ECLI:NL:RBZWB:2023:4118
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van belastingaanslagen en pensioenaanspraken van een in Zuid-Afrika woonachtige belanghebbende
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juni 2023, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De belanghebbende, woonachtig in Zuid-Afrika, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2013 en 2015. De inspecteur had voor 2015 een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 130.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 795.000. Voor 2013 was de aanslag gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 9.074. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van de belanghebbende ongegrond heeft verklaard, maar komt tot de conclusie dat de aanslag voor 2015 onjuist was vastgesteld. De rechtbank vermindert het belastbaar inkomen uit werk en woning tot € 63.972 en het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang tot € 640.925, belast tegen een tarief van 10%. De rechtbank vernietigt ook de aanslagen voor 2013 en de bijbehorende beschikkingen, en oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van zijn bezwaar en beroep. De rechtbank concludeert dat de inspecteur het griffierecht en de proceskosten aan de belanghebbende moet vergoeden.