ECLI:NL:RBZWB:2023:2558
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag BPM en de deskundigheid van de hertaxateur
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 april 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) opgelegd, samen met een bedrag van € 27 aan belastingrente. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar de inspecteur verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 23 maart 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren.
De rechtbank onderzoekt of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en of de hertaxateur voldoende deskundig en onafhankelijk was. Belanghebbende had op 23 april 2019 aangifte gedaan voor de registratie van een auto, met een aangegeven BPM van € 5.242. De inspecteur had een hertaxatie laten uitvoeren, waarbij de handelsinkoopwaarde werd vastgesteld op € 46.885, zonder rekening te houden met schade. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar gestelde schade en dat de hertaxateur deskundig en objectief was.
De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en dat belanghebbende niet in haar bewijslast is geslaagd. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en belanghebbende krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.