ECLI:NL:RBZWB:2023:3075

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
9984715 CV EXPL 22-2580 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens illegale prostitutieactiviteiten in huurwoning

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Tiwos en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eisende partij, Tiwos, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [gedaagde] te Tilburg, omdat deze woning werd gebruikt voor illegale prostitutie. De procedure volgde op eerdere controles door de politie en gemeentelijke toezichthouders, waarbij prostitutieactiviteiten in de woning werden vastgesteld. Tiwos had [gedaagde] eerder al een kans gegeven door hem een aangepaste woning aan te bieden, maar na herhaalde overtredingen van de huurovereenkomst, waaronder het niet naleven van de bestemming van de woning, besloot Tiwos juridische stappen te ondernemen.

De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder. Ondanks zijn verweer dat hij niet op de hoogte was van de prostitutieactiviteiten, achtte de rechter het ongeloofwaardig dat hij geen weet had van de situatie, gezien zijn eerdere ervaringen met de betrokken dame en de omstandigheden in de woning. De rechter weegt de belangen van [gedaagde], die rolstoelafhankelijk is en afhankelijk is van de aanpassingen in de woning, tegen de belangen van Tiwos en de leefbaarheid in de wijk. Uiteindelijk werd de vordering van Tiwos toegewezen, met een ontruimingstermijn van zes maanden, zodat [gedaagde] de tijd kreeg om alternatieve woonruimte te vinden. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 9984715 \ CV EXPL 22-2580
Vonnis van 26 april 2023
in de zaak van
STICHTING TIWOS, TILBURGSE WOONSTICHTING,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: Tiwos,
gemachtigde: mr. C.J.P. Schellekens, advocaat te Tilburg,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. T. Möller, advocaat te Tilburg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 september 2022;
- het bericht van de gemachtigde van Tiwos van 23 september 2022 met producties;
- de mondelinge behandeling van 24 januari 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft van Tiwos gehuurd de zelfstandige woonruimte, staande en gelegen te Tilburg, aan het [adres 1]. Op 19 juni 2017 hebben toezichthouders van de politie een controle uitgevoerd in deze woning. Daarbij is geconstateerd dat de woning werd gebruikt voor prostitutie. Tiwos heeft [gedaagde] bij brief van 25 september 2017 in de gelegenheid gesteld de huurovereenkomst zelf op te zeggen, bij gebreke waarvan Tiwos juridische stappen zou nemen. [gedaagde] heeft vervolgens op 27 september 2017 telefonisch contact gehad met een medewerker van Tiwos. [gedaagde] heeft in dit gesprek verklaard dat hij de afgelopen jaren enkele dames als prostituee vanuit de eerste etage van zijn woning had laten werken en dat hij zelf vanwege zijn lichamelijke beperkingen -[gedaagde] is vanwege een wervelkanaalvernauwing in de nek rolstoelafhankelijk- op de begane grond van de woning sliep en buiten douchte. Tiwos heeft na een plaatsgevonden huisbezoek besloten om redenen van coulance en bij wijze van hoge uitzondering een tweede kans te geven aan [gedaagde] door [gedaagde] een rolstoeltoegankelijke huurwoning aan te bieden.
2.2.
[gedaagde] huurt thans met ingang van 5 juli 2018 van Tiwos de zelfstandige woonruimte, staande en gelegen te Tilburg, aan het [adres 2] (hierna: het gehuurde). Het betreft een aangepaste woning met onder meer een elektrische deur, een grote doucheruimte en een tillift. Het gehuurde bestaat uit een benedenverdieping waar [gedaagde] verblijft. Op de eerste etage bevindt zich nog een slaapkamer.
In artikel 2 van de huurovereenkomst is het volgende bepaald: “
Het gehuurde is uitsluitend bestemd om voor huurder en de leden van zijn huishouden als woonruimte te dienen.”.
2.3.
Op de tussen partijen gesloten huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden Huurovereenkomst zelfstandige woonruimte Tiwos van toepassing.
In artikel 5 van de algemene voorwaarden is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
- artikel 5.3.: “
Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt”.
