Uitspraak
verwerende partij in reconventie,
Dexia Nederland B.V.,
eisende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 augustus 2021 van [eiser in conventie01] ,
- de conclusie van antwoord in conventie van Dexia, tevens houdende eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie van [eiser in conventie01] , tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie van Dexia, tevens houdende conclusie van repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie van [eiser in conventie01] ,
- de rolmededeling van 16 juni 2022,
- de akte uitlaten jurisprudentie van Dexia,
- de antwoordakte van [eiser in conventie01] .
2.De feiten
3. De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
- voorwaardelijk, namelijk voor zover Dexia bij conclusie van antwoord het aanvraagformulier en haar versie van de getekende overeenkomst niet in het geding brengt:
Dexia ex artikel 843a Rv te veroordelen om [eiser in conventie01] een afschrift te verstrekken van het aanvraagformulier en de ondertekende overeenkomst,
- onvoorwaardelijk;
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser in conventie01] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. voor recht zal verklaren dat [eiser in conventie01] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen van Dexia en dat Dexia gehouden is om deze schade aan [eiser in conventie01] te vergoeden,
3. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser in conventie01] van al datgene dat [eiser in conventie01] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
2. [eiser in conventie01] zal veroordelen in de proceskosten.
4.4. De beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
tussenpersoon
[eiser in conventie01] heeft drie overeenkomsten met Dexia afgesloten via de tussenpersoon Spaar Select. Tussen partijen is niet in geschil dat de tussenpersoon niet beschikt over de voor beleggingsadvieswerkzaamheden noodzakelijke vergunning. In het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022 (ECLI :NL:HR:2022:862) is opnieuw geoordeeld dat indien de afnemer een effectenleaseovereenkomst is aangegaan nadat de daarbij optredende tussenpersoon, zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunning, tevens – naar de aanbieder wist of behoorde te weten- als financieel adviseur is opgetreden door advies te geven, daarmee vaststaat dat de aanbieder heeft gecontracteerd in strijd met het verbod van artikel 41 NR 1999, dan wel met het daarmee materieel overeenkomende artikel 25 NR 1995. De Hoge Raad heeft daarbij, zoals (de gemachtigden van) partijen bekend is, bepaald dat het moet gaan om een gepersonaliseerde aanbeveling, waarbij een aantal omstandigheden zijn genoemd, die bij de beoordeling daarvan van belang kunnen zijn.
Reeds in 1997 is [eiser in conventie01] in contact gekomen met Spaar Select. Bij een huisbezoek van een
NLG 5.001,75. Nu dit bedrag beschikbaar was vanuit de winst vanuit het Capital Effect, was dit een haalbare maandtermijn. De maandelijkse termijn werd voldaan vanuit de beleggingsrekening. Dat de overeenkomst een leasesom had van NLG l.421.211,00, was geheel niet ter sprake gekomen. Weer is [eiser in conventie01] , tijdens een vrij korte uitleg over de nieuwe overeenkomst, niet gewezen op het feit dat hij een zeer risicovol product aanging, waarmee hij niet alleen de gehele inleg zou kunnen kwijtraken, maar waaraan hij ook een restschuld kon overhouden. Begin 1999 werd er een wetswijziging doorgevoerd waardoor er over de maandbetalingen geen fiscaal voordeel meer kon worden getrokken. Dit hield voor [eiser in conventie01] in dat hij maandelijks de volle maandbetalingen moest voldaan voor het Direct Rendement Effect, vanuit de beleggingsrekening. Al snel bleek dan ook dat het niet meer mogelijk was om de maandelijkse termijnen van NLG 5001,75 te voldoen, het beschikbare geld was op. Gezien de situatie heeft [eiser in conventie01] begin 2000 dan ook contact opgenomen met Spaar Select en Bank Labouchere. Uit e-mail correspondentie uit 2000 blijkt dat Spaar Select in contact is getreden met Bank Labouchere om voor [eiser in conventie01] een oplossing te vinden. Eind 2000 heeft Bank Labouchere cliënt benaderd met een coulanceregeling. Op basis van deze afspraak zou de Direct Rendement Effect overeenkomst uit 1998 worden geannuleerd. De netto betaalde inleg uit het Direct Rendement Effect werd als vooruitbetaling van
60 maanden voor een nieuwe overeenkomst gezien; een Allround Effect. Voor [eiser in conventie01] was dit de enige manier om uit de betalingsmoeilijkheden te komen en hij heeft dan ook op
1 november 2000 voor deze constructie getekend.
