Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser in de hoofdzaak sub 1] ,
[eiser in de hoofdzaak sub 2] ,
[eiser in de hoofdzaak sub 3] ,
[eiser in de hoofdzaak sub 4] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 december 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie in de hoofdzaak met producties alsmede incidentele vordering;
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.De feiten
3.Het geschil in de hoofdzaak
- de huurovereenkomst tussen [eiser in de hoofdzaak sub 1] en Co-Med te ontbinden en het gehuurde te ontruimen met veroordeling van [eiser in de hoofdzaak sub 1] tot betaling van een bedrag van € 13.952,04 en een schadevergoeding per maand, te vermeerderen met rente en kosten;
- de huurovereenkomst tussen [eiser in de hoofdzaak sub 3] en Co-Med te ontbinden en het gehuurde te ontruimen, met veroordeling van [eiser in de hoofdzaak sub 3] tot betaling van een bedrag van