- artikel 5.4.: “
Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden bewonen en er zijn hoofdverblijf hebben. Hij zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de bestemming en met inachtneming van de door verhuurder te geven aanwijzingen gebruiken en deze bestemming niet wijzigen (..)”.
- artikel 5.5.: “
Het is huurder uitsluitend met voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven.(..)”.
2.4.
[gedaagde] is in de periode van 8 maart 2022 tot en met 5 mei 2022 een aantal keer naar de spoedeisende hulp gebracht, waarna hij drie keer in het ziekenhuis is opgenomen vanwege een hematologische aandoening, waardoor zijn ruggenmerg geïrriteerd raakt.
2.5.
Op 26 mei 2022 hebben toezichthouders van de afdeling Veiligheid & Wijken, team Toezicht en Handhaving, samen met drie medewerkers van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant een bestuurlijke controle uitgevoerd in het gehuurde. Bij deze controle is vastgesteld dat het gehuurde werd gebruikt voor prostitutieactiviteiten. De dame die in het gehuurde is aangetroffen maakte op de [website] gebruik van twee advertenties met de namen ‘[naam 1]” en “[naam 2]”.
2.6.
De gemeente Tilburg heeft bij aangetekende brief van 3 juni 2022 aan Tiwos bericht dat toezichthouders van de gemeente Tilburg op 26 mei 2022 hebben geconstateerd dat in de woning, staande en gelegen aan het [adres 2] te Tilburg illegale prostitutieactiviteiten plaatsvinden c.q. hebben plaatsgevonden en dat zij voornemens zijn een last onder dwangsom op te leggen aan [gedaagde], zijnde de bewoner van de woning.
2.7.
Tiwos heeft bij brief van 15 juni 2022 aan [gedaagde] bericht dat er wederom prostitutieactiviteiten in een door hem gehuurde woning zijn aangetroffen en dat zij op deze grond beëindiging van de huurovereenkomst wenst. Tiwos heeft [gedaagde] in de brief de mogelijkheid geboden om de huurovereenkomst zelf binnen één week na dagtekening van de brief schriftelijk op te zeggen, bij gebreke waarvan Tiwos juridische stappen zou nemen.
2.8.
[gedaagde] heeft naar aanleiding van deze brief op 19 juni 2022 telefonisch contact gezocht met de gemachtigde van Tiwos. [gedaagde] heeft in dit gesprek aan de gemachtigde van Tiwos kenbaar gemaakt dat hij geen wetenschap had van de prostitutieactiviteiten in het gehuurde en dat hij ook niet bereid is om de huurovereenkomst zelf op te zeggen.
2.9.
De gemeente Tilburg heeft per e-mail van 20 juni 2022 (te 09:57 uur) het controlerapport aan Tiwos gezonden. In het betreffende e-mailbericht is -voor zover van belang- het volgende vermeld: “
Misschien nog handig als extra info: op 8 juni zijn wij nogmaals aan de deur gegaan bij het [adres 2]. Op [website] zagen wij dat nog altijd de advertentie met werknaam [naam 2] online stond in Tilburg. De dame die op het [adres 2] verblijft en tijdens de eerdere controle had verklaard als prostituee te werken, verklaarde toen ook dat de advertentie met naam [naam 2] van haar was. Omdat de advertentie weer opnieuw online was geplaatst, hebben wij nogmaals aangebeld bij het [adres 2].(..)Zowel meneer als mevrouw geconfronteerd met de advertentie. Mevrouw vertelde toen dat zij de advertentie had ‘uitgeleend’ aan een vriendin in Amsterdam. Dit komt in de wereld van prostitutie wel vaker voor dat dames van elkaars advertentie gebruik maken. Echter stond de advertentie op 8 juni nog altijd op Tilburg en zeker niet Amsterdam. Nogmaals aan beide personen heel duidelijk gemaakt dat dit moet stoppen. Een dag later was de advertentie van de website af.”.

3.Het geschil

3.1.
Tiwos vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woning, staande en gelegen aan het [adres 2] te Tilburg te ontbinden;
2. [gedaagde] te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, althans een in goede justitie te bepalen termijn, de woning, staande en gelegen aan het [adres 2] te Tilburg te ontruimen en te verlaten, met alle goederen en al de personen die zijdens [gedaagde] in voormelde woning verblijven en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Tiwos te stellen;
3. [gedaagde] te veroordelen in de (na)kosten van de procedure.