[nummer03] -Spaar Select B.V.en een stempel met de tekst:
[naam01](…).,
- een kopie van de overeenkomst van 20 november 1997 met contractnummer [nummer02] op naam van [eiser in conventie01] , genaamd ‘Capital Effect’, voorzien van het adviseursnummer:
[nummer03] Spaar Select B.V.,
- een kopie van de overeenkomst van 20 juli 1998 met contractnummer [nummer04] op naam van [eiser in conventie01] , genaamd ‘Direct Rendement Effect’, voorzien van het adviseursnummer:
[nummer03] Spaar Select B.V.,
[naam01] . Financieel Adviseur,
- een stuk zonder opschrift, voorzien van het logo van Spaar Select, gericht aan [eiser in conventie01] , waarin uiteengezet staat wat de oude (hypotheek)situatie van [eiser in conventie01] was en wat benutting van de overwaarde (NLG 130.000,-) tot gevolg heeft voor de nieuwe situatie, waarbij verder uiteengezet wordt wat de oude en nieuwe maandlasten zijn met gebruikmaking van ‘spaarleasen met vooruitbetalen’,
- een stuk zonder opschrift, voorzien van het logo van Spaar Select, waarop handgeschreven aantekeningen staan aangebracht die door [eiser in conventie01] worden aangeduid als ‘voorbeeldberekeningen van een tussenpersoon Spaar Select’,
- een stuk met opschrift:
Spaar Select B.V.Adviseur [naam08] . (…). Prognose Capital Effect’gericht aan [eiser in conventie01] , waarin met een geleast kapitaal van NLG 157.508,65, een vooruitbetaling van NLG 88.000,00 en een looptijd van 5 jaar berekend wordt wat de gevolgen zijn voor het dividend, het belastingvoordeel, het werkelijk netto geïnvesteerde bedrag, de netto maandbetaling, de waarde van de aandelen na 5 jaar, de restant hoofdsom en de uitbetaling na 5 jaar, een en ander met een koersstijging van 11,3%,
- een kopie van een hypotheekakte van 30 december 1997 op naam van [eiser in conventie01] , betreffende een geldlening van NLG 90.000,-, waarvoor ten behoeve van ABN AMRO N.V. het recht van hypotheek is verleend,
- een kopie van een overzicht van een (beleggings)rekening bij Spaarbeleg op naam van [eiser in conventie01] , gedateerd op 28 september 1998, waarop te lezen is:
‘(…).Ingangsdatum : 25-09-1998Betaling per : MaandBedrag : f 5.600,00(…)
‘(…). In juli 1998 heb ik mijn aandelenlease-pakket tussentijds verkocht. Daarvoor in de plaats heb
‘(…).Betreft: Uw schrijven van 23 januari 2000(…) Een kopie van uw schrijven heb ik doorgestuurd naar onze vestigingsmanager de heer [naam02] . Hij zal contact met u opnemen om een en ander op een correcte wijze af te handelen. (…).’- een brief van 23 februari 2000 gericht aan [eiser in conventie01] en afkomstig van (de rechtsvoorganger van) Dexia, waarin te lezen is:
Betreft: Uw schrijven d.d. 23 januari 2000Geachte heer [eiser in conventie01] ,Naar aanleiding van de ontvangst van uw schrijven d.d. 23 januari 2000 betreffende uw lease-overeenkomst [nummer04] delen wij u het volgende mede.Uw bovenstaande lease--overeenkomsten hebben wij op 30 juli 1997 ondertekend van u ontvangen. Dit betekent dat u bij Bank Labouchere nu een lopend contract heeft voor een periode van minimaal vijf jaar. U heeft contractueel wel de mogelijkheid om voortijdig met een boeteregeling uit te stappen. (…) Mocht u verder nog vragen of opmerkingen hebben over het contract verzoeken wij u contact op te nemen met u tussenpersoon. (…) .’
‘(…).Van:[naam03]
- een brief van 27 oktober 2000 van (de rechtsvoorganger van) Dexia gericht aan [eiser in conventie01] , welke door beiden is ondertekend, waarin te lezen is:
‘(…). Onze referentie: contract [nummer04] . (…).Geachte heer [eiser in conventie01] ,In hoofde genoemde lease-overeenkomst hebben wij op 30 juli 1998, door u ondertekend, retour ontvangen zodat gesproken kan worden van een rechtsgeldige overeenkomst.Via uw financieel adviseur zijn wij op de hoogte gebracht van uw betalingsproblematiek met
5.De beslissing
€ 660,00