ECLI:NL:RBZWB:2023:3318
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van een last onder dwangsom voor een tuinhuis zonder omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. De eiser had een last onder dwangsom opgelegd gekregen voor de verwijdering van een tuinhuis dat zonder omgevingsvergunning was gebouwd. Het college had in een primair besluit van 10 maart 2022 de last opgelegd, waarna de bezwaren van de eiser in een bestreden besluit van 28 juli 2022 ongegrond werden verklaard. De rechtbank heeft het beroep van de eiser tegen dit besluit behandeld tijdens een zitting op 12 april 2023.
De rechtbank overwoog dat de bouw van het tuinhuis in strijd was met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat het college in beginsel verplicht was om handhavend op te treden. De eiser voerde aan dat de rechtbank ten onrechte griffierecht in rekening had gebracht en dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom handhaving noodzakelijk was, gezien de lage prioritering van de overtreding in het gemeentelijke handhavingsbeleid. De rechtbank oordeelde echter dat het college voldoende had gemotiveerd dat handhaving in het algemeen belang was, en dat de belangen van de eiser niet zwaarder wogen dan de belangen bij handhaving.
De rechtbank concludeerde dat het college terecht had geoordeeld dat er geen concreet zicht op legalisatie was en dat de handhaving niet onevenredig was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.