3.2
Tiwos legt aan haar vordering -samengevat- ten grondslag dat [gedaagde] door de woning te laten gebruiken ten behoeve van (illegale) prostitutieactiviteiten toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst.
3.3.
[gedaagde] betwist primair dat hij tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. [gedaagde] erkent in zijn verweer dat er tijdens de bestuurlijke controle op 26 mei 2022 een dame in het gehuurde is aangetroffen, waarbij het vermoeden bestaat dat zij het gehuurde wilde gebruiken voor prostitutieactiviteiten. [gedaagde] stelt echter dat hij zich niet bewust was van het feit dat deze dame voornemens was dergelijke activiteiten te ontplooien.
[gedaagde] stelt dat hij de betreffende dame een jaar of zeven kent en dat hij is ingegaan op haar aanbod om na zijn ontslag uit het ziekenhuis tijdelijk in het gehuurde te verblijven. De betreffende dame kon op die manier voor hem zorgen en het nam bij [gedaagde] de angst weg om alleen in het gehuurde te verblijven. [gedaagde] stelt dat de betreffende dame op 24 mei 2022 haar intrek in het gehuurde heeft genomen. [gedaagde] voert ook aan dat hij zich als een goed huurder heeft gedragen door het gehuurde goed te onderhouden, geen overlast te veroorzaken en tijdig aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. [gedaagde] voert subsidiair aan dat de tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [gedaagde] stelt dat hij een zwaarwegend belang heeft bij behoud van het gehuurde, omdat de aangepaste woning hem in staat stelt om zelfstandig te kunnen blijven wonen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 6:265 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van één van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
4.2.
Tiwos stelt dat [gedaagde] door het laten verrichten van prostitutieactiviteiten in het gehuurde in strijd heeft gehandeld met de volgende contractuele en wettelijke verplichtingen:
1. het (uitsluitend) gebruiken van de woning als woonruimte (artikel 2 van de huurovereenkomst, artikel 5.4 van de algemene voorwaarden en artikel 7:214 BW);
2. het gehuurde uitsluitend met schriftelijke toestemming van Tiwos geheel of gedeeltelijk aan derden in gebruik te geven (artikel 5.5 van de algemene voorwaarden;
3. het gehuurde te gebruiken zoals het een goed huurder betaamt (artikel 5.3 van de algemene voorwaarden en artikel 7:213 BW).
4.3.
[gedaagde] betwist dat hij in zijn strijd heeft gehandeld met de hiervoor genoemde artikelen. [gedaagde] stelt dat de bestemming van het gehuurde niet gewijzigd wordt wanneer in het gehuurde voor een periode van 2 à 3 dagen seksuele diensten tegen betaling zijn aangeboden door een logee van [gedaagde]. [gedaagde] stelt dat in deze situatie ook geen sprake is van het aan derden in gebruik geven van het gehuurde. Voorts betwist [gedaagde] dat hij zich niet als een goed huurder heeft gedragen. [gedaagde] stelt in dit kader dat hij niet
wist dat de dame die in het gehuurde is aangetroffen prostitutieactiviteiten wilde verrichten c.q. heeft verricht.
4.4.
Het verwijt dat Tiwos [gedaagde] maakt is dat er vanuit het gehuurde prostitutieactiviteiten zijn verricht. [gedaagde] heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken dat er op 26 mei 2022 een prostituee in het gehuurde is aangetroffen.
4.5.
Uit vaste rechtspraak volgt dat een verzoek tot ontbinding van een huurovereenkomst niet reeds toewijsbaar is op de enkele grond dat personen die met goedvinden van de huurder het gehuurde gebruiken of zich daarop bevinden, gedragingen hebben verricht die weliswaar niet tot schade aan het gehuurde hebben geleid, maar die, als zij zouden zijn verricht door de huurder, in strijd zouden zijn met diens verplichting zich als een goed huurder te gedragen en bovendien voldoende ernstig zijn om beëindiging van de opgezegde huurovereenkomst te rechtvaardigen. Beslissend is of de huurder zich, in het licht van de gedragingen van degene die zich in het gehuurde bevindt zelf niet als een goed huurder heeft gedragen. Bij de beoordeling van die vraag dient de kantonrechter rekening te houden met alle omstandigheden van het geval, zoals de vraag of er voldoende verband bestaat tussen die gedraging en het gebruik van het gehuurde. Daarvan kan in elk geval sprake zijn indien de huurder van (het voornemen tot) die gedragingen op de hoogte was of daarmee ernstig rekening had te houden en vervolgens nagelaten heeft maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem verlangd hadden mogen worden (Hoge Raad 22 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8743). Van een dergelijke situatie is in het onderhavige geval voldoende gebleken.
