bestemmingsplan onder een ‘bedrijf’het volgende verstaan: “een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, behalve aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten”.
De aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend door vergunninghoudster. Eiser heeft er in bezwaar al op gewezen dat voor het perceel aan de [adres 2] 70 te [plaatsnaam 1] aan de besloten vennootschap [naam bedrijf 1] ( [naam bedrijf 1] ) een vergelijkbare omgevingsvergunning is verleend. Volgens het college is het voldoende als beide aanvragen door een apart bedrijf zijn ingediend. In beroep heeft het college desgevraagd gesteld dat voor de conclusie dat er sprake is van een ander bedrijf, voldoende is dat er sprake is van verschillende b.v.’s.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college in het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd gereageerd op de door eiser aangevoerde grond. Die motivering is met de ter zitting gegeven reactie niet aangevuld.
Dat geldt te meer nu ter zitting onweersproken is gesteld dat dat de percelen die zijn betrokken in deze procedure eigendom zijn van de besloten vennootschap [naam bedrijf 2] ( [naam bedrijf 2] ), dat [naam bedrijf 1] hiervan een dochteronderneming is en dat eiser, gelet op de naam van aanvraagster en het vestigingsadres dat overeenkomt met de adressen van die andere b.v.’s vermoedt dat dit ook voor vergunninghoudster geldt. Dat vermoeden is ter zitting niet weersproken. Het college heeft zich met zijn reactie op het standpunt gesteld dat dat helemaal niet uitmaakt.
Daarmee miskent het college dat er, ook als activiteiten van één onderneming worden ondergebracht in verschillende b.v.’s, toch sprake kan zijn van één bedrijf.
Er is in het bestreden besluit geen sluitend antwoord gegeven op de vraag of vergunninghoudster inderdaad een ander bedrijf exploiteert of dat zij behoort tot de organisatie van [naam bedrijf 2] . Dat betekent dat het bestreden besluit een motiverings- en onderzoekgebrek heeft. Deze beroepsgrond slaagt.