ECLI:NL:RBZWB:2023:3447
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen ongeldigverklaring rijbewijs door CBR
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), die op 14 maart 2023 was vastgesteld. De ongeldigverklaring was gebaseerd op een mededeling van de politie dat verzoeker op 14 augustus 2022 onder invloed van cannabis een auto had bestuurd, waarbij het THC-gehalte in zijn bloed boven de wettelijke grenswaarde lag. Verzoeker had eerder al bezwaar gemaakt tegen een schorsing van zijn rijbewijs en had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat op 15 december 2022 was afgewezen.
Tijdens de zitting op 11 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het CBR. Verzoeker voerde aan dat het tweede verslag van bevindingen, dat aan het bestreden besluit ten grondslag lag, niet concludent was en dat hij onevenredig benadeeld werd door het inhouden van zijn rijbewijs. De voorzieningenrechter benadrukte dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen, waarbij spoedeisendheid een belangrijke rol speelt.
De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker niet voldoende had onderbouwd dat hij in ernstige feitelijke, praktische en financiële problemen verkeerde door het niet mogen autorijden. Verzoeker had geen werk en zijn financiële situatie was niet zodanig dat er sprake was van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat de beslissing op bezwaar op korte termijn zou volgen, en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.