4.6.
[gedaagde] betwist dat hij op de hoogte was van de prostitutieactiviteiten in het gehuurde. Dat [gedaagde] niet van (het voornemen tot) het verrichten van prostitutieactiviteiten vanuit het gehuurde op de hoogte was wordt door Tiwos betwist en acht de kantonrechter ook niet aannemelijk. De kantonrechter acht het in de eerste plaats ongeloofwaardig dat de betreffende dame, zoals [gedaagde] heeft verklaard, pas 2 dagen in de woning aanwezig was. De door Tiwos overgelegde correspondentie tussen “[naam 1]” en de toezichthouder wijst erop dat zij al eerder in het gehuurde aanwezig was. Ook blijkt uit de in het controlerapport van 26 mei 2022 genoemde bevindingen dat de kamer op de eerste verdieping was ingericht op een langer verblijf met een opgedekt bed, twee kasten, een nachtkastje en een kast met glazen deur, gevuld met diverse vrouwelijke verzorgingsproducten.
Dat [gedaagde] niets van de prostitutieactiviteiten heeft meegekregen acht de kantonrechter niet geloofwaardig. [gedaagde] verbleef na zijn ontslag in het ziekenhuis op 5 mei 2022 zelf op de benedenverdieping van de woning. [gedaagde] was ook op het moment van de bestuurlijke controle op 26 mei 2022 in (het achterste deel van) de woonkamer van het gehuurde aanwezig. [gedaagde] kon weliswaar niet zelf de eerste verdieping van de woning bereiken, maar hij had via het raam aan de voorzijde van de woning wel zicht op de voortuin en het wandelpad richting de voordeur. Ook had [gedaagde] -bij een geopende tussendeur- zicht op de gang en trap. Mogelijk heeft [gedaagde] ook geluidsoverlast ervaren. Het is immers maar een kleine woning. Het moet hem ten minste zijn opgevallen dat zijn logee in korte tijd veel bezoek ontving.
Daarbij speelt een rol dat [gedaagde] ter zitting heeft verklaard dat hij de dame die bij de bestuurlijke controle in het gehuurde is aangetroffen al langere tijd kende en zij destijds prostitutieactiviteiten heeft verricht in de vorige woning die [gedaagde] huurde van Tiwos, aan het [adres 1].
Het feit dat [gedaagde] wist dat de dame eerder prostitutieactiviteiten in zijn woning had verricht had voor [gedaagde] in ieder geval aanleiding moeten zijn om er ernstig rekening mee te houden dat zij dit in zijn nieuwe woning opnieuw zou doen. Het lag dan ook op de weg van [gedaagde] om hierop toe te zien en zo nodig (extra) maatregelen te treffen. [gedaagde] heeft onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat hij voldoende heeft gedaan om te voorkomen dat de betreffende dame opnieuw prostitutieactiviteiten in het gehuurde zou verrichten. [gedaagde] kan zich er ook niet achter verschuilen dat hij rolstolafhankelijk is en dat hij niet kan toezien wat er zich op de eerste verdieping van de woning afspeelt.
4.7.
