanghebbende toekomt aan Nederland, en dat de belastingrentebeschikkingen in stand blijven. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de belanghebbende geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.