ECLI:NL:RBZWB:2023:2775
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 20 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1155, waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, die is vastgesteld op een bedrag van € 877.200. Tijdens de bezwaarprocedure is aan verzoeker uitstel van betaling verleend voor het bestreden bedrag.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake is van een lopende bezwaarprocedure, waardoor voldaan is aan het vereiste van connexiteit. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij in een noodtoestand verkeert omdat hij het bedrag van de aanslag niet kan betalen en dat de aanslag evident onrechtmatig is. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het belang van verzoeker voornamelijk financieel van aard is en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een financiële noodsituatie zal komen te verkeren door de verplichting tot betaling.
Aangezien verzoeker geen spoedeisend belang heeft aangetoond, heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. De uitspraak is gedaan door mr.drs. M.H. van Schaik, in aanwezigheid van mr. M.J. van Balkom, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.