De kantonrechter acht het ook opmerkelijk dat de betreffende dame tijdens een vervolgcontrole op 8 juni 2022 wederom in het gehuurde is aangetroffen. Er zijn op dat moment weliswaar geen prostitutieactiviteiten geconstateerd, doch deze constatering is niet in lijn met de verklaring van [gedaagde] ter zitting dat hij heel boos op de dame was en dat hij gezegd heeft dat zij het beste zo snel mogelijk uit het gehuurde kon vertrekken. Dat de betreffende dame juist op dat moment in het gehuurde aanwezig was om haar spullen op te halen, zoals [gedaagde] ter zitting heeft verklaard acht de kantonrechter niet aannemelijk. Uit de terugkoppeling van de vervolgcontrole blijkt dat op dat moment de advertentie van de betreffende dame nog steeds actief was op de [website] en dat deze actief was in de regio Tilburg. De verklaring dat deze advertentie door een bekende uit Amsterdam werd gebruikt, is daarom ook niet geloofwaardig.
4.8.
De kantonrechter is gelet op het vorenstaande van oordeel dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst door zich,
in het licht van de gedragingen van degene die zich in het gehuurde bevindt, zelf niet als een goed huurder te gedragen.
De vraag of tevens sprake is van bedrijfsmatig gebruik van de woning kan in dit verband in het midden worden gelaten.
4.9.
De vraag is vervolgens of deze tekortkoming in de gegeven omstandigheden dient te leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. [gedaagde] heeft zich in dat verband beroepen op de tenzij-clausule van artikel 6:265 BW. Hij betwist dat de tekortkoming zo ernstig is dat deze dient te leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. [gedaagde] heeft in zijn conclusie van antwoord aangevoerd dat de betreffende dame misbruik heeft gemaakt van de fysieke klachten waarmee hij te kampen heeft en hem onder valse voorwendselen een verblijfplaats heeft ontlokt waar zij haar prostitutieactiviteiten kon ontplooien. [gedaagde] heeft ter zitting verklaard dat hij gebaat is bij behoud van zijn woning, omdat hij door de aanpassingen in de woning en met behulp van thuiszorg zijn eigen autonomie kan behouden.
4.10.
De kantonrechter is allereerst van oordeel dat het laten plaatsvinden van illegale prostitutie in een sociale huurwoning geen tekortkoming van geringe betekenis is. [gedaagde] heeft zelf de keuze gemaakt om een dame, die eerder prostitutieactiviteiten in zijn woning heeft verricht, in het gehuurde te laten verblijven. Zoals overwogen acht de kantonrechter niet aannemelijk dat [gedaagde] er geen weet van had. Maar zou dat zo zijn, dan had [gedaagde], maatregelen moeten treffen om te voorkomen dat er opnieuw vanuit zijn huurwoning prostitutieactiviteiten zouden plaatsvinden.
Verder weegt het belang van [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende op tegen het belang van Tiwos bij de ontbinding van de huurovereenkomst.
De kantonrechter miskent niet dat [gedaagde] een bijzonder woonbelang heeft. [gedaagde] verplaatst zich in een rolstoel en kampt met gezondheidsklachten. De woning betreft een woning met aanpassingen zoals een elektrische schuifdeur en een douche- en slaapruimte beneden. (De gemachtigde van) [gedaagde] heeft niet expliciet gesteld dat er geen alternatieve woonruimte voor hem beschikbaar is. In de conclusie van antwoord wordt door de gemachtigde van [gedaagde] het verzorgingshuis als alternatieve woonruimte genoemd, terwijl [gedaagde] daarover zelf ter zitting heeft verklaard dat hij hiervoor niet in aanmerking komt. (De gemachtigde van) [gedaagde] heeft op dit moment in ieder geval nog geen concrete stappen gezet om te onderzoeken wat gelet op de indicatie(s) van [gedaagde] alternatieve huisvestigingsmogelijkheden zijn.
