ECLI:NL:RBZWB:2023:2602
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkheid van beroepschriften inzake belastingaanslagen en onduidelijkheid over besluitkarakter van inspecteursbrief
Op 14 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een belanghebbende tegen eerdere uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De belanghebbende had beroepschriften ingediend tegen uitspraken van 4 februari 2022 en 24 juni 2022, waarin zijn beroepen niet-ontvankelijk waren verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn. De rechtbank heeft het verzet op 31 maart 2023 behandeld, waarbij de belanghebbende werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat de eerdere uitspraak zonder zitting was gedaan, terwijl er onduidelijkheid bestond over het besluitkarakter van de brief van de inspecteur van 29 juli 2021. Deze brief bevatte meerdere beslissingen en een onduidelijke aanhef, wat leidde tot verwarring over de aanvang van de beroepstermijn. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet kennelijk niet-ontvankelijk was en dat het verzet gegrond was. De buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank zal het onderzoek hervatten in de stand waarin het zich bevond voordat de buiten-zittinguitspraak werd gedaan. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 837.