Tiwos heeft tegenover het woonbelang van [gedaagde] toegelicht dat zij er een groot belang bij heeft dat er geen gevaar of overlast voor omwonenden ontstaat en dat zij heeft te waken voor de leefbaarheid in de wijken waarin haar woningen gelegen zijn. Het laten plaatsvinden van (illegale) prostitutieactiviteiten heeft een negatieve invloed op de woonomgeving. Daarbij geldt de prostitutie niet voor niets aan regelgeving onderhevig is. Illegale prostitutie hangt nauw samen met andere verboden zaken, zoals vrouwen- en mensenhandel. Ook heeft Tiwos mede gezien de lange wachtlijsten van woningzoekenden belang bij bestrijding van woonfraude en ander oneigenlijk gebruik van haar woning. Juist voor een aangepaste woning als die [gedaagde] nu huurt zijn er wachtlijsten, nu deze over het algemeen schaars zijn. Bovendien stelt Tiwos dat zij er belang bij heeft dat er een signaal uitgaat dat zij het aan [gedaagde] verweten gedrag niet accepteert en dat daar hard tegen opgetreden wordt om andere huurders te ontmoedigen om soortgelijke activiteiten te ondernemen. Tiwos hoeft niet te accepteren dat er vanuit haar huurwoningen illegale prostitutie plaatsvindt. Zij heeft er belang bij deze rolstoeltoegankelijke woning aan te bieden aan iemand op de wachtlijst die ook rolstoelafhankelijk is en zich wel als goed huurder gedraagt.
In dit kader speelt een rol dat [gedaagde] ter zitting heeft verklaard dat hij in 2017 zelf geld heeft verdiend aan de prostitutieactiviteiten in het gehuurde. Het is dus niet zo dat de illegale prostitutie hem destijds is “overkomen”, of dat er misbruik is gemaakt van zijn persoonlijke situatie. [gedaagde] wist heel goed waar hij mee bezig was. Dat maakt zijn verklaring dat dezelfde vrouw als destijds nu misbruik van zijn situatie heeft gemaakt minder geloofwaardig. Daarbij heeft [gedaagde] gelet op zijn persoonlijke omstandigheden eerder al een tweede kans van Tiwos heeft gekregen. [gedaagde] was zeer zeker een gewaarschuwd mens. De vorige keer heeft Tiwos – in plaats van beëindiging van de huurrelatie na te streven – [gedaagde] een aangepaste woning aangeboden. [gedaagde] wist wat er op het spel stond en heeft desondanks op deze wijze gehandeld.
4.11.
De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde zijn in zoverre dan ook toewijsbaar. De gemachtigde van Tiwos heeft ter zitting verklaard dat Tiwos, gelet op de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde], bereid is om een langere ontruimingstermijn aan [gedaagde] te gunnen, waarbij gedacht kan worden aan een termijn van drie maanden. De kantonrechter overweegt dat er – gelet op de wachtlijsten in de zorg – aanleiding is om een langere ontruimingstermijn vast te stellen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat [gedaagde] met zijn aandoening bij de daklozenopvang moet aankloppen. [gedaagde] moet dan ook in de gelegenheid worden gesteld om op zoek te gaan naar een passend alternatief. Volgens de gemachtigde van [gedaagde] is drie maanden te krap. Hoewel (de gemachtigde van) [gedaagde] geen aanknopingspunten heeft gegeven voor een andere concrete ontruimingstermijn, ziet de kantonrechter aanleiding om de ontruimingstermijn te bepalen op zes maanden na betekening van het vonnis. Daarbij neemt de kantonrechter in overweging dat Tiwos ter zitting heeft aangegeven dat zij ervoor open staat om [gedaagde] in de woning te laten verblijven als er vanwege een wachtlijst een overbruggingsperiode nodig is. Het is wel aan [gedaagde] om deze ontruimingstermijn niet af te wachten, maar direct op zoek te gaan naar een andere passende woonruimte.
4.12.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Tiwos vastgesteld op een bedrag van € 653,43 (bestaande uit kosten van de dagvaarding:
€ 127,43, griffierecht: € 128,00 en salaris gemachtigde € 398,- (2 punten x € 199,- per punt).
4.13.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Dit betekent dat als Tiwos na deze uitspraak ook nog kosten zou moeten maken (de nakosten), [gedaagde] daarvoor nog een bedrag zal moeten betalen van
€ 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de eventuele betekening van de uitspraak.
In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen. Zie
ECLI:NL:HR:2022:853https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2022:853

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen Tiwos en [gedaagde] bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woning, staande en gelegen aan het [adres 2] te Tilburg;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 6 maanden na betekening van dit vonnis de woning, staande en gelegen aan het [adres 2] te Tilburg te ontruimen en te verlaten, met alle goederen en al de personen die zijdens [gedaagde] in voormelde woning verblijven en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Tiwos te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Tiwos tot dit vonnis vastgesteld op € 653